Doordat na het graven van het Merwedekanaal, dat in 1892 werd geopend, een deel van Westraven van Jutphaas was afgesneden werd dit gedeelte, een deel van Minuutplan sectie E 1e blad, de huidige Rivierenwijk, bij de wet van 20 maart 1896 bij Utrecht gevoegd. De kadastrale percelen werden overgebracht naar de kadastrale gemeente Catharijne. Jutphaas kreeg er ook een stukje bij, dat van Utrecht werd afgesneden door het kanaal. Het lag ten noorden van Westraven. Dit werd sectie E 5e blad. In 1953 vond er nogmaals een correctie op de kadastrale grenzen plaats naar aanleiding van een grootscheepse gemeentelijke herindeling waarbij Utrecht uitgebreid werd met delen van de omliggende gemeenten. Bij de wet van 8 oktober 1953 verloor Jutphaas West- en Hoograven, een deel van sectie E en kreeg een deel van de Gemeente Oudenrijn er bij, namelijk de polder Galekop, sectie G. Bij wet van 30 juni 1961 werd bij de samenvoeging van Houten, Schalkwijk en de gemeente Tull en 't Waal tot de nieuwe gemeente Houten ook het gebied tussen het Amsterdam-Rijnkanaal, de Heemsteedseweg en de Hoornwetering bij Jutphaas gevoegd. Het argument hiervoor was dat de bewoners toch al door de ligging van het Amsterdam-Rijnkanaal op Jutphaas georiënteerd waren.

Als gevolg van de uitbreiding van het verkeersplein Oudenrijn en de aanleg van de A 27 vonden er op grond van de wet van 15 mei 1968 en 8 november 1972 enkele grenscorrecties plaats ten zuiden van de A 12 waarbij Nieuwegein grondgebied afstond aan Utrecht. Het doel hiervan was om het hele verkeersknooppunt op Utrechts grondgebied te situeren in verband met politieoptreden en verkeersveiligheid. De kadastrale gemeente Vreeswijk bleef tot 1988 ongewijzigd. In dat jaar vond er op grond van de Herindelingwet Utrecht-West van 15 september 1988 een grenscorrectie plaats met de gemeente IJsselstein waarbij de gemeentegrens van Nieuwegein aan de westzijde van de A2 kwam te lopen. Als gevolg hiervan werd het gebied De Hoge Landen als sectie B 12e blad aan de kadastrale gemeente Vreeswijk toegevoegd.