U heeft hiervoor minimaal de achternaam nodig van de betrokkene en de plaats waar hij woonde. Verdere gegevens die het zoeken vergemakkelijken zijn: de tijd waarin de persoon leefde en zijn of haar voorletters en burgerlijke staat.
U begint uw onderzoek in alle gevallen in de bevolkingsregisters of persoonskaarten. Deze zijn in de inventaris uiteraard chronologisch gerangschikt en veelal voorzien van een index.
Voor de door u gezochte index vindt u een nummer.
Dit bestaat uit twee delen, een inventarisnummer met achter het streepje een fichenummer.
Dit dubbele nummer zoekt u vervolgens op in de ficheverzameling, uiteraard onder de voor u van belang zijnde gemeente. Heeft u de juiste naam gevonden, dan zoekt u met behulp van het gevonden deel en de pagina in de inventaris opnieuw het voor u relevante dubbele nummer.
De registers zonder index en de gezinskaarten zijn alfabetisch geordend. Hierin kunt u rechtstreeks zoeken.
Vindt u de gezochte persoon niet in de bevolkingsregisters, dan kan de betrokkene, als hij of zij niet gehuwd was, in de. registers voor alleenstaanden geregistreerd staan. Deze zijn achter de bevolkingsregisters in de inventaris opgenomen.
Levert ook deze registratie niets op dan is het mogelijk dat de betrokkene zo kort in de gemeente gewoond heeft dat hij of zij alleen in de registers van ingekomen en vertrokken personen is vermeld. Hierin zijn het vertrek en de binnenkomst van de inwoners chronologisch bijgehouden. Er werd per jaar een nummering gehanteerd die in de inventaris tussen haakjes achter het jaar vermeld staat.
Het vastbladige bevolkingsregister moest, zoals we al zagen regelmatig overgeschreven worden. Hierbij werden natuurlijk wel eens fouten gemaakt. Het verdient dan ook aanbeveling de gegevens uit het bevolkingsregister aan de hand van de akten te controleren. De gegevens van de burgerlijke stand hebben bewijskracht en zijn altijd betrouwbaarder dan die uit het bevolkingsregister.
Vroeger kende men geen regels voor het alfabetiseren. Veelal werd er alleen op de eerste letter van de naam gealfabetiseerd. De indexen op de registers vermelden lang niet altijd alle personen. Er zijn indexen op naam, op familienaam en op gezinshoofden.
Weduwen werden als gezinshoofd aangemerkt en werden veelal onder de naam van hun overleden man ingeschreven.
Bewoners van inrichtingen en tehuizen werden veelal in een aparte registratie opgenomen. Dit is bijvoorbeeld het geval met diegenen die werkzaam waren in het St. Franciscus gesticht te Jutphaas.
Deze inventaris bevat alleen de seriële bescheiden betreffende de bevolkingsregistratie. De overige niet verfilmde stukken treft u aan in de volledige inventarissen van het archief van de gemeente Jutphaas.