- Archief van de Commissie inzake den kostenden prijs voor de Krankzinnigenverpleging, 1919-1921 (0,03 m)
- Archief van de Commissie van advies inzake de grenswijziging Utrecht-Oost, 1922-1933 (0,16 m)
- Archief van het Georganiseerd Overleg van de Provincie Utrecht, 1929-1954 (0,19 m)
- Archief van de Rijkscommissie van advies voor de werkverruiming in de Provincie Utrecht, 1936-1952 (0,90 m)
- Archief van de Commissie van advies inzake de regeling van de bebouwing in de Provincie Utrecht (Provinciale Bebouwingscommissie), 1936-1943 (0,90 m)
- Archief van de Streekplan(studie)commissie voor Utrecht en omstreken, 1939-1948 (0,15)
- Archief van Stichting De Grebbecommissie, 1940-1948 (1959) (1,5 m)
- Archief van Stichting Herstel Provincie Utrecht 1940, 1940-1951 (3,13 m)
- Archief van den Algemeen Gemachtigde voor den wederopbouw en voor de bouwnijverheid, 1940-1943 (1945) (2,37 m)
- Archief van de Stichting Centraal Bureau voor wederopbouw in de Provincie Utrecht, 1940-1943 (1950) (1,75 m)
- Archief van het Secretariaat van den Commissaris der Provincie, 1941-1945 (2,06 m)
- Archief van de Commissie van advies voor de oorlogs- of vredesgedenkteekens in de Provincie Utrecht, (1945) 1946-1961 (0,38 m)
- Archief van de Provinciale demobilisatiecommissie, 1947-1949 (1951) (0,03 m)
- Archief van de Commissie ter bestudering van het vraagstuk van het buitengewoon lager onderwijs in de provincie Utrecht, 1948-1954 (0,19 m)
- Archief van de Commissie van onderzoek inzake de vervening en drooglegging van de Vinkeveense plassen, 1949-1954 (0,06 m)
Raad en commissie hadden tot taak om de opname van de uit Nederlands-Indië teruggekeerde militairen in de burgermaatschappij te bevorderen. De commissie telde vier subcommissies: voor de terugkeer en ontvangst der gedemobiliseerden, voor de beroepen, werkverschaffing en herscholing, voor de huisvesting en voor de sociale nazorg.
Voorzitter van de raad werd mr. Engelberts, van de commissie aanvankelijk de kolonel b.d. J.J.A. Keuchenius, nadien mr. Engelberts. In de commissie hadden zitting vertegenwoordigers van rijks-, gemeentelijke en particuliere instellingen. Het secretariaat werd gevoerd aan huis van de secretaris (geen provinciaal ambtenaar).
Het archief is zeer onvolledig overgeleverd. De weinige stukken lijken afkomstig te zijn van zowel commissie als raad. De notulen eindigen in oktober 1949. Uit 1951 is aangetroffen een adreslijst van de plaatselijke comités in de provincie, opgemaakt door de Nationale Demobilisatie Raad.