Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Utrechtse Oratorium Vereniging

1864 Utrechtse Oratorium Vereniging

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Utrechtse Oratorium Vereniging
1864 Utrechtse Oratorium Vereniging
Inleiding
Utrechtse Oratorium Vereniging
In de jaren dertig van de 20e eeuw telde Utrecht drie grote koren: het Toonkunstkoor, de Oratoriumvereniging Kerkgezang en de Christelijke Oratorium Vereniging (COV). Anthon van der Horst, later befaamd geworden als dirigent van de Nederlandse Bach Vereniging, dirigeerde de COV en de beste zangers van Nederland traden op als solist bij de concerten. In artistiek opzicht lag de lat dus hoog voor de COV, maar in 1938 ging het koor failliet.
In september 1940 werd een nieuw christelijk koor opgericht: de Utrechtse Oratorium Vereniging (UOV). De UOV kon worden beschouwd als de opvolger van de COV. Vanwege het faillissement kon het koor echter niet de oorspronkelijke naam krijgen: de C werd in de naam vervangen door de U van Utrechtse. De belangrijkste initiatiefnemer tot de oprichting van de UOV was Marinus van Ditmarsch, bankier. Tot zijn overlijden midden jaren '50 was hij de organisatorische en financiële steunpilaar van de vereniging.
De 22-jarige Yvon Baarspul werd de eerste dirigent van het koor en hij zou dit tot en met 1947 blijven. Hij was tot 1945 tegelijkertijd tweede dirigent van het Haags Residentieorkest. Het eerste concert werd gegeven op 23 december 1941. Tijdens dit concert werden composities van Bach ten gehore gebracht, begeleid door het Utrechts Stedelijk Orkest (USO) en als soliste (onder anderen) Jo Vincent. Een tweede concert (in 1942) is niet doorgegaan, omdat koren verplicht werden om lid te worden van de Kultuurkamer. Alleen kerkkoren waren daarvan vrijgesteld. Het UOV ging daarom tijdens de bezetting als het Jacobikerkkoor door het leven. Na de bevrijding werd als eerste concert in december 1945 de Engelstalige Messiah van Händel uitgevoerd in het concertgebouw Tivoli.
De verhoudingen tussen dirigent Baarspul en verschillende koorleden raakten in de loop der jaren enigszins verstoord, waarna hij in 1947 besloot ontslag te nemen. In 1948 vertrok hij naar Batavia om dirigent te worden van het Radio Philharmonisch Orkest aldaar.
Baarspul werd opgevolgd door Jack P. Loorij, de dirigent van Belcanto in Bussum, welk koor in 1947 werd voortgezet als de Nederlandse Händel Vereniging. Het eerste concert onder Loorij vond plaats op 22 oktober 1948 in Tivoli. Met medewerking van het USO en de Weense sopraan Hilde Güden werd de Mis in C-mol van Mozart uitgevoerd. De recensies waren lovend. De concerten van de UOV onder leiding van Loorij waren evenementen van belang, mede doordat eersterangs zangers als Jo Vincent, Aafje Heynis, Max van Egmond en Marius van Altena de solopartijen vertolkten. Ze trokken veel publiek.
Als opvolger van Jack P. Loorij werd in 1978 Nico de Boer aangesteld, maar al na een paar maanden zag hij zich genoodzaakt om ontslag te nemen, mede door persoonlijke omstandigheden. Hij werd opgevolgd door Johan van de Camp.
Johan van de Camp leidde in februari 1979 een succesvolle uitvoering van Händels Messiah in het pas geopende Muziekcentrum Vredenburg. De overgrote meerderheid van het koor vond het plezierig om onder hem te repeteren en recensenten spraken zich, rekening houdend met het amateurkarakter, in het algemeen in positieve bewoordingen uit over zijn uitvoeringen.
Een van de hoogtepunten was de uitvoering van de Matthäus Passion in 1985, de eerste in het 45-jarig bestaan van de UOV. De UOV had in de voorgaande jaren verschillende tevergeefse pogingen gedaan om in aanmerking te komen voor subsidie voor een uitvoering van Bachs meesterwerk. In de periode 1985-2005 heeft de UOV de Matthäus Passion tien keer uitgevoerd.
Van de Camp was tevreden over de kwaliteit van zijn koor. Hij achtte het niet noodzakelijk om repetities met inzingen te beginnen en hoge eisen te stellen bij de stemtesten. Het bestuur daarentegen had hogere ambities. Het stelde zangpedagogen aan, die het inzingen en de stemtraining voorafgaand aan de repetitie moesten verzorgen. De communicatie tussen bestuur en dirigent verliep steeds moeizamer. Het bestuur organiseerde eind 1989 stemtesten buiten de dirigent om en stelde in 1990 aan de ledenvergadering allerlei maatregelen voor om de koorkwaliteit te waarborgen. De eerste maatregel, een leeftijdsgrens van 55 jaar bij toelating van aspirant-leden, was volgens de dirigent geheel overbodig en veroorzaakte grote commotie onder de koorleden. Toen tijdens de ledenvergadering medio 1990 bleek dat Van de Camp het bestuur niet steunde, moesten de bestuursleden erkennen dat tussen hen en de dirigent een onwerkbare verhouding was ontstaan. Het bestuur trad in zijn geheel af en zegde collectief zijn lidmaatschap van het koor op.
Gelukkig waren enkele koorleden bereid de bestuurstaken over te nemen en het koor door de moeilijke fase heen te helpen. Het nieuwe bestuur had geleerd van de gebeurtenissen en was beter in staat om on speaking terms te blijven met de dirigent. Men bleef zangpedagogen aanstellen en stemtesten organiseren die consequenties konden hebben, maar van een leeftijdsgrens bij toelating was geen sprake meer. Men kan zeggen dat het koorleven daarna tot 2005 is verlopen zoals in de eerste, rustige jaren van het dirigentschap van Van de Camp. Als hoogtepunten kunnen nog genoemd worden uitvoeringen in 1994 en 2005 van het Requiem van Verdi in het Muziekcentrum Vredenburg door de drie grote koren gezamenlijk waarover Van de Camp de dirigeerstok zwaaide, en een uitbundige viering van het 60-jarig bestaan in het jaar 2000.
Johan van de Camp bleek in 2011 ernstig ziek te zijn en hij overleed in 2012. Hij werd opgevolgd door de dirigent Roel Vogel.
Archief en inventarisatie
Literatuur
Inventaris
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1940-2005
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de Utrechtse Oratorium Vereniging te Utrecht (1928) 1940-2005 (2010)
Auteur:
G. Maassen en G.J. Röhner
Datering toegang:
2019
Openbaarheid:
Op de inv.nrs. 55-57 en 60 is met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer een openbaarheidsbeperking van 75 jaar van toepassing. Eerdere inzage in voornoemde inventarisnummers is slechts mogelijk na schriftelijke toestemming van de gemeentearchivaris.
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
2,8 m
Rubrieken:
Archiefvormer(s):