Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Verenigde gods- en gasthuizen te Utrecht

724 Verenigde gods- en gasthuizen te Utrecht

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Ontstaan van de Verenigde Gods- en Gasthuizen
Bestuur
Vrijwoningen, preuven
Algemeen Gasthuis (Bartholomeïgasthuis)
724 Verenigde gods- en gasthuizen te Utrecht
Inleiding
Algemeen Gasthuis (Bartholomeïgasthuis)
In 1367 stichtte een burger, wiens naam niet bekend is, onder de wal bij de Smeetoren het kleine St.Apolloniagasthuis. Elf jaar daarna nam heer Willem van Abcoude en Duurstede het gesticht onder zijn bescherming; hij veranderde de naam in St.Bartholomeusgasthuis (later: Bartholomeïgasthuis). Vlak voor zijn dood richtte hij een broederschap op, die het gasthuis moest beheren. In het begin van de 16e eeuw, toen het gesticht door schenkingen rijker was geworden, werd het tegenwoordige gebouw opgericht. De regentenzaal, bekend om haar mooie gobelins, werd in 1644 gebouwd.
Toen het Bartholomeïgasthuis in 1817 was aangewezen als Algemeen Gasthuis, moest het worden verbouwd om ruimte te kunnen bieden aan de bewoners uit alle andere gasthuizen. Op halve hoogte van de oude, gewelfde zaal werd een zoldering gelegd, zodat een grote bovenzaal ontstond. Deze bovenzaal werd door een schot in tweeën gedeeld en bestemd tot slaapruimte. De benedenzaal werd ingericht als eetruimte. Voor de proveniers uit de verschillende gasthuizen werd een afzonderlijk Proveniershuis ingericht aan de Jufferstraat (later: Springweg). Het huis grensde aan de tuin van het Bartholomeïgasthuis en was overgenomen van het Leeuwenberg-gasthuis. De regenten besloten geen nieuwe proveniers aan te nemen; in 1829 werd het huis geliquideerd.
Omdat het Algemeen Gasthuis was gevestigd in het gebouw van het Bartholomeïgasthuis, ontstonden vaak misverstanden over de naam van het tehuis. De term "Algemeen Gasthuis" werd weinig gebruikt; het gasthuis stond algemeen bekend als Bartholomeïgasthuis of kortweg "Bartholomeetje". Zelfs de rentmeesters wisten niet goed, hoe de vork in de steel zat. Nog tot 1893 werden geen afzonderlijke rekeningen van het Algemeen Gasthuis bijgehouden, maar beschouwde men de rekeningen van het fonds van het Bartholomeïgasthuis als rekeningen van het Algemeen Gasthuis.
In 1819 werd de binnenmoeder van het Bartholomeïgasthuis geïnstalleerd als binnenmoeder van het Algemeen Gasthuis. Drie jaar later trouwde zij met een disgenoot. De regenten gaven toestemming voor het huwelijk onder voorwaarde dat de echtgenoot niet meer rechten kreeg dan de andere disgenoten. Wel mocht hij aan de tafel van de binnenmoeder eten en haar kamer "occupeeren"! Toen de binnenmoeder in 1827 overleed, werd een echtpaar aangesteld en sedertdien was het huishoudelijk beheer steeds in handen van een binnenmoeder en binnenvader, later directrice en directeur genoemd.
In 1865 waren de volgende personeelsleden in het gasthuis werkzaam: een binnenvader, een binnenmoeder, een geneesheer, een heelmeester, een godsdienstonderwijzer, een ziekenoppasser, een zwakkenmoeder, een huisknecht, twee werkmeiden, een keukenmeid en een linnenmeid *  .
Het Algemeen Gasthuis werd in 1819 betrokken door 25 disgenoten (18 vrouwen en 7 mannen). Daarna nam het aantal bewoners echter sterk toe en het gebouw moest herhaalde malen worden uitgebreid. Hier volgen nog enkele getallen *  :
1822: 25 vrouwen en 12 mannen
1840: 39 vrouwen en 19 mannen
1861: 50 vrouwen en 24 mannen
1870: 49 vrouwen en 33 mannen
Na 1870 bleef het aantal bewoners ongeveer gelijk. In 1974 had het Bartholomeïgasthuis 79 éénpersoonskamers en 1 tweepersoonskamer.
Volgens het reglement voor de begeving van disgenootsplaatsen, vrijwoningen en preuven van 1860 *  was het Bartholomeïgasthuis bestemd voor alleenstaanden die de leeftijd van 60 jaar hadden bereikt. Een bewoner die trouwde of zich na een scheiding met de partner verzoende, moest het huis verlaten. Het tehuis was toegankelijk voor personen van alle gezindten. De disgenootsplaatsen werden bij toerbeurt begeven door de leden van het regentencollege. In het reglement van 1903 *  worden voor het eerst wacht- of kandidatenlijsten genoemd, waaruit de regenten bij vacatures een keuze konden maken. Kandidaten die 10 jaar of langer in Utrecht hadden gewoond, genoten de voorkeur. Een van de eisen voor de kandidaten was, dat het minimuminkomen per jaar voor mannen fl. 60.= en voor vrouwen fl. 50.= bedroeg.
In 1914 besloot men naast de gratis verzorgde personen, voor zover de ruimte het toeliet, ook bejaarden aan te nemen die fl. 5.= kostgeld per week betaalden. Deze maatregel, vergelijkbaar met het aannemen van proveniers in de oude gasthuizen, was noodzakelijk wegens geldgebrek. Vanaf 1920 werden alleen nog betalende disgenoten aangenomen.
Het Bartholomeetje stond in de stad goed bekend. Het was niet een armenhuis, zoals bijvoorbeeld het Hervormde tehuis "Oudaen" of het gemeentelijke tehuis "De Doelen", maar had meer het karakter van een pension. Al in 1827 bouwde men in de slaapzalen lange rijen "cellen" voor de disgenoten, iets wat in die tijd een luxe was. ledere disgenoot kreeg een eigen "cel", waarin een bedstede en een kastje geplaatst konden worden.
De toestand was natuurlijk nog niet ideaal (houten vloeren, dunne wanden, te kleine bedsteden enz.), maar de kleine kamertjes boden de inwoners meer privacy dan de vroegere slaapzalen! Overdag verbleven de bewoners in de zitkamers van het tehuis: de vrouwen in de "vrouwenzaal", de mannen in de "mannenzaal". Uit het reglement voor de disgenoten dat in 1819 werd opgesteld *  , is nog de oude gasthuismentaliteit te herkennen: gehoorzaamheid, huiswerk, geen sterke drank enz.; men ging echter met de tijd mee en geleidelijk kregen de bewoners meer rechten.
Toen het Algemeen Ziekenhuis werd losgekoppeld van de Verenigde Gods- en Gasthuizen, werd bij K.B. van 19 december 1925 *  het K.B. van 1817 gewijzigd. Er werd bepaald dat de afzonderlijke rekeningen van de zeven gasthuisfondsen door samensmelting zouden worden opgeheven. De fondsen van St.Catharijne en Agnes van Leeuwenberg, het fonds de Armen-noodhulp en de fundatie Dirck van Zuylen zouden wel afzonderlijk blijven bestaan. Men besloot de fondsen van St.Catharijne en Agnes van Leeuwenberg, waaruit voorheen het ziekenhuis was bekostigd, te bestemmen voor de inrichting en financiering van een verpleeghuis voor bejaarden. Het verpleeghuis werd gevestigd in het gebouw van het Bartholomeïgasthuis en kon in 1927 worden geopend. Het kreeg de naam Agnes- en St.Catharijnegasthuis.
Al is het Bartholomeïgasthuis in de jaren 1956-1958 geheel gerestaureerd en gemoderniseerd, het draagt nog steeds dezelfde naam en wordt ook nog steeds bestuurd door een "College van regenten der Verenigde Gods- en Gasthuizen"!
Algemeen Ziekenhuis
Archief en inventarisatie
Addendum
Literatuur

Kenmerken

Datering:
1817-1925
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de verenigde gods- en gasthuizen te Utrecht 1817-1925
Auteur:
J.N. van der Meulen
Datering toegang:
1977
Notabene:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij dit archief niet in ons eigen depot. U kunt dit archief inzien door het aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
40,63 m oude verpakking
Bijzonderheden:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij dit archief niet in ons eigen depot. U kunt dit archief inzien door het aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen
Categorie: