Van Leeuwen huurde in 1828 een grote tuin op de hoek van de Wittevrouwensingel en de Nachte-gaalsteeg (nu Nachtegaalstraat) en maakte deze onder de naam Tivoli geschikt voor concerten, partijen en andere publieke vermakelijkheden. In 1842 werd de tuin verkocht aan prof. Th.G. van Lidth de Jeude, die al eigenaar was van een groot terrein grenzend aan Tivoli. Van de plannen van Van Lidth de Jeude om van Tivoli een dierentuin te maken, kwam niets terecht. Het gehele complex werd in 1855 verhuurd aan J. Wolters, die er één groot ontspanningspark van maakte. In 1870 werden de gebouwen en het park verkocht aan de zwem- en schermmeester A.J. Abspoel, die Tivoli al vanaf 1862 had geëxploiteerd. De nieuwe eigenaar liet er in 1870-1871 een grote nieuwe concertzaal bouwen. In 1880 werd de Maatschappij tot exploitatie van het park Tivoli de nieuwe eigenaar. Toen de exploitatie steeds meer problemen gaf, werd het park in 1929 verkocht. Van de opbrengst werd de concertzaal in 1931-1932 verbouwd.