Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
De schoutambten van Doorn, Leersum, Cothen, Overlangbroek en Nederlangbroek komen in de rekeningen van de socius vanaf het einde van de 15e eeuw voor, dat van Amerongen voor de helft vanaf 1499, dat van Oostveen vanaf 1520. Volgens het contract van 1580 behoorden de schoutambten tot de prebende van de domproost, zodat ze in de rekeningen van de Proosdijkamer ca. 1600 nog pro memorie, later niet meer voorkomen. Het halve schoutambt van Amerongen werd in erfpacht uitgegeven, onder andere blijkens de rekening van de domproostenprebende over 1617. In 1631 ging de erfpacht over op prins Frederik Hendrik (zie het leenregister en de resoluties van het kapittel van mei), maar het ontbreken van de rekeningen van de prebende maakt het moeilijk om na te gaan of de erfpacht in stand is gebleven.