Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over ...

1007-2 Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van de organisatie
Geschiedenis van de archieven en verantwoording van de inventarisatie
Gedrukte bronnen en algemene literatuur
N.B. Alleen betreffende de rol van het gemeentebestuur.
Bijlagen
Inventaris
1. Stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers, (1500) 1813-1910 (1971)
1.13. Onderwijs en cultuur
1.13.2. Cultuur
1007-2 Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers
Inventaris
1. Stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers, (1500) 1813-1910 (1971)
1.13. Onderwijs en cultuur
1.13.2.
Cultuur
In 1796 richtte C. Koppendrayer op het Vredenburg een vaste schouwburg op, de eerste in Utrecht. Koning Lodewijk Napoleon, een enthousiast theaterbezoeker, gaf deze het predikaat koninklijk. Het houten gebouw werd in 1808 door brand verwoest. Tot 1815 deed de Stadsmuziekzaal-het verbouwde koor van de Mariakerk-dienst als schouwburg. Toen opende C. van Leeuwen met toestemming van het gemeentebestuur weer een schouwburg op het Vredenburg. In 1821 werd deze vervangen door een nieuw gebouw. Na zijn dood in 1841 was de schouwburg respectievelijk eigendom van W.H. de Heus, J.E. de Vries (1851), de Utrechtse Schouwburgmaatschappij (1880) en de gemeente (1915). In 1941 werd de huidige Stadsschouwburg op het Lucasbolwerk geopend.
Van Leeuwen huurde in 1828 een grote tuin op de hoek van de Wittevrouwensingel en de Nachte-gaalsteeg (nu Nachtegaalstraat) en maakte deze onder de naam Tivoli geschikt voor concerten, partijen en andere publieke vermakelijkheden. In 1842 werd de tuin verkocht aan prof. Th.G. van Lidth de Jeude, die al eigenaar was van een groot terrein grenzend aan Tivoli. Van de plannen van Van Lidth de Jeude om van Tivoli een dierentuin te maken, kwam niets terecht. Het gehele complex werd in 1855 verhuurd aan J. Wolters, die er één groot ontspanningspark van maakte. In 1870 werden de gebouwen en het park verkocht aan de zwem- en schermmeester A.J. Abspoel, die Tivoli al vanaf 1862 had geëxploiteerd. De nieuwe eigenaar liet er in 1870-1871 een grote nieuwe concertzaal bouwen. In 1880 werd de Maatschappij tot exploitatie van het park Tivoli de nieuwe eigenaar. Toen de exploitatie steeds meer problemen gaf, werd het park in 1929 verkocht. Van de opbrengst werd de concertzaal in 1931-1932 verbouwd.
Het in 1795 opgerichte muziekkorps van de schutterij werd in 1828 wegens lan-delijke bezuinigingen op-geheven en vervangen door een burgerharmoniekorps met dezelfde muzikanten. In 1844 werd dit korps vervangen door het Muziekkorps van de dienstdoende schutterij, waaraan vanaf 1847 een symfonische afdeling verbonden was. Deze symfonische afdeling werd vanaf 1871 de vaste bespeler van de concertzaal Tivoli. In 1895 werd het Utrechts Stedelijk - later Symfonie - Orkest (USO) opgericht. Behalve de in 1907 opgeheven schutterij leverde ook het in 1631 opgerichte en in 1920 opgeheven Collegium Musicum Ul-trajectinum (CMU) orkestleden aan het USO.

Kenmerken

Datering:
1813-1910
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van het gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969. Deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers (1500) 1813-1910 (1971)
Auteur:
A. Pietersma
Datering toegang:
2005
Openbaarheid:
Bepaalde inv. nrs. - onder meer over de zuivering van ambtenaren na de Tweede Wereldoorlog - zijn alleen raadpleegbaar met toestemming van de gemeentearchivaris
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
1264,59 m
Thema trefwoorden: