Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Burgerlijke stand gemeente Utrecht en van de voormalige geme...

711 Burgerlijke stand gemeente Utrecht en van de voormalige gemeente Zuilen: retroacta doop- trouw- en begraafregisters

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Algemeen
711 Burgerlijke stand gemeente Utrecht en van de voormalige gemeente Zuilen: retroacta doop- trouw- en begraafregisters
Inleiding
Algemeen
Vóór de invoering van de burgerlijke stand in 1811 werden de gegevens van doop, huwelijk en overlijden geregistreerd door de kerkelijke "bedienaren".
Ten tijde van de Republiek der Verenigde Nederlanden (1581-1795) was de Nederduits-gereformeerde gemeente de geprivilegieerde kerk. De Waals-gereformeerde gemeente en de Engels-gereformeerde gemeente werden hieraan gelijkgesteld, maar de overige kerkgenootschappen werden slechts "gedoogd". In Utrecht waren dat de Remonstrants-gereformeerde gemeente, de Evangelisch-Lutherse gemeente, de Doopsgezinde gemeente, de Oud-Rooms-Katholieke staties (ofwel de Oud Bisschoppelijke Clerezij), de Rooms-Katholieke staties en de Nederlands-Israëlitische gemeente.
De Nederduits-gereformeerde gemeente kerkte in de Domkerk, de Janskerk, de Mariakerk (tot 1656), de Buurkerk, de Jacobikerk, de Nicolaïkerk, de Geertekerk en de Catharijnekerk en in een drietal gasthuizen: het Barbara-gasthuis, het H. Kruisgasthuis en het Anthoniegasthuis.
De Waalse gemeente (in Utrecht gesticht in 1583) maakte tot 1604 gebruik van het Regulierenkerkje (Weeskerkje) aan de Oudegracht, van 1604 tot 1656 van de Janskerk en vervolgens-tot de dag van vandaag-van de Pieterskerk.
De Engelse gemeente kerkte vóór 1621 in de Pieterskerk, tussen 1621 en 1625 in de Catharijnekerk, van 1625 tot 1656 weer in de Pieterskerk en na 1656 in de Mariakerk. Bij besluit van de minister van binnenlandse zaken van 16 november 1807 werd "de predikantenplaats bij de Engelse gemeente te Utrecht verklaard voor gemortificeerd (= opgeheven)".
De Remonstrants-gereformeerde gemeente was tot 1809 gevestigd in een schuilkerk aan de Lange Rietsteeg, daarna in het Compagniehuis, de vroegere kerk van het Hieronymusklooster aan de Kromme Nieuwegracht.
De Evangelisch-Lutherse gemeente had vanaf 1745 de beschikking over de tot kerk verbouwde kapel van het voormalige Abraham Doleklooster aan de Hamburgerstraat. Voordien bezat de gemeente een schuilkerk aan de Stroosteeg.
De Doopsgezinde gemeente was eerst gevestigd in de Jufferstraat en kerkte sedert 1773 in de voormalige brouwerij "De Witte Leeuw" aan de Oudegracht bij de Weesbrug.
De Nederlands-Israëlitische gemeente kreeg in 1792 toestemming om gebruik te maken van de voormalige Doopsgezinde kerk in de Jufferstraat.
In 1528 werd de elect-bisschop Hendrik van Beieren gedwongen afstand te doen van zijn wereldlijk gezag over de twee delen van zijn diocees, Oversticht en Nedersticht, ten behoeve van Karel V. Zijn kerkelijk gezag bleef wel gelden. In 1559 werd een nieuwe kerkelijke indeling ingevoerd, waarbij het aartsbisdom Utrecht ontstond. Vanwege de ook in Utrecht doorgedrongen protestantisering werd-na het overlijden van aartsbisschop Schenk van Toutenburg-geen nieuwe aartsbisschop meer door Rome benoemd. Allengs werden de kapittels, kloosters en andere geestelijke goederen geseculariseerd en onder het beheer gesteld van de wereldlijke overheid. Na 1580 was de situatie voor de katholieken uiterst onzeker. Men dacht dat de bisschoppelijke hiërarchie wel weer zou worden hersteld, maar dat zou pas in 1853 gebeuren. De voormalige kerkprovincie Utrecht werd vanuit Rome bestuurd, als ware het een missiegebied. De aanhangers van de continuïteitsgedachte van de bisschoppelijke hiërarchie (in de persoon van de apostolisch vicaris, die fungeerde in de plaats van de aartsbisschop van Utrecht) raakten in conflict met het Romeinse standpunt. Deze verschillende standpunten zouden in 1723 leiden tot het Schisma van Utrecht, toen in dat jaar Cornelis Steenoven door het "Vicariaat" (een lichaam dat de plaats innam van het bisschoppelijk kapittel) werd gekozen tot aartsbisschop. Door Rome is deze hiërarchie-de Oud Bisschoppelijke Clerezij -nooit erkend. Na het eerste Vaticaans Concilie van 1870 trad de OBC in contact met andere dissidente katholieke groeperingen in het buitenland en dat leidde in 1889 tot het ontstaan van het verband van Oud-Katholieke kerken, de zgn. Unie van Utrecht.
Door de scheiding van 1723 zijn de doop-, trouw- en begraafregisters onderverdeeld in "Rooms-Katholieke staties" en "Rooms-Katholieke staties, vanaf 1723 Oud Bisschoppelijke Clerezij". In de oude inventarissen van de D.T.B.-registers wordt gesproken over "Rooms-Katholieke kerken" en "Oud-Rooms-Katholieke kerken".
De D.T.B.-registers
Archief
Inventaris
Literatuur, gebruikt bij het samenstellen van inleiding en inventaris
Inventaris
Bijlagen
Plattegrond van Utrecht, waarop de in de inventaris vermelde kerken staan aangegeven
Lijst van D.T.B.-registers die eigendom zijn van de gemeente Utrecht
Lijst van D.T.B.-registers, waarin de gegevens van doop, huwelijk en overlijden/begraven door elkaar heen zijn opgenomen

Kenmerken

Datering:
1583-1811
Toegangstitel:
Inventaris van de verzameling doop- trouw- en begraafregisters van de gemeente Utrecht 1583-1811 (1860) en van de voormalige gemeente Zuilen 1652-1811 (1843)
Auteur:
G.J. Röhner
Datering toegang:
1990
Datering bewerking:
2003
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
8,71 m