Mijn Studiezaal (inloggen)
1542
Stichting Mechanische Registratie en Administratie van de Nederlandse Hervormde Kerk
Inleiding
Stichting Mechanische Registratie en Administratie ten dienste van de Nederlandse Hervormde Kerk
1542 Stichting Mechanische Registratie en Administratie van de Nederlandse Hervormde Kerk
Inleiding
Stichting Mechanische Registratie en Administratie ten dienste van de Nederlandse Hervormde Kerk
laatste wijziging 07-11-2016
Na (en mede ten gevolge van) de Tweede Wereldoorlog bleken de kerkledenadministraties er slecht aan toe te zijn. Op 23 augustus 1947 schreef de administrateur van de plaatselijke hervormde gemeente van Meppel hierover een brief aan de synodale commissie van de landelijke hervormde kerk.
Dit leidde ertoe dat in landelijk verband gewerkt ging worden aan een methode om de kerkelijke registratie op een meer doelmatige wijze bij te houden. Op 14 november 1949 werd een uitvoerig rapport aangeboden aan de Algemene Synodale Commissie.
Hierop werd op 22 januari 1951 besloten over te gaan tot de oprichting van de Stichting Mechanische Registratie en Administratie ten dienste van de Nederlandse Hervormde Kerk (SMRA).
Hierop werd op 22 januari 1951 besloten over te gaan tot de oprichting van de Stichting Mechanische Registratie en Administratie ten dienste van de Nederlandse Hervormde Kerk (SMRA).
De stichtingsakte van de SMRA werd verleden bij het Haagse notariskantoor C.D. Jalink op 5 februari 1951 (zie inv.nr. 110). De eerste voorzitter van het bestuur werd dr. H. Hak, predikant te Arnhem.
De machine waarmee de SMRA van start ging was de Citograf (zie inv.nr. 301). Op 19 augustus 1952 werd op het eerste regionale bureau van de SMRA in Eindhoven door ds. H.J.F. Wesseldijk het eerste adresplaatje geponst op de Citograf-machine. De twee miljoen ponsplaatjes vormden de inleiding op de computer die rond 1970 volledige automatisering mogelijk maakte.
Als eerste directeur van de SMRA werd in 1953 de heer A.L. IJska benoemd. Hij bleef tot 1977. Het geregistreerde ledenbestand groeide snel; het werd nodig meerdere regionale bureaus in te stellen. Ook voor het landelijke kantoor was steeds meer ruimte noodzakelijk. Na tien jaar hard werken waren ongeveer 1.500.000 leden geregistreerd en waren circa 180 gemeenten aangesloten.
Na twee adressen in Den Haag verhuisde het kantoor van de SMRA naar de Röntgenweg 6 te Delft. Op 12 februari 1975 ging het pand aan de Röntgenweg echter in vlammen op. Het hele gebouw en de inventaris gingen verloren, maar het basisbestand en de programmatuur bleven behouden (zie de inv.nrs. 123 t/m 125 voor informatie over de brand). Er werd een nieuwe kantoorruimte gehuurd aan de Poortweg 4 te Delft.
In de hectische periode na de brand kreeg de SMRA de opdracht om over te gaan tot een landelijke ledenregistratie. Ook werd in die periode besloten over te gaan tot de aanschaf van een nieuw computersysteem, hetgeen de nodige storingen en vertragingen met zich mee bracht.
Op 16 maart 1977 werd afscheid genomen van directeur IJska. Hij werd opgevolgd door de heer Van IJsseldijk. Deze vervulde de functie van waarnemend directeur tot 1981; hij werd opgevolgd door de heer E.F. Buijs.
Als gevolg van het besluit van de Generale Synode in 1976 om over te gaan tot een centrale landelijke ledenregistratie, moest de kerkorde worden aangepast.
De nieuwe generale regeling overeenkomstig ordinantie 2.2 ging in per 1 januari 1986 en luidde als volgt.
'De nieuwe regeling houdt in:
Dat alle hervormde gemeenten hun medewerking moeten verlenen om de landelijke registratie te voltooien.
Dat de kosten van de registratie voor het eerst uit de algemene middelen van de kerk betaald zullen worden. Ze zullen worden omgeslagen via het quotum.'
De nieuwe generale regeling overeenkomstig ordinantie 2.2 ging in per 1 januari 1986 en luidde als volgt.
'De nieuwe regeling houdt in:
Dat alle hervormde gemeenten hun medewerking moeten verlenen om de landelijke registratie te voltooien.
Dat de kosten van de registratie voor het eerst uit de algemene middelen van de kerk betaald zullen worden. Ze zullen worden omgeslagen via het quotum.'
Het huurcontract van het pand een de Poortweg liep af en er werd een voordeliger pand in Delft gevonden, namelijk op het adres Motorenweg 23. Op 21 maart 1985 vond de verhuizing plaats.
In 1984 was begonnen met de registratie van de leden van 'Samen op Weg'-gemeenten.
Een volgende uitdaging waar de SMRA voor stond was het besluit van de regering om de godsdienstvermelding op de persoonskaart af te schaffen. In verband hiermee werd op 30 juni 1986 de Stichting Interkerkelijke Ledenregistratie opgericht (SILA). De SILA fungeerde als schakel tussen de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en de SMRA. Gegevens uit de GBA werden door de SILA aan de SMRA toegespeeld.
Een volgende uitdaging waar de SMRA voor stond was het besluit van de regering om de godsdienstvermelding op de persoonskaart af te schaffen. In verband hiermee werd op 30 juni 1986 de Stichting Interkerkelijke Ledenregistratie opgericht (SILA). De SILA fungeerde als schakel tussen de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en de SMRA. Gegevens uit de GBA werden door de SILA aan de SMRA toegespeeld.
Sinds 2002 hield de SMRA ook de landelijke ledenregistratie van de Evangelisch-Lutherse Kerk bij. En sinds de fusie van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden in 2004 verzorgde de SMRA het ledenbestand van het nieuwe kerkgenootschap, de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).
Er was opnieuw behoefte aan een nieuw ledenregistratiesysteem, en de PKN besloot een nieuw programma te laten ontwikkelen. Een deel van de kosten zou door onder andere het vervallen van functies bij de SMRA worden terugverdiend. Het nieuwe systeem kreeg de naam Numeri (getallen).
Tot 2006 was de SMRA verantwoordelijk voor de landelijke ledenregistratie. Op 24 november 2006 droeg de kleine synode deze taak over aan het bestuur van de Dienstenorganisatie in Utrecht. De kosten van de ontwikkeling van het ledenregistratiesysteem bleven stijgen. De totale kosten stegen tot 5,2 miljoen euro.
Daarop besloot de synode in juni 2008 om per direct te stoppen met Numeri.
Daarop besloot de synode in juni 2008 om per direct te stoppen met Numeri.
In 2009 werd een plan gepresenteerd voor een nieuw ledenregistratiesysteem dat de naam Ledenregistratie Protestantse Kerk (LRP) kreeg. In maart 2011 was de LRP operationeel.
In 2006 verhuisde de SILA als zelfstandige organisatie naar Bennekom en de medewerkers van de SMRA verhuisden van Delft naar de Dienstenorganisatie in Utrecht.
Op moment van afronding van de inventaris van het archief van de SMRA waren de voorbereidingen voor ontbinding en opheffing van de Stichting SMRA in 2015 in een vergevorderd stadium.
Archief en inventarisatie
Addendum
Addendum (2)
laatste wijziging 28-10-2018
344 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 28-10-2018
344 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1951-2006
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de Stichting Mechanische Registratie en Administratie (SMRA) ten dienste van de Nederlandse Hervormde Kerk (1949) 1951-2006 (2015)
Auteur:
F. Duursema en B. Drost
Datering toegang:
2016
Datering bewerking:
2018
Openbaarheid:
Op inv.nrs. 1-68, 70-75, 82-88, 90-99, 132-152, 154-156, 169-196, 203, 211-281, 284-294 en 305-315 is een openbaarheidsbeperking van 50 jaar van toepassing. Eerdere inzage in niet-openbare stukken is slechts mogelijk na schriftelijke toestemming van de archivaris van de Protestantse Kerk in Nederland
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
7,12 m
Rubrieken:
Categorie:
Nederlandse Hervormde kerk, Stichting Mechanische Registratie en Administratie ten dienste van de
laatste wijziging 28-10-2018
344 beschreven archiefstukken
