Toen de NBM (holding) in 1900 als papieren organisatie door spoorbedrijf NCSM was opgericht, werd op het kantoor in Utrecht een eigen archief bijgehouden. In 1927 vond een organisatorische wijziging plaats, waarbij het spoorweggedeelte van de NBM aan de NS werd overgedragen. Het archiefdeel dat betrekking had op deze spoorlijnen, is toen bij de Spoorwegen terecht gekomen. De NBM hield zich vanaf 1927 nog uitsluitend bezig met 'streekvervoer'. Het grootste deel van de afgehandelde stukken die betrekking hadden op het trambedrijf van voorheen STM en OSM, waar de NBM als holding bemoeienis mee had, bleef na 1927 bij het trambedrijf NBM, dat in de plaats was getreden van de failliete OSM. Naast deze oude afgesloten zaken die onder de noemer 'Holding NBM' vielen (1900-1926), is vanaf 1927 eveneens onder de naam NBM het archief OSM voortgezet. Zoals al eerder is aangegeven, geschiedde dit zonder dat er een zichtbare scheiding werd gemaakt van die overgang. Oude spullen van de OSM en NBM werden opgeslagen boven het kantoor bij de oudste remise van het bedrijf aan de Slotlaan in Zeist.

De NBM-archieven zijn in 1974 na de overgang van NBM naar Vervoer Maatschappij Centraal Nederland deels bij dit bedrijf gebleven en (in 1978) deels overgedragen aan de toenmalige houdstermaatschappij van het streekvervoer, de NS. Het NBM-deel van vooral oude en afgehandelde stukken die de bewaartermijn hadden overschreden, ging naar NS. Stukken waarop een lange bewaartermijn rustte, bleven bij Centraal Nederland die in de plaats was getreden van de NBM. Het NBM-archief (inclusief de rechtsvoorgangers) werd bij de NS door de afdeling Archief en Documentatie van de heer Gravendaal geschoond, van een inventaris voorzien en nadien opgeslagen bij een depot van dit bedrijf in Zutphen. Van het archiefdeel NBM bij Centraal Nederland werden belangrijke stukken waarop een bewaartermijn rustte, opgeslagen in het nieuwe hoofdkantoor in Utrecht. Overige NBM- stukken werden opgeslagen in de oude vestiging Rhenen, dan wel in een leegstaand woonhuis bij de Centraal Nederland-vestiging Wijk bij Duurstede. Bij het project Historisch Archief Nederlandse Spoorwegen (HANS, 1997) werd ook het NBM-archief betrokken. De archieven werden vanuit Zutphen overgebracht naar het Rijksarchief in Den Bosch, waar dit project werd uitgevoerd. Daar is het archief NBM (en rechtsvoorgangers) helaas verder geschoond, waarbij bijvoorbeeld vrijwel alle oude dienstregelingen uit het archief zijn verdwenen. In 1999 is dit deels geschoonde archief inclusief de nieuwe inventarislijst op voorstel van Ferry Bosman overgebracht naar (rechtsopvolger) Connexxion in Schoonhoven. Daar zijn ook de archieven van NBM en Centraal Nederland uit Utrecht, Rhenen en Wijk bij Duurstede naartoe gebracht. Hiermee was alles weer bijeen en sindsdien hebben Frits Spee en Ferry Bosman het archief compleet heringericht. In deze ingewikkelde geschiedenis hebben zij ordening gebracht en een scheiding gemaakt tussen zaken aangaande de bedrijven OSM, NCSM, NBM (Holding) en NBM (tram- en busbedrijf).

Eind 2012 is de vestiging Schoonhoven van Connexxion, na een verloren aanbesteding, overgegaan naar vervoerbedrijf Arriva. De genoemde archieven zijn toen overgebracht naar Het Utrechts Archief. Ferry Bosman (Studio Vervoer Nederland) heeft vervolgens de door hem vervaardigde inventaris samen met Frits Spee bewerkt. In september 2013 is de schenking van het archief door de directeur Juridische Zaken van Connexxion te Hilversum aan Het Utrechts Archief als rijksarchiefbewaarplaats geformaliseerd. Het archief heeft een omvang van 12,6 m.

De inv.nrs. 538-544, 547 en 660 zijn pas openbaar als de stukken ouder zijn dan 50 jaar en voor inv.nr. 591 geldt een openbaarheidsbeperking van 75 jaar.

Utrecht, 2014
Ferry Bosman