Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
De rijksarchivaris in de provincie Utrecht, jhr. dr. B.M. de Jonge van Ellemeet publiceerde in 1937 als eerste een beredeneerde inventaris op de archieven van het kapittel van St. Marie. Deze inventaris is in de loop der jaren aangevuld en bewerkt door verschillende personen. De grootste en laatste wijziging betrof het individueel nummeren en dateren van de in het archief aanwezige charters in het begin van de 21e eeuw. Hierbij is de oorspronkelijke nummering van De Jonge van Ellemeet gehandhaafd en subnummering toegepast. De charters zijn in afwachting van restauratie voor het merendeel niet individueel beschreven, alleen gedateerd. Dit. De intentie is om de charters na restauratie en digitalisering in de toekomst alsnog individueel inhoudelijk te beschrijven. Wel is met de laatste operatie een groot deel van de beschrijvingen van de overige stukken aangepast en uitgebreid. De oorspronkelijke inventaris telde 2826 inventarisnummers. Door de verschillende bewerkingen is dit aantal opgelopen tot ruim 7000 (sub-)nummers.
Het archief heeft de loop der eeuwen tamelijk ongeschonden overleefd. Niettemin zijn de nodige stukken afgedwaald. Vanaf de 19e eeuw, nadat het archief onder beheer van de Rijksarchivaris was gekomen, zijn veel stukken aan het archief toegevoegd. Niet van al die stukken is duidelijk of zij oorspronkelijk ook deel uitmaakten van het kapittelarchief. Dit omdat in sommige gevallen meerdere exemplaren van een archiefstuk zijn aangetroffen. Het is onwaarschijnlijk dat er nog veel van de zogenaamde ‘oude orde’ spake is. Dit is echter gissen omdat De Jonge van Ellemeet geen verantwoording van zijn inventarisatie heeft achtergelaten.
Een aantal inventarisnummers is, omdat ze in aanleg niet thuishoorden in het kapittelarchief, uit het archief verwijderd en overgebracht naar het archief van het Rijksarchief * dan wel naar de verzameling van P. van Musschenbroek * . De beschrijvingen van deze nummers zijn in deze inventaris gehandhaafd onder blanco nummer met verwijzing in de N.B. naar de inventaris waarin ze wel zijn opgenomen.
Archief van het Rijksarchief in de provincie Utrecht, 1826-1963 (HUA toegangsnr. 60-1)
Verzameling van Petrus van Musschenbroek (HUA toegangsnr. 60-2)
In een aantal andere archieven dan het kapittelarchief bevinden zich stukken betreffende het kapittel van St. Marie. Voor een uitgebreid overzicht zie het repertorium van Jan Kuys * . Hierin is ook een uitgebreid overzicht van relevante publicaties opgenomen.
Regesten N.B. Het betreft een overzicht van charters die digitaal raadpleegbaar zijn via de website. Vooralsnog bevatten deze regesten uitsluitend de dateringen van de betreffende oorkonden