Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Verzamelingen betreffende spoorwegen

971 Verzamelingen betreffende spoorwegen

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De collectie betreffende spoorwegen bevat verzamelingen op het gebied van spoorwegen, verzameld door één of meer personen. Daarnaast worden er in een apart hoofdstuk losse aanwinsten opgenomen. In de collectie worden in principe alleen verzamelingen opgenomen die de spoorwegen in Nederland betreffen. Een uitzondering hierop is de Collectie De Pater, die materiaal bevat over spoor- en tramwegen in binnen- en buitenland.
Verzamelingen die door Het Utrechts Archief als geheel worden opgenomen in deze inventaris blijven daarbinnen bij elkaar.
De verzameling kan uitgebreid worden met nieuwe aanwinsten.
Op dit moment bevat de inventaris de volgende collecties:
Collectie De Pater, 1839-2000
Verzameling van de Stichting Spoor- en Tramwegverzamelingen, 1862-1969
Verzameling documentatie stationsgebouwen en bruggen, ca. 1980-1991
Losse aanwinsten, 1880-1959
Alle in deze inventaris beschreven stukken zijn openbaar. De uiteindelijke omvang van de verzamelingen is 33 m.
Iedere collectie heeft in deze inventaris een eigen toelichting. Hierin vindt u bijzonderheden over de collectie.
Utrecht, 2012
M.W.J. Rommers
Inventaris
4. Losse aanwinsten, 1859-2016
1675-1678 Serie dia’s (1489), in kleur, gemaakt in het kader van een inventarisatie door de werkgroep Spoorwegmonumenten van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond (KNOB) van historische bouwwerken met betrekking tot spoorwegen in Nederland, 1981-1985
971 Verzamelingen betreffende spoorwegen
Inventaris
4. Losse aanwinsten, 1859-2016
1675-1678
Serie dia’s (1489), in kleur, gemaakt in het kader van een inventarisatie door de werkgroep Spoorwegmonumenten van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond (KNOB) van historische bouwwerken met betrekking tot spoorwegen in Nederland, 1981-1985
Datering:
1981-1985
Omvang:
4 dozen
N.B. De aanleiding van de instelling van de werkgroep in 1981 was de door diverse actiegroepen geconstateerde bedreiging en sloop van vele historische Nederlandse stationsgebouwen. Om op wetenschappelijke basis argumenten te kunnen leveren voor het halt toeroepen van de afbraak van dit soort karakteristieke gebouwen, besloot de KNOB een inventarisatie te laten maken van alle historische gebouwen en bouwwerken die voor en door de spoorwegen zijn gebouwd. Het kader werd dus breder getrokken dan alleen stationsgebouwen. Ook bouwwerken als seinhuizen, dienstwoningen, loodsen, bruggen, viaducten en locomotiefloodsen die gebouwd zijn vóór 1955 kwamen voor inventarisatie in aanmerking. Voor de inventarisatie werden enkele tientallen vrijwilligers geworven die als veldwerkers langs de spoorlijnen werden gestuurd om zoveel mogelijk bouwwerken op dia vast te leggen en de gegevens van deze objecten op inventarisatieformulieren te noteren. Een en ander leidde in 1985 tot een serie van ongeveer 5000 dia’s met bijbehorende inventarisatieformulieren, een studiedag over ‘spoorwegmonumenten’ en de publicatie van het eindrapport Spoorwegmonumenten in Nederland, samengesteld door twee leden van de werkgroep, te weten J.G.C. van de Meene en P. Nijhof (Bibliotheek Het Utrechts Archief, sign. De Pater F 62).
Wat er met de dia’s en de inventarisatieformulieren gebeurd is na de publicatie van het eindrapport, is niet duidelijk. Eind jaren negentig bleek dat de dia’s zich bij de Nederlandse Spoorwegen (NS) bevonden en was het plan ze in het kader van het project Historische Archieven NS (HANS) over te dragen aan Het Utrechts Archief (zie Bronnen op het spoor, 2000, p. 99). Hier is echter sprake van 1500 dia’s en niet van het oorspronkelijke aantal van 5000. Over de inventarisatieformulieren wordt verder niets gemeld. De dia’s zijn echter ca. 2000 niet aan Het Utrechts Archief overgedragen en navraag bij diverse instanties als het Spoorwegmuseum, de KNOB en De Nederlandse Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwegwezen (NVBS) leverde niets op. Totdat in het voorjaar van 2017 de 1500 dia’s zich toch bij de NVBS in Amersfoort bleken te bevinden, waar deze mogelijk in 2008 of al eerder waren binnengebracht, echter zonder verdere gegevens over de herkomst of toedracht.
De dia’s zijn in mei 2017 door de NVBS overgedragen aan Het Utrechts Archief. Bij inspectie bleek dat de serie van ca. 1500 dia’s grote hiaten vertoont en dat dus gevreesd moet worden voor het lot van de overige 3500 dia’s. Onduidelijk is ook met welk selectiecriterium de 1500 resterende dia’s apart gehouden zijn. Tijdens de inventarisatie bleek een aantal dia’s zich dubbel in de serie te bevinden. Deze dubbele dia’s zijn verwijderd, zodat het precieze aantal dia’s op 1489 kwam. De dia’s zijn gesorteerd volgens de lijnnummering die de NVBS heeft opgesteld en die in het eindrapport ook gebruikt en toegelicht wordt. Deze nummering wijkt af van de bij NS gebruikelijke geocodering voor het spoorwegnetwerk.
Het NVBS-lijnnummer is bij elke afzonderlijke dia verwerkt in een codering die op het diaraampje is aangebracht. Deze codering ziet er bijvoorbeeld als volgt uit: 220:007 800.01.02. In deze code staat 220 voor het NVBS-lijnnummer (220 betreft Tilburg-Nijmegen), 007 800 staat voor respectievelijk de kilometrische ligging en de hectometrische ligging van het object langs de spoorlijn (in dit geval kilometer 7, hectometer 8), 01.02 staan respectievelijk voor het volgnummer van het object aan de lijn (voor het geval er zich bij hetzelfde kilometer-/hectometerpunt meerdere objecten bevinden) en voor het volgnummer van de dia’s indien er meerdere dia’s van het object gemaakt zijn. Alle dia’s zijn per lijncode gesorteerd en daarbij zoveel mogelijk op kilometrische volgorde gezet.
Aan de hand van onderstaande inventarisatie zijn de dia’s per baanvak relatief eenvoudig te herleiden. Voor de precieze lokatie is echter een overzicht van de kilometrering van de NS-baanvakken wel noodzakelijk, maar deze zijn onder meer te vinden op de basisbeheerkaarten van de NS en globaal ook op topografische kaarten.
Behalve de vele onverklaarbare hiaten moet ook vermeld worden dat de kwaliteit van de dia’s in veel gevallen te wensen over laat. Een groot deel van de dia’s is sterk onder- of overbelicht en niet altijd even scherp of met een kundig fotografisch oog gemaakt.
In de bij de beschrijvingen behorende specificaties is tussen haakjes het aantal dia’s vermeld.
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1839-2000
Toegangstitel:
Inventaris van de verzamelingen betreffende spoorwegen 1839-2000 (2016)
Auteur:
M.W.J. Rommers
Datering toegang:
2012
Datering bewerking:
2023
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Het archiefblok bevat archiefbescheiden met verschillende rechtstitels
Omvang:
32,65 m zuurvrije dozen