Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
De Staten van Utrecht hebben zich in 1586, in de periode van de protestantisering, ook de goederen van de S. Laurensabdij van Oostbroek te De Bilt toegeëigend, die al in 1580 was afgebroken. * . Tezelfdertijd trokken de Staten van Utrecht de rechtsmacht naar zich toe over het gerecht van de ambachtsheerlijkheid Oostbroek en De Bilt, die tevoren in handen was geweest van de abt van S. Laurens. Namens de Staten voerde een rentmeester het beheer over de uitgestrekte goederen van de voormalige abdij. Al vèr voor de totale liquidatie van de goederen en vóór de opheffing van het kantoor van de rentmeester in 1799, hebben de Staten van Utrecht in oudere tijden gedeelten van de goederen, bijvoorbeeld rond het midden van de zeventiende eeuw, verkocht. * . Deze en latere transacties hebben onder meer als gevolg gehad, dat uit verschillende van de verkochte landerijen in De Bilt tenslotte buitenplaatsen zijn ontstaan. * .
Het betreft het "redressement op de geestelijke goederen" Rijksarchief in Utrecht, Archief Staten van Utrecht nr. 356-2, 17 okt. 1586. H. Verloren van Themaat, Geschiedenis der vicariën in de provincie Utrecht en der geestelijke of gebeneficieerde goederen in het algemeen na de Reformatie (Utrecht 1880), 522-533.
In de periode 1640-1660 heeft bijvoorbeeld Willem van Steenberch al totaal 500 morgen verkocht. P.H. Damsté, Oostbroek en De Bilt c.s. Stichtse historische reeks 4, (Zutphen 1978), 30-31.
Zo ontstonden onder meer Sandwijck (Utrechtseweg 305), Vollenhoven (Utrechtseweg 59), Jagtlust (Gemeentehuis, Soestdijkseweg zuid 173), Houdringe (Holle Bilt 22), en Zijlwijk. Zie E.H. Dikland en J.A. van der Hoeve, Monumenteninventarisatie van de gemeente De Bilt (De Bilt/ Delft/Rotterdam 1983) op genoemde adressen.
De kern van het goederenbezit van de voormalige S. Laurensabdij namelijk het abdijterrein met de boerehofstede en landerijen ter grootte van ruim 51 morgen (later getaxeerd op 73 morgen, en grotendeels gelegen in De Bilt) hebben de Staten van Utrecht in 1674 verkocht en 1676 overgedragen aan een particulier. De koper was Peter Ruysch. * . Op het moment van de koop stond op het terrein van de voormalige abdij "het oude en vervallen huys van Oostbroeck". Dat huis zou, naar de traditie wil, al spoedig na de afbraak van de abdij, dus kort na 1580, zijn gesticht. Maar daarover is geen betrouwbare bron. De oudste vaststaande vermelding van het huis Oostbroek op het terrein van de voormalige abdij dateert van 1594. * .
Damsté, 31. Zie deze inv. nr. 2.
Rijksarchief in Utrecht, Archief Staten van Utrecht nr. 235-1, fol. 306ro., 6 maart 1594. "Syn gelesen die insinuatien aen Gijsbert Goessenz van Schayck gedaen nopende die evacuatie van 't goet van Oostbroeck ende huysinge daerop staende".
In de koop en overdracht in 1674, respectievelijk 1676 van het huis Oostbroek aan Peter Ruysch zat inbegrepen, dat hij als eigenaar, dus als 'heer van het huis Oostbroek' ook een klein aandeel verkreeg in de rechtsmacht van de Staten van Utrecht als heren van de ambachtsheerlijkheid Oostbroek en De Bilt. Het betrof de jaarlijkse aanstelling van twee schepenen door de eigenaar of "heer" van het huis Oostbroek. Dit recht heeft in 1793 Jacob van der Dussen, op dat moment de eigenaar van Oostbroek, verkocht aan Floris Petrus van Ewijck, de toenmalige heer van de ambachtsheerlijkheid Oostbroek en De Bilt, zodat het benoemingsrecht van twee schepenen toch nog tegen het einde van het ancien régime naar de ambachtsheerlijkheid was teruggekeerd.
Dit archief bevat alleen het archief van het huis. * . De eigenaren wisselden in de loop der tijden veelvuldig, zodat Oostbroek nauwelijks in handen is geweest van families, maar vooral van personen. De Stichting "Het Utrechts Landschap", de huidige eigenaresse, heeft in 1991 het archief in bewaring gegeven aan het Rijksarchief in Utrecht.
Voor het archief van de heerlijkheid Oostbroek en De Bilt c.a., 1681-1882, zie Rijksarchief in Utrecht, Inventarissen van kleine archievenvan heerlijkheden en huizen in de provincie Utrecht, pp. 227-232.