Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Vrouwenklooster van Benedictinessen te De Bilt

1005-4 Vrouwenklooster van Benedictinessen te De Bilt

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Algemeen
De Adellijke vrouwenkloosters vóór de Reformatie
De Adellijke vrouwenkloosters als ridderschapsconventen
Opheffing
1005-4 Vrouwenklooster van Benedictinessen te De Bilt
Inleiding
Opheffing
Bij de Bataafse revolutie in 1795 hief het Comité revolutionair van het Utrechtse volk al op 28 januari van dat jaar het eerste en tweede lid van de Staten (Geëligeerden en ridderschap) op. Daarmee waren de Staten van Utrecht opgeheven. De dag daarop werd in een vergadering in de voormalige Statenkamer besloten het ridderschapskantoor te verzegelen. Aan de rentmeesters van de vijf conventen werd aangezegd geen betalingen meer te verrichten *  . Alleen in 1795 werden de prebenden nog uitbetaald. Toen was het afgelopen *  . Daarna nam het Comité van Algemeen Welzijn namens het Provinciaal Bestuur van Utrecht het bestuur van de conventsgoederen op zich. Dit eiste van de rentmeesters een gespecificeerde goederenlijst.
In de periode van 27 juli 1797 tot en met 19 september 1798 werden vele landerijen door het Provinciaal Bestuur van Utrecht publiekelijk geveild *  . De bezitters van pacht-, rente-, en huurovereenkomsten moesten deze afkopen. De administratie hiervan en van de overgebleven goederen werd gevoerd door de rentmeester-generaal van de Domeinen. In 1798 besloot het Administratief Bestuur van het voormalige gewest Utrecht tot verkoop van de nog resterende goederen. In 1799 is het Utrechtse Domeinkantoor een afdeling van het Algemene Lands Domeinenkantoor van de Bataafse Republiek geworden *  . Daarmee waren de zogeheten jufferenconventen definitief opgeheven.
De Archieven
Overlevering en bewerking
Bijlagen
1. Specificaties
2. Priorinnen, abdissen, vrouwen en prelatuurschappen van Vrouwenklooster
3. Rentmeesters (thesauriers) van Vrouwenklooster
4. Concordanties
5. Transcripties
Erfgoedstuk
6. Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1219-1797
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het vrouwenklooster van Benedictinessen te De Bilt 1219-1797
Auteur:
C.A. van Kalveen
Datering toegang:
2002
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Rechtstitels voor 1962, passen niet direct in de Archiefwet van 1962 of 1995
Omvang:
7,2 m