Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Rijksbelastingen Utrecht, administratie der registratie en domeinen

532 Rijksbelastingen Utrecht, administratie der registratie en domeinen

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
In deze inventaris zijn de beschrijvingen opgenomen van enkele registers die behoren tot de archieven van de Directie der Registratie en Domeinen en daaronder ressorterende organen. Het gaat hierbij merendeels om de registers bestemd voor de registratietaak, de zogenaamde registers 'Registratie No 4'.
Bij de Kantoren der Registratie en Domeinen moesten allerlei soorten akten geregistreerd worden: notariële akten, onderhandse akten en akten van deurwaarders. Voor dit registratierecht moest betaald worden. De akten werden geregistreerd in verschillende soorten registers. Van de notariële akten en de onderhandse akten werd daarbij een korte samenvatting van de akte gemaakt. De registers werden bijgehouden krachtens de Registratiewet 1917.
Afhankelijk van het soort akte waren onder meer de volgende registers in gebruik: - Register 'Registratie No 3' (registratie van akten van notarissen) - Register 'Registratie No 4' (registratie van onderhandse akten etc., 'akten waarvan de boeking in geen der andere registers is voorgeschreven') - Register 'Registratie No 5' (registratie van akten van deurwaarders) - Register 'Registratie No 6' (registers bestemd 'om daarin op te nemen de beknopte inhoud van sommige in de registers nrs. 3 en 4 vermelde akten')
Al dit soort registers werden bijgehouden door de Kantoren der Registratie en Domeinen, zoals de oorspronkelijke benaming luidde. Vanaf 1951 gingen deze kantoren onder de benaming 'Inspectie der Registratie en Successie' verder door het leven.
Ook de benaming van de organen waaronder de kantoren/inspecties ressorteerden wijzigde voortdurend. Op basis van de titelpagina's van de registers kon worden vastgesteld dat de kantoren/inspecties aanvankelijk onder het 'Bestuur der Registratie' vielen, vanaf ca. 1938 onder het Departement van Financiën, Dienst der Belastingen, Administratie der Registratie en Domeinen', vanaf ca. 1951 onder de 'Dienst der Belastingen, Administratie van Registratie' en vanaf ca. 1955 onder de 'Administratie van 's Rijks Belastingen'.
Registratierechten zijn belastingen op rechtshandelingen, met name op de overdracht van onroerende zakelijke rechte. Na regelingen die sinds de Franse tijd golden is in 1917 de Registratiewet tot stand gekomen. De wet regelde de registratiebelasting, te weten: - De rechten op overdracht van onroerende zaken binnen Nederland; - de rechten op geplaatst kapitaal van NV’s.; - de rechten op openbare verkopingen; - de vaste rechten voor registratie van overige akten en stukken.
In 1970 kwam de Registratiewet 1970 tot stand. Deze wet verving de Registratiewet 1917 en Zegelwet 1917.
De registers bevatten registraties van allerhande onderhandse akten: volmachten, akten van verkoop, machtigingen en overeenkomsten, zoals bijvoorbeeld die tussen de NV Philips te Baarn en de Philharmonia Hungaria te Baden bij Wenen over het maken van grammofoonplaten (30 oktober 1957).
In de grotere kantoren (Utrecht en Amersfoort) beslaan in de latere jaren meerdere registers eenzelfde periode. Mogelijk had dit te maken met meer dan één “loket” waar de akten konden worden geregistreerd.
Zoals bij andere rijksarchieven in den lande zullen de registers aan het einde van de jaren ’80 door het Rijksarchief Utrecht zijn ontvangen van het Centraal Archief Rijksbelastingdienst te Apeldoorn. Een registratie hiervan is echter helaas niet terug te vinden. Volgens de oorspronkelijke plaatsingslijst zouden behalve de registers nr. 4 (registratie onderhandse akten) ook de registers nr. 3 (registers tot boeking van akten van notarissen, oorspronkelijke inv.nrs. 1-309) en de registers met alfabetische indices op overledenen en schenkers (inv.nrs. 612-721) aanwezig moeten zijn. Dit blijkt echter niet het geval te zijn. Wellicht heeft dit te maken met het feit dat het Ministerie van Financiën de rijksarchivarissen in 1988 een algemene machtiging tot vernietiging van de Registers 'Registratie No 3' had gegeven, zodat deze registers toentertijd zijn vernietigd.
Het is overigens nog onduidelijk of de registers nr. 4 voor permanente bewaring in aanmerking komen. De gegevens over de geregistreerde akten worden tenminste 40 jaar bewaard (zie de brochure Registratie van onderhandse akten, uitgave van de Belastingdienst, [2005]).
De omvang van de archieven beslaat 8 meter. De archieven zijn geheel openbaar.
Utrecht, 2006
G.J. Röhner
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1828-1966
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de Dienst der Belastingen administratie registratie en domeinen te Utrecht 1828-1966
Auteur:
M.J.G.A. Barthels en R. Lorist, bewerkt door G.J. Röhner
Datering toegang:
z.j.
Datering bewerking:
2006, 2012
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
8 m
Archiefvormer(s):
Gevonden archiefstukken
Uw zoekterm komt voor in de titel en/of de kenmerken van deze archieftoegang.