Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Utrechts Stedelijk Gymnasium: school 1631-1968

1355-1 Utrechts Stedelijk Gymnasium: school 1631-1968

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Hieronymusschool of Latijnse school 1474-1863
1355-1 Utrechts Stedelijk Gymnasium: school 1631-1968
Inleiding
Hieronymusschool of Latijnse school 1474-1863
Al in de middeleeuwen was Utrecht het middelpunt van het geestelijk leven. Aan het onderwijs werd veel aandacht besteed. In de achtste eeuw waren aan de kerken van St.-Maarten en St.-Salvator en later ook aan de St.-Pieter, de St.-Jan en de St.-Marie kapittelscholen (een combinatie van de lagere school en de laagste klassen van het gymnasium) verbonden. Gedurende de vroege middeleeuwen hadden deze instellingen een groot aanzien, daar er nog geen universiteit bestond. In de veertiende eeuw echter ging hun roem dalen. In Europa kwamen nieuwe stromingen opzetten; de Scholastiek moest gaan wedijveren met het Humanisme. Het waren de Broeders des Gemenen Levens (een broederschap gesticht door Geert Grote in 1384) die in Nederland de nieuwe ideeën zouden gaan verbreiden.
Zij wilden hun kennis en geleerdheid ook buiten de kloostermuren uitdragen en het verouderde onderwijs, met name van de kapittelscholen, verbeteren. In vele steden hebben zij zich dan ook verdienstelijk gemaakt door het stichten van scholen. Zo ook in Utrecht. Dit werd mogelijk toen in 1474 Johannes Reinerszoon van Zevenaar en zijn vrouw Catharina een huis en erf, gelegen aan de Kromme Nieuwegracht, aan de Broeders des Gemenen Levens te Delft nalieten, op voorwaarde, dat zij binnen een half jaar een begin zouden maken met de stichting van een nieuwe afdeling van hun broederschap. Zij lieten deze kans niet voorbijgaan. Nauwelijks twee maanden na de dood van Catharina waren drie broeders uit Delft al met de uitvoering van het testament begonnen. Op 4 december 1474, de dag die nog altijd als de dies natalis van het Stedelijke Gymnasium wordt beschouwd, werd de school ingewijd. De school kreeg de naam 'Hieronymusschool', naar de heilige Hieronymus, een van de patronen van de Broeders des Gemenen Levens.
In de eerste eeuw werd deze Latijnse school goed bezocht en voldeed zij kennelijk aan de behoefte van die tijd. Een van de beroemdste figuren uit deze periode was rector Georg van Langveldt, die als Georgius Macropedius bekend zou blijven (zie bijlage 1, lijst van rectoren).
In 1586 vond er een grote verandering plaats in het schoolwezen te Utrecht. De raad bepaalde n.l. bij besluit van 7 maart 1586, dat de kapittelscholen opgeheven zouden worden. De Hieronymusschool werd een hervormde onderwijsinrichting. De katholieke rector, Reinerus Sarcerius, en de leraren werden ontslagen. Het gevolg daarvan was, dat de school schrikbarend achteruit ging. Het leerlingenaantal liep terug, tot Sarcerius, nu hervormd geworden, wederom de teugels in handen nam.
De school werd in de volksmond 'De Grote School' genoemd. In 1634 echter moest zij deze mooie naam afstaan. In dat jaar werd 'De Illustre School', een stedelijke hogeschool, gesticht, die twee jaar later tot provinciale hogeschool werd verheven. Het gymnasium moest zich nu tevreden stellen met de opdracht leerlingen voor te bereiden voor universitair onderwijs.
In 1815 zou wederom een belangrijk jaar voor de school worden. Bij Organiek Besluit werden toen naast Latijn en Grieks, ook wiskunde, Nederlands, geschiedenis en aardrijkskunde als leervakken in het lesrooster opgenomen.
In 1830 werd de wijze van lesgeven drastisch veranderd. Daardoor kwam een einde aan een eeuwenoude traditie: terwijl men vroeger in elke klas een leraar aan het hoofd stelde, die de leerlingen in alle leervakken onderwees, moesten de leraren nu aan alle klassen les geven in hun speciale leervak. Het systeem lokte veel kritiek uit: pedagogen uit Frankrijk en Duitsland kwamen naar Utrecht om met eigen ogen te zien hoe men de nieuwe methode toepaste. Nog in hetzelfde jaar werd het pand aan de Kromme Nieuwegracht verlaten en vestigde men zich op het Domplein. Dit gebouw beviel blijkbaar niet goed, want al in 1841 ging men naar de Minrebroederstraat. Hier heeft men tot 1880 een goed onderdak gevonden. Ondanks de concurrentie die de H.B.S. (gesticht in 1864) het aandeed, beleefde het gymnasium onder het rectoraat van dr. A. Ekker een grote bloei.
In 1838 werd het mogelijk om aan de Latijnse scholen een zogenaamde 'tweede afdeling' in te stellen. De eerste afdeling bleef de ideale, klassieke vooropleiding tot de universiteit, de tweede afdeling kreeg een meer algemeen vormend, actueel programma. Na aanname van de eerste wet op het Middelbaar Onderwijs van 1863 zouden deze laatstgenoemde afdelingen opgaan in de (hogere) burgerscholen. Aan de Hieronymusschool in Utrecht werd geen tweede afdeling ingesteld. Wel werd in 1862 door de gemeenteraad in de vergadering van 30 januari besloten tot de instelling van een commissie tot onderzoek van de toestand en inrichting van het onderwijs aan het Stedelijk Gymnasium. Deze commissie kwam in de raadsvergadering van 21 januari 1864 met haar voorstel. Op basis van het ontwerp van de commissie werden in die vergadering vier verordeningen voor de regeling van het onderwijs aan het Gymnasium vastgesteld *  :
1. Verordening, houdende regeling van het Stedelijk Gymnasium te Utrecht
2. Verordening, regelende den rang, het getal en de bezoldiging der leeraren van het Stedelijk Gymnasium
3. Verordening tot heffing van schoolgelden
4. Verordening op de invordering van schoolgelden voor leerlingen die het Stedelijk Gymnasium bezoeken.
Formeel kreeg hiermee de omzetting van de Latijnse school te Utrecht in het Utrechts Stedelijk Gymnasium haar beslag.
Utrechts Stedelijk gymnasium 1864-1969
Fondsen en verenigingen
Archief en inventarisatie
Literatuur
Bijlagen
Lijst van rectoren van de Hieronymusschool, vanaf 1864 stedelijk gymnasium
N.B. Voor de periode tot 1877 is de lijst gebaseerd op Archief voor kerkelijke en wereldlijke geschiedenis inzonderheid van Utrecht, uitgegeven door J.J. Dodt van Flensburg dl. 5 (Utrecht 1846) en op de aanvullingen en aanpassingen daarop in 'Theodorus Cornelius Berg, rector der Hieronymus-school te Utrecht van 1573-1575' door A. Ekker in Stedelijk Gymnasium te Utrecht(1877) (zie inv.nr. 400).
Lijst van aanwezige school-, klasse- en leerlingenkranten
Concordantie op Inventaris van de Hieronymusschool, thans Stedelijk Gymnasium te Utrecht door A.A.S. van Haersma Buma (1969), aangevuld in 1976 en bewerkt in 2002
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1631-1968
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van de Hieronymusschool of Latijnse School, vanaf 1864 het Utrechts Stedelijk Gymnasium te Utrecht 1631-1968 (2010)
Auteur:
J.A. Visser en T.L.H. van de Sande, met een institutionele inleiding door A.A.S. van Haersma Buma
Datering toegang:
2011
Openbaarheid:
Op inv.nrs. 229-230 is een openbaarheidsbeperking van 75 jaar van toepassing
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
16,72 m