Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Verzameling doop-, trouw- en begraafregisters

45 Verzameling doop-, trouw- en begraafregisters

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De registratie
De overbrenging van de registers
45 Verzameling doop-, trouw- en begraafregisters
Inleiding
De overbrenging van de registers
Ten gevolge van de inlijving van het grootste deel van het huidige Nederland bij het franse keizerrijk in 1810 werd ook voor í dit gebied de Code Napoléon van kracht verklaard. Hierdoor was het noodzakelijk ook de burgerlijke stand in te voeren, zoals dat beneden de grote rivieren al eerder was gebeurd. Voor het gebied van de tegenwoordige provincie Utrecht geschiedde dit krachtens aanschrijving van de prefekt van het departement van de Zuiderzee van 10 juni 1810 met als datum van ingang 1 maart 1811. Omdat voortaan bij verschillende juridische handelingen uittreksels uit de burgerlijke stand moesten worden overgelegd en aan deze eis vanzelfsprekend niet kon worden voldaan voor wat betreft de tijd dat deze niet bestond, werden de kerkelijke registers daarmee gelijk gesteld. Zij werden beschouwd als "retroacta" van de burgerlijke stand en dienden de ambtenaren van de burgerlijke stand ter beschikking te staan. Op grond van verschillende aanschrijvingen van de prefekt en de onderprefekten zagen de maires van de gemeenten zich verplicht de kerkelijke registers bij de predikanten en de pastoors weg te halen en te koncentreren op het gemeentehuis. Dit nam zijn beslag gedurende de jaren 1811 en 1812, maar geschiedde niet al te zorgvuldig. In vele kerken kopieerde men de recente registers en gaf men een afschrift af, soms ook gaf men het origineel over en behield men het afschrift. Soms gaf men niet alles of in het geheel niets af.
De tijdens de inlijving bij Frankrijk op de gemeentehuizen ingeleverde kerkelijke registers bleven daar liggen tot het K.B. van 31 mei 1929 hun overbrenging regelde naar de rijksarchieven. De over te brengen bescheiden betroffen niet alleen de kerkelijke doop-, huwelijks en begraafregisters, maar ook de huwelijksregisters van de gerechten en de tot de zg. gaardersarchieven behorende stukken, die aantekeningen met fiskaal doel omtrent geboorte, huwelijk, overlijden en begraven bevatten. De laatste kategorie stukken was voor Utrecht van weinig belang, maar de registers van voor het gerecht gesloten huwelijken waren dat zoals overal elders wel. Immers ingevolge de ordonnantie van de staten van Utrecht van 6 okt. 1584 werd de mogelijkheid geopend dat personen, die niet voor de hervormde predikant wilden trouwen, dit voor het plaatselijk gerecht konden doen *  . Zo ontstond de praktijk dat de katholieken tweemaal trouwden: voor de pastoor (niet erkend door de staat) en voor het gerecht (niet erkend door hun kerk). Een praktijk die het ontstaan gaf aan een huwelijksregistratie;bij de plaatselijke gerechten, soms ingeschreven te midden van akten van vrijwillige rechtspraak, meestal echter in afzonderlijke registers. Vanzelfsprekend maakte ook deze burgerlijke registratie voor de ambtenaren van de burgerlijke stand sinds 1811 deel uit van de zg. retroacta en vaak werden zij samen met de kerkelijke registers bewaard.
De inventarisatie
Bewerkingsgeschiedenis
Inventaris
Bijlage
Concordantie
N.B. Het betreft een concordantie op R. van Royen, Beschrijving van de doop-, trouw-, begraafboeken, overlijdensregisters enz. in de provincie Utrecht, dateerende van voor de invoering van den burgerlijken stand ('s-Gravenhage 1930) en op H. Brouwer, Beschrijving van de doop-, trouw-, begraafboeken, benevens van de registers van overledenen enz. in de provincie Zuid-Hoalland, dateerende van voor de invoering van den burgerlijken stand ('s-Gravenhage 1929), tevens het supplement op laatstgenoemde ('s-Gravenhage 1959).
Erfgoedstuk
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
(1620) 1624-1811 (1871)
Toegangstitel:
Inventaris van de verzameling doop-, huwelijks-, (lidmaten-) en begraafregisters van kerken in de provincie Utrecht (1620) 1624-1811 (1871)
Auteur:
S.A.L. de Graaff
Datering toegang:
1985
Datering bewerking:
2010
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
7,26 m zuurvrije dozen; 0,1 m standaardberging