Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Mark van de meent van de Leusderberg

1101-1 Mark van de meent van de Leusderberg

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Algemeen
De Meent van Leusderberg
Gebuurten van den Dijk
1101-1 Mark van de meent van de Leusderberg
Inleiding
Gebuurten van den Dijk
De mark de Gebuurten van den Dijk te Achterberg is ontstaan als gevolg van de herverdeling van de Rhenense meent in 1315. Deze meentgronden waren gelegen ten noorden en noordoosten van de stad Rhenen (op de grens van de gemeente Rhenen en de gemeente Veenendaal) en werden in dat jaar verdeeld onder alle eigengeërfden van de oude Rhenense mark. Daarbij werd een aanzienlijk gedeelte toegewezen aan de stad Rhenen, later aangeduid als de stadsmeent. Zes hoeven broekland en zes hoeven veenland grenzend aan deze stadsmeent werden gereserveerd voor de bisschop van Utrecht, die als heer van het goed Ter Horst aan de voet van de Grebbeberg tot de belangrijkste grondheren in de Rhenense mark behoorde.
Nog in datzelfde jaar schonk bisschop Gwijde van Avesnes de gebruiksrechten van deze twaalf hoeven, namelijk het recht om eigen vee te weiden en turf te steken voor eigen gebruik, aan de 'borchsaten van zijn kasteel Ter Horst, allen degeenen die in onsen camer woonen en den coters die buyten woonen', oftewel: 1. de leden van de vaste bezetting van het kasteel (niet te verwarren met de Rhenense borgmannen die tot de leenmannen van de bisschop behoorden), 2. de bewoners van de kamerwoningen van de bisschop bij het kasteel en aan de naastgelegen Dijk, en 3. de keuterboeren in de directe omgeving daarvan. De tweede groep blijkt reeds in 1329 een burengerecht te vormen, in latere bronnen aangeduid als het gerecht In de Dijk. Dit gerecht werd voorgezeten door de kastelein van Ter Horst, een ambtenaar van de bisschop. Na de verwoesting van het kasteel Ter Horst in 1528 hield het gerecht op te bestaan en kwamen de Dijkbewoners onder de jurisdictie van schout en schepen van de stad Rhenen.
Waar in de late Middeleeuwen steeds sprake was van drie verschillende groepen die gezamenlijk de gebruiksrechten van de genoemde twaalf hoeven beheerden, verdwenen deze verschillen na 1528. Nadien traden de Dijkers steeds als één gemeenschap naar voren met een collectief bezit. Voorts blijkt het aantal gerechtigden met betrekking tot dit bezit kort na 1528 te zijn gefixeerd. Het aandeel in de collectieve rechten was gekoppeld aan het bezit van een van de 28 Dijkershuizen. Van deze huizen waren er 22 gelegen aan de Dijk, de overige 6 aan de daarop aansluitende Cuneraweg.
De organisatie van de mark was volledig op gewoonterecht gebaseerd; in een reglement was niet voorzien. De gemeenschap van buren werd vertegenwoordigd door twee buurmeesters, die eens per jaar door de gezamenlijke buren werden gekozen. Dit gebeurde op de jaarlijkse vergadering op Vastenavond, waar ook de aftredende buurmeesters rekening en verantwoording aflegden. Vanaf ca. 1840 hadden deze vergaderingen plaats in Rhenen. In de jaren na 1940 werd uitgeweken naar het kantoor van de Coöperatie Landbouwbelang aan de Vogelenzangseweg, maar in 1953 keerde men terug naar hotel Het wapen van Rhenen. Voor het financieel beheer werden de buurmeesters bijgestaan door een bezoldigd administrateur, aanvankelijk aangeduid als cameraar. Deze administrateur was als secretaris tevens verantwoordelijk voor de notulen van de jaarlijkse vergaderingen. Hij was echter geen lid van het bestuur en hoefde geen markgenoot te zijn.
De mark van de Gebuurten van de Dijk heeft zijn bestaan tot ver in de twintigste eeuw kunnen rekken. Wel waren vanaf de late zeventiende eeuw al grote delen van de markgronden in pacht gegeven, waardoor het collectieve gebruik van deze gronden steeds meer in verval was geraakt. Het duurde tot 1954 eer tot een definitieve opdeling van de collectieve gronden conform de Markenwet van 1886 werd besloten. Op 30 december 1955 werd de verdeling van de gemene gronden bij notariële akte voltrokken.
Archieven
Literatuur
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1561-1890
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de meent van de Leusderberg (1550) 1561-1890
Auteur:
K. van Vliet
Datering toegang:
2000
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
7 bladen kaarten; 1,67 m zuurvrije dozen