Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: George Charles Labouchere, kunsthistoricus

831-3 George Charles Labouchere, kunsthistoricus

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Dr. George Charles Labouchere, geboren 9 januari 1896 en overleden 8 januari 1971, studeerde kunstgeschiedenis te Utrecht en promoveerde in 1927 tot doctor in de Letteren en Wijsbegeerte op een proefschrift getiteld "Compositie en dispositie der Fransche kerktorens in de 11e en 12e eeuw". In 1928 werd hij privaat-docent, eerst aan de Technische Hogeschool te Delft en vanaf 1934 aan het Kunsthistorisch Instituut van de Rijksuniversiteit te Utrecht. In 1942 werd hij benoemd tot lector aan de Utrechtse Universiteit.
Labouchere ijverde voor een goede monumentenzorg en alles wat daarmee verband hield. In 1939 nam hij het initiatief tot de oprichting van de Vereeniging van Nederlandsche Kunsthistorici en hij organiseerde het eerste congres van deze vereniging.
Voor de oorlog schreef hij vooral over de Domkerk en de Domtoren te Utrecht, de opgravingen op het Domplein, de bouwgeschiedenis in Nederland vóór 1500 en de geschiedenis van de stad Utrecht. In 1930 verzocht het bestuur van de Vereniging Oud- Utrecht hem een geïllustreerde monumentenlijst van de stad Utrecht samen te stellen. De bedoeling was dat dit boekwerk bij het tienjarig bestaan van de vereniging Oud- Utrecht in 1933 zou verschijnen. Labouchere ging niet over één nacht ijs en traineerde de publikatie zodanig, dat het bestuur van de vereniging er tenslotte in 1951 van afzag. In 1956 verscheen in de reeks "De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst" een geïllustreerde beschrijving van de gemeente Utrecht van de hand van dr. E.J. Haslinghuis.
Labouchere heeft Utrecht in de jaren vijftig verlaten en zich in Zeeland gevestigd. Na de oorlog hield hij zich vooral bezig met onderzoek over de St. Walburgkerk in Groningen.
De papieren van Labouchere zijn in het bezit gekomen van Th. Haakma Wagenaar, die in 1971 het artikel "Enige hypothesen van Dr. G.C. Labouchere over het middeleeuwse Utrecht" schreef (Jaarboek Oud-Utrecht 1971). De kinderen van Haakma Wagenaar hebben de stukken na het overlijden van hun vader overgedragen aan de dochter van Labouchere, mevrouw drs. E. de Ranitz-Labouchere, die ze in november 1994 aan de Gemeentelijke Archiefdienst Utrecht ten geschenke heeft gegeven.
De beschrijvingen in deze inventaris zijn chronologisch gerangschikt.
De collectie heeft een omvang van 2 m1.
december 1994, A.B.R. du Croo de Vries
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1919-1969
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van George Charles Labouchere (1896-1971) 1919-1969
Auteur:
A.B.R. du Croo de Vries
Datering toegang:
1994
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Schenking (van een niet overheidsarchief)
Omvang:
2,22 m
Rubrieken: