Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Memories van successie, kantoor Loenen

337-3 Memories van successie, kantoor Loenen

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Algemeen
1806-1811
337-3 Memories van successie, kantoor Loenen
Inleiding
1806-1811
De 'Ordonnantie eener Belasting op het Recht van Successie, alomme in het Bataafsche Gemeenebest in te vorderen' van 4 oktober 1805 regelde dat over het saldo van elke nalatenschap binnen de Republiek een belasting van tien procent geheven zou worden. Onder het saldo werd verstaan de contante waarde van de gehele nalatenschap op het ogenblik van overlijden, onder aftrek van de op dat moment bestaande schulden en de begrafeniskosten. Een nalatenschap binnen de Republiek werd gedefinieerd als de nalatenschap van elke inwoner van de Republiek, de nalatenschap van elke ex inwoner van de Republiek, voor zover die nalatenschap zich binnen de Republiek bevond, en de nalatenschap van elke binnen de Republiek overleden persoon, die blijkbaar geen vaste woonplaats elders had.
Belastingplichtig was een ieder die iets uit de nalatenschap verkreeg voor zijn aandeel.
Op deze regels werden een aantal uitzonderingen gemaakt, waarvan de belangrijkste als volgt luiden:
- vererving in rechte neergaande lijn (kinderen van ouders, kleinkinderen van grootouders, enz.) en vererving door ouders van hun kinderen werden vrijgesteld van belasting;
overige vererving in de tweede graad (broers van zusters, grootouders van kleinkinderen) werd belast met vijf procent;
- overige vererving in de derde graad (neven/nichten van ooms/tantes en omgekeerd) werd belast met zeven en een half procent;
- wanneer het saldo van de nalatenschap minder dan driehonderd gulden bedroeg, werd de belasting kwijtgescholden.
De vaststelling van de belasting werd opgedragen aan de zogeheten 'Gequalificeerde tot de directie der invordering van de Belasting op het Regt van Successie', meestal de secretaris van het plaatselijk bestuur. Aangifte diende te geschieden bij de gekwalificeerde ter plaatse van het sterfhuis, dat wil zeggen daar waar de overledene zijn vaste woonplaats had. Indien deze woonplaats buiten de Republiek lag, diende aangifte plaats te vinden waar het merendeel der nagelaten goederen zich bevond.
De Ordonnantie bleef met enige kleine wijzigingen van kracht tot en met 31 december 1811, waarna hij vervangen werd door de Franse wetgeving op dit gebied, met dien verstande dat nalatenschappen opgevallen voor 1812 afgehandeld werden volgens de bepalingen van de Ordonnantie.
1812-1813
1814-1817
1818-1927
Inhoud
Vindplaats
Nadere toegangen Tafels V-bis en VI
Addendum
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1818-1902
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de ontvanger der belasting op het recht van successie kantoor Loenen 1818-1902
Auteur:
Onbekend
Datering toegang:
z.j. / 2004
Datering bewerking:
2011
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
11,61 m zuurvrije dozen
Rubrieken: