Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Rijksveeartsenijschool te Utrecht

213 Rijksveeartsenijschool te Utrecht

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Voorwoord
213 Rijksveeartsenijschool te Utrecht
Inleiding
Voorwoord
Het is niet zonder voldoening dat ik, in overleg met het bestuur van de faculteit der diergeneeskunde, dit voorwoord schrijf bij de "Inventaris van de archieven der Rijksveeartsenijschool 1820-1918 en Veeartsenijkundige Hogeschool 1918-1925". Er kan van oude brieven, verslagen en notulen immers, vooral wanneer ze zoals vroeger nog met de hand werden geschreven een bijzondere bekoring uitgaan. Toen ik dan ook kort na mijn komst bij de Faculteit der Diergeneeskunde, nu 5 jaar geleden, een groot stuk archief op de zolder van het poortgebouw aan de Biltstraat aantrof, wist ik dat ik geen rust zou hebben vóór al deze interessante zaken geordend zouden zijn. De totstandkoming van deze inventaris is dan ook zoals de heer F.H.C. Weijtens, hoofdarchivist aan het Rijksarchief te Utrecht, in zijn inleiding terecht schrijft een geschiedenis op zichzelf. Nader onderzoek op oude (en koude) zolders leidde tot steeds weer nieuwe vondsten van grote en kleine brokstukken archief. Waren het aanvankelijk slechts gevoelens van vreugde die ons bij de vondsten vervulden, later werden deze wel eens, althans bij de heer Weijtens die gedwongen werd voortdurend zijn nummering etc. te herzien, vermengd met gevoelens van wanhoop. Het was dan ook niet zonder enig leedvermaak dat ik op een vrijdagmiddag weer met een brokje archief bij de heer Weijtens kwam, mij die dag door een hoogleraar overhandigd met de woorden "dan heeft die man ook weer een goed weekend". Het resultaat van dit verzamelwerk ligt nu voor ons: de inventaris van 45 meter geordend en beschreven archief, een kostelijke en kostbare bron van informatie voor allen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van het veeartsenijkundig onderwijs in Nederland.
Het is een gemeenplaats te zeggen dat een woord van dank hier op zijn plaats is. Toch is het onvermijdelijk. Dank aan Dr. M.P. van Buijtenen, Rijksarchivaris in Utrecht, die het mogelijk maakte dat dit werk tot stand kwam. Dank vooral ook aan de heer Weijtens die zich met zoveel enthousiasme aan dit werk gewijd heeft, na zich vertrouwd gemaakt te hebben met een, misschien zelfs voor een archivist, zo onbekende materie als de diergeneeskunde. Niet slechts de inventaris, maar vooral ook de voortreffelijke inleiding zijn hier een gevolg van. Deze geeft onder meer op heldere wijze een beknopte geschiedenis van het veeartsenijkundig onderwijs in ons land. Het is thans, op het moment dat de eerste nieuwe klinieken op het Uithofterrein gebouwd worden, interessant te lezen hoe in 1819 ten behoeve van het stichten van een veeartsenijschool de buitenplaats Gildestein voor fl.30.000,-aangekocht werd, "met genoegzame grond en weiland 200 roeden buiten de poort", of om onder nr. 886 als archiefstuk vermeld te zien: "De klachten over het geblaf van honden". Dit was in 1919. In 1966 is er opnieuw correspondentie over het hinderlijke geblaf van honden! Het is te hopen dat deze met zoveel zorg tot stand gebrachte uitgave nu ook dierenartsen, medici en historici, studenten zowel als afgestudeerden zal stimuleren tot onderzoek van bepaalde deelgebieden. Mogelijk zal voor de periode vóór 1830 ook in België belangstelling bestaan. Omdat nog wel eens de verkeerde mening bestaat dat een archief niet meer is dan een bewaarplaats, zij er hier op gewezen dat de stukken voor studiedoeleinden dagelijks te raadplegen zijn op het Rijksarchief te Utrecht. In 1971 zal het veeartsenijkundig onderwijs in ons land 150 jaar bestaan. Moge deze uitgave ertoe leiden dat er dan een aantal publicaties verschijnt om aan de herdenking van dit 150-jarig bestaan luister bij te zetten. Mr. O.E.A.D. van der Wilk, Directeur Faculteit Diergeneeskunde.
De Rijksveeartsenijschool 1820-1918
De Veeartsenijkundige Hogeschool 1918-1925
De rijksinrichting tot voortplanting van oorspronkelijke koepokstof "Parc Vaccinogene" 1873-1915
Overname en inventarisatie der archieven
Addendum
Bijlagen
1. Lijsten van functionarissen
2. Concordantie
N.B. Concordantie op Plaatsingslijst van de aanvulling op de archieven van de Rijksveeartsenijschool en Veeartsenijkundige Hogeschool 1826-1925 door W.B. Heins uit 1996
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1798-1925
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van de Rijksveeartsenijschool en Veeartsenijkundige Hogeschool te Utrecht 1798-1925 (1943)
Auteur:
F.H.C. Weijtens, aangevuld door W.B. Heins en T.L.H. van de Sande
Datering toegang:
1966
Datering bewerking:
1996, 2001, 2023
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
61,6 m