Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Arrondissementsrechtbank Amersfoort

367 Arrondissementsrechtbank Amersfoort

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
PDF Inleiding
Erfgoedstuk
Kort historisch overzicht van de rechterlijke organisatie sinds 1838 * 
Arrondissementsrechtbanken
Procedures
Het archief
Inventaris
Bijlagen
Verklarende woordenlijst
367 Arrondissementsrechtbank Amersfoort
Bijlagen
Verklarende woordenlijst
Advocaat: Vakkundig raadsman in rechtszaken, in en buiten rechte. Het houden van pleidooien en al wat daarmee samenhangt, wordt tot de taak van de advocaat gerekend.
Vanaf 1879 is de combinatie van *procureur en advocaat in één ambt toegestaan. De advocaat-procureur wordt dan vaak aangeduid als raadsman, tot bijstand van een van enig strafbaar feit verdachte, of vertegenwoordiger, optredend zonder hoedanigheid van een raadsman voor een verdachte in minder ernstige strafzaken.
Arbitraal vonnis: Scheidsrechterlijke uitspraken van scheidsmannen (arbiters), die door partijen bij overeenkomst hiertoe zijn aangewezen, in een geschil tussen partijen.
Arrest: Benaming van uitspraken van de Hoge Raad, de Gerechtshoven en de Bijzondere Raad voor Cassatie.
Audiëntieblad: Het proces-verbaal, verslag van een terechtzitting, door de griffier opgetekend en door hem en de voorzitter van de Kamer ondertekend.
Beraad: Een termijn die wordt toegekend aan degene die een erfenis heeft gekregen, om te onderzoeken of hij het zuiver wil aanvaarden, aanvaarden onder boedelbeschrijving of verwerpen; met inachtneming van de wettelijke vormen en termijnen.
Betekening: Gerechtelijke, ambtelijke bekendmaking van stukken en mededelingen aan de daarbij belanghebbende of aan zijn werkelijke woonplaats, door een deurwaarder, die daarvan akte opmaakt (i.t.t. de mondelinge aanzegging).
Bewindvoerder, provisioneel: Bevoegd tot het voeren van bewind-bestuur over een bepaald vermogen of -bestanddeel dat krachtens de wet aan het beheer en de beschikking van de eigenaar ontrokken is-in de gevallen: bijvoorbeeld over de goederen van een verpleegde krankzinnige, in afwachting van curatele, in geval van surséance van betaling.
Boedelbeschrijving: Staat, opstelling van de baten en lasten van een boedel-het gehele vermogen-bij notariële akte opgemaakt. Dit is vereist wanneer meerderen gerechtigd zijn en/of de betrokkende onder voogdij, curatele of bewind staat.
Voorrecht van boedelbeschrijving: recht toegekend aan de erfgenaam, op grond waarvan hij, mits hij zorgt voor een boedelbeschrijving, niet aansprakelijk is voor de lasten voor zover deze de baten overstijgen.
Cassatie: Vernietiging, buitenwerkingstelling van uitspraken van lagere rechters door de Hoge Raad, in het belang van eenheid van rechtspraak wegens verzuim van vormen voorgeschreven op straffe van nietigheid, wegens verkeerde toepassing of schending van de wet, of wegens overschrijding rechtsmacht.
Competentie: Bevoegdheid in de betekenis van rechtsmacht.
Absolute competentie-bevoegdheden, zoals die worden toegewezen aan de soorten rechters (attributie van rechtsmacht).
Relatieve competentie: betrekkelijke bevoegdheden, verdeeld onder bepaalde rechters van een soort (distributie van rechtsmacht).
Conclusie: Het geschrift, bevattend de beweringen en vertogen van de partijen in een proces, dat overlegd wordt aan de rechter.
Conclusie van antwoord: Deze volgt in het burgerlijk proces op de conclusie van eis van de eiser, waarbij de gedaagde met argumenten de conclusie van eis beantwoordt en aan het rechterlijk college verzoekt de eis af te wijzen.
Conclusie van dupliek: Het nadere antwoord van de gedaagde in het burgerlijk proces op de conclusie van repliek van de eiser.
Conclusie van eis: Conclusie van de eiser in het burgerlijk proces, hetzij in eerste aanleg, hetzij in appel, waarin hij de inhoud van de *dagvaarding herhaalt, voor zover het ter zake is, en aan het rechterlijk college verzoekt zijn eis toe te wijzen.
Conclusie van repliek: De nadere conclusie van de eiser in het burgerlijk proces, na de conclusie van antwoord van de gedaagde.
Contentieuze zaken: Rechtspraak betreffende een geding, rechtsgeschil op tegenspraak (i.t.t. *voluntaire rechtspraak).
Correctioneel vonnis: *Vonnis dat onder het oude Wetboek van Strafrecht werd uitgesproken voor wanbedrijven.
Curatele: De verzorging van de persoon en het bewind (zie bewindvoerder) over de goederen van de meerderjarige, die in curatele gesteld is en die niet in staat is zijn eigen of toevertrouwde belangen behoorlijk waar te nemen. Curatele wordt door de rechtbank opgedragen aan een curator onder rechterlijk toezicht en onder door de wet gestelde regels.
Curator: Degene die belast is met een *curatele, aangesteld door de arrondissementsrechtbank.
Curator in een faillissement: door de rechtbank aangewezen om daarin het beheer te voeren en de vereffening te verrichten onder leiding en toezicht van de *rechter-commissaris.
Dagvaarding: Mededeling, schriftelijk of mondeling, aan een *gedaagde of *verdachte, getuige of deskundige, dat hij op een bepaald tijdstip voor de rechter zal moeten verschijnen, onder mededeling van hetgeen daar van hem verlangd wordt en door wie. Onderscheid moet gemaakt worden tussen de opdracht tot dagvaarding (mandement) en de mededeling door de uitvoerende ambtenaar aan de verdachte gedaan.
Dagvaarding is de meest normale rechtsingang; alle processen beginnen met een dagvaarding of een *rekest.
Enquête: Gerechtelijk onderzoek, speciaal het getuigenverhoor in burgerlijke zaken.
Valetudinaire enquête: Voorlopig getuigenverhoor door de rechter gehouden op verzoek van de belanghebbende, voordat een proces in behandeling komt bij een rechterlijke instantie of voordat een regelmatig getuigenverhoor kan plaats hebben.
Exploit: Mededeling door een deurwaarder aan een betrokkene of aan zijn werkelijke woonplaats en de daarvan opgestelde verklaring, akte.
Gedaagde: In een burgerlijk proces: degene tegen wie eis of vordering wordt gericht, de gedagvaarde, de tegenpartij van de eiser.
Geïntimeerde: Geappelleerde-gedaagde in hoger beroep.
Grosse: Het voor de belanghebbende bestemde, eerst-uitgegeven afschrift van een geschrift (akte) (i.t.t. de *minuut). De grosse levert in principe hetzelfde bewijs op als de minuut.
Hoger beroep (appel): Voorziening door de in het ongelijk gestelde partij tegen een uitspraak van een lagere rechter om hogere voorziening, behandeling in hogere instantie te verkrijgen.
Instructie: Van een proces-voorbereiding, documentatie, bijbrenging van gegevens in de vereiste vorm.
Inzake het *gerechtelijk vooronderzoek in strafzaken-verricht door de *rechter-commissaris (rechter van instructie).
Kort geding: Behandeling voor de president van de rechtbank van zaken, waarin een onmiddellijke voorziening wordt vereist. Tegen de uitspraak staat *verzet of *hoger beroep open.
Minuut: Het exemplaar van een geschrift (akte) dat blijft berusten onder de ambtenaar (notaris, griffier, secretaris) die het heeft opgesteld. Aan dit exemplaar wordt de grootste bewijskracht toegekend.
Misdrijf: Rechtsdelict. Ernstig strafbaar feit (i.t.t. overtreding), waarop als hoofdstraf gevangenisstraf is gesteld. Berechting vóór 1886 door het provinciaal gerechtshof, ná 1886 bij de invoering van het Wetboek van Strafrecht in eerste instantie door de arrondissementsrechtbank.
Overtreding: Wetsdelict. Minder ernstig strafbaar feit (i.t.t. misdaad of misdrijf), strafbaar met een hechtenis en/of een geldboete en berecht door het kantongerecht, na 1886 bij de invoering van het Wetboek van Strafrecht is de berechting van een aantal uitzonderingen voorbehouden aan de arrondissementsrechtbank.
Parket: Ambtelijk, administratief apparaat ter ondersteuning van het Openbaar Ministerie bij de gerechten.
Pleidooi: Pleitrede door een advocaat voor een rechtsprekende instantie gehouden. Deze volgt in het burgerlijk proces op de conclusies van eis, antwoord, dupliek en repliek.
Proces-verbaal: I. Proces-verbaal van terechtzittingen en andere gerechtelijke verrichtingen, ambtelijk verslag door de griffier gehouden en door een der rechters met hem ter vaststelling ondertekend. Het moet alle wettelijk voorgeschreven, essentiële gegevens bevatten en levert van het voorgevallene volledig en uitsluitend bewijs op.
II. Proces-verbaal van bekeuring-akte van de opsporingsambtenaar die de vaststelling van een *overtreding bevat (bij *misdrijven niet gebruikelijk).
Processen-verbaal van zwarigheden: hierin worden vastgesteld de rechtsgeschillen die zich voordoen bij enige administratief-rechterlijke handeling en die nadere rechterlijke uitspraak vereisen, bijvoorbeeld bij boedelbeschrijving, bij verkoop van boedelgoederen en bij boedelscheiding.
Procureur: Vertegenwoordiger van partijen in burgerlijke rechtszaken en bevoegd tot het indienen van *conclusies.
Vanaf 1879 is de combinatie van procureur en *advocaat in één ambt toegestaan.
Rangregeling: Regeling waarbij vanwege rechterlijk bevel verkochte goederen tussen schuldeisers worden verdeeld.
Rechter-commissaris: -Rechter van instructie, belast met de behandeling van strafzaken, namelijk het *gerechtelijk vooronderzoek. In elke arrondissementsrechtbank zijn een of meerdere rechter-commissarissen aangewezen voor de tijd van twee jaren.
- Door de arrondissements-rechtbank aangewezen voor elk faillissement, om toezicht te houden op het beheer en de vereffening door de curator en daaraan leiding te geven.
Rechtsingang: Het bij de rechter aanhangig maken, doen aanvangen van een procedure, op de voorgeschreven wijze, in de strafvordering werd dit vroeger door de rechter uitdrukkelijk uitgesproken.
Rekest: Verzoekschrift, gericht tot het bevoegde (hier) rechterlijke gezag (i.t.t. de *dagvaarding).
Repertorium: Een doorlopende register, waarin akten zijn opgetekend.
Ressort: I. Ambtsgebied, rechtsgebied, bevoegdheidssfeer van (hier) rechterlijkeinstantie.
II. Instantie, aanleg, van (hier) rechterlijke instantie.
Rol: Het register bij elk gerecht gehouden, waarop de aangebrachte zaken naar tijdsorde worden geboekt en aantekening gehouden van hetgeen daaromtrent voorvalt. Bij uitbreiding ook de rolzitting, dit is de zitting waar *conclusies worden ingediend, uitstel wordt gevraagd etc., maar waar niet wordt gepleit (zie ook zittingsregister).
Surséance van betaling: Uitstel van betaling, eventueel door de rechter toegekendaan een schuldenaar die voorziet dat hij de betaling van zijn opeisbare schulden niet zal kunnen voortzetten, maar na verloop van tijd hiertoe weer in staat zal zijn. Het beheer van zijn zaken komt dan onder toezicht van bewindsvoerders*. In de praktijk gaat dit vaak vooraf aan een faillissementsverklaring.
Verdachte: Voor de aanvang der strafvervolging: degene ten aanzien waarvan uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit;
daarna: degene tegen wie de vervolging is gericht.
Verstek (defaut): Het niet-verschijnen ('verstek laten gaan') door een procespartij (defaillant), het gerechtelijk vaststellen daarvan ('verstek verlenen'). In burgerlijke zaken schept het verstek een vermoeden tegen de defaillant en wordt de eis van de tegenpartij toegewezen, tegen dit verstek-vonnis staat *verzet open.
Verzet: Oppositie, rechtsmiddel tegen een uitspraak of *beschikking die door een rechtsprekende instantie niet op tegenspraak is genomen of gegeven, of tegen een rechtsmiddel dat zonder rechterlijke tussenkomst is aangewend. Hij die verzet doet, heet opposant, de tegenpartij de geopposeerde.
Voluntaire zaken: Vrijwillige rechtspraak of rechtsmacht: in het algemeen díe taakuitoefening van de rechter waarbij geen proces tussen partijen plaatsvindt.
Vonnis: Uitspraak door de rechter gegeven ter voorlopige of definitieve beëindiging van enig voor hem gebracht geding, in de vereiste vorm gegeven (i.t.t. beschikkingen). Onderscheiden worden definitieve, interlocutoire, preparatoire en provisionele uitspraken of vonnissen.
-Definitief vonnis: Eindvonnis, gewezen ten principale.
-Interlocutoir vonnis: Tussen-uitspraak, waarbij de rechter enig bewijs, een *vooronderzoek of een *instructie beveelt, waarvan de zaak ten principale afhankelijk kan zijn.
-Preparatoir vonnis: Voorbereidende uitspraak, gegeven tot *instructie van de zaak en die dient om het proces in staat van wijzen te brengen, zonder invloed op de zaak ten principale.
-Provisioneel vonnis: voorlopig vonnis gedurende de behandeling van de zaak ten principale.
Vooronderzoek, gerechtelijk: Voorbereidend onderzoek in strafzaken, *instructie.
Vordering: I. Rechtsvordering, eis in burgerlijke zaken.
II. Eis, requisitoir in strafzaken: geschiedt door het Openbaar Ministerie na het onderzoek van de zaak op de terechtzitting en behelst de qualificatie van het tenlastegelegde feit, en aanduiding van de straf of de maatregel die wordt geëist (bij de Hoge Raad heet dit conclusie).
Wanbedrijf: Onder het oude Wetboek van Strafrecht (Code Pénal) tot 1886 was dit een lichtere tussenvorm van een strafbaar feit ter onderscheiding van misdaden en overtredingen. Berecht door de arrondissementsrechtbank. Bestraft met correctionele gevangenisstraf.
Zittingsregister: In dit register wordt de rolzitting opgetekend, dit is de zitting waar *conclusies worden ingediend, uitstel wordt gevraagd etc., maar waar niet wordt gepleit.
Rechterlijke indeling van de provincie Utrecht na 1811
Overzicht van geraadpleegde literatuur
Overzicht van relevante wetgeving

Kenmerken

Datering:
1838-1877
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de arrondissementsrechtbank te Amersfoort 1838-1877
Auteur:
W.B. Heins en P.T.M. van Hezik, bewerkt door G.J. Röhner
Datering toegang:
1994
Datering bewerking:
2006
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Rubrieken: