Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Provinciaal bestuur 1813-1920

79 Provinciaal bestuur 1813-1920

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Woord vooraf
Franse periode
Grondgebied van de provincie Utrecht
Organisatie
Provinciale staten
79 Provinciaal bestuur 1813-1920
Inleiding
Provinciale staten
Artikel 73 van de grondwet van 1814 bepaalde dat er staten van de provinciën of landschappen zouden zijn. De staten waren - krachtens artikel 129 van de grondwet van 1815 - samengesteld uit leden gekozen door de volgende drie standen: de edelen of ridderschappen, de steden en de landelijke stand. De vertegenwoordiging van het platteland door de landeigenaren was een nieuw element. Het getal der leden en de verdeling daarvan over de drie standen moesten nader worden geregeld door de koning. De beide onderwerpen zijn in bij koninklijk besluit vastgestelde reglementen geregeld, eerst in 1817 en daarna opnieuw in 1825. In deze reglementen werd het aantal leden gesteld op 36, waarvan er 12 door de ridderschap, 12 door de steden en 12 door de landelijke stand zouden gekozen worden. Een derde gedeelte van de staten werd direct door de ridderschap gekozen. De afgevaardigden van de steden werden gekozen door de stedelijke raden. In de provinciale reglementen werd bepaald hoeveel statenleden elke stad mocht aanwijzen. In de provincie Utrecht vaardigde de stad Utrecht zes leden af, Amersfoort twee en Rhenen, Wijk bij Duurstede, Montfoort en IJsselstein elk een. Voor de keuze van de landelijke stand werd de provincie opgedeeld in zes districten, die elk twee statenleden benoemden. De afgevaardigden werden gekozen door kieskolleges, die op hun beurt werden aangewezen door stemgerechtigden. Deze samenstelling bleef gehandhaafd tot 1850, toen de provinciewet de standenvertegenwoordiging verving door een systeem van directe verkiezingen.
De grondwet van 1814 gaf aan de staten 'de beschikking en beslissing van alles wat tot de gewone inwendige policie en oeconomie behoort'. De provinciewet van 1850 spreekt in artikel 130 van de 'regeling en het bestuur van het provinciale huishouden'. Bij bestuur moeten we denken aan het aangaan van geldleningen ten laste van de provincie; bezoldiging van provinciale ambtenaren; koop, ruil of vervreemding van provinciale eigendommen; aanleg van en verbetering van provinciale wegen, gebouwen en werken; het voeren van rechtsgedingen. Bij regeling aan het vaststellen van verordeningen. Verder hadden de staten het toezicht op de waterstaat en op de waterschappen, waarvan zij oprichting, reglementering en opheffing bepaalden. Daarnaast waren de staten belast met de uitvoering van wetten en algemene maatregelen van bestuur. Tenslotte zijn de provinciale staten kieskollege voor de leden van de eerste kamer.
De provinciale staten komen ten minste tweemaal bijeen. Hun feitelijke invloed op de gang van zaken in de provincie was onder de werking van de in 1962 ingetrokken Provinciale Wet, vooral tengevolge van het geringe aantal bijeenkomsten, hoofdzakelijk van algemene aard. In de zittingen werden de grote lijnen van het provinciale beleid behandeld. Aan een tamelijk nauwgezette controle op het dagelijks beleid, zoals de tweede kamer die voor het rijk en de gemeenteraden die voor de gemeente uitoefenen, kwamen de provinciale staten echter niet toe.
Gedeputeerde staten
Commissaris des konings
Griffie
Bureau voor de statistiek
Provinciale waterstaat
De inrichting van het archief
Verantwoording van de inventarisatie
Bijlagen
Bijlagen
1. Enkele belangrijke wetten, koninklijke besluiten en andere besluiten
2. Lijst van gouverneurs, griffiers en leden van Gedeputeerde en Provinciale Staten
3. Toegang op de serie notulen met bijlagen van Gedeputeerde Staten
4. Toegang op de serie verbalen van de Gouverneur/Commissaris betreffende algemene zaken
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1813-1920
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het provinciaal bestuur 1813-1920
Auteur:
A. Beets en W.B. Heins
Datering toegang:
1991
Datering bewerking:
2012
Notabene:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij inv.nrs. 434-471, 1336-2159 en 7171-8365 van dit archief niet in ons eigen depot. U kunt deze stukken inzien door ze aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
919,05 m
Bijzonderheden:
Vanwege ruimtegebrek bewaren wij inv.nrs. 434-471, 1336-2159 en 7171-8365 van dit archief niet in ons eigen depot. U kunt deze stukken inzien door ze aan te vragen via ons aanvraagformulier: https://hetutrechtsarchief.nl/aanvragen
Rubrieken:
Thema trefwoorden: