De eerste familie die stukken heeft nagelaten is de familie Coymans. Tussen beide families zijn in de 17e en aan het begin van de 18e eeuw in drie opeenvolgende generaties huwelijken gesloten: Maria Coymans trouwde in 1624 met Joan Huydecoper, Sophia Coymans met hun zoon Joan Huydecoper in 1656 en Sophia Isabella Coymans met Joseph Huydecoper in 1706. De familie Coymans stamt af van een voorname Antwerpse koopliedenfamilie, die zich rond 1585 aanvankelijk in Hamburg, later in Amsterdam vestigde. Daar stichtte Balthasar Coymans de befaamde koopmans- en bankiersfirma Coymans. Hij liet door Jacob van Campen het 'huis van Coymans' op de Keizersgracht tegenover de Westermarkt bouwen. Dit huis is, waarschijnlijk met het archief, door het huwelijk van 1706 in bezit van de familie Huydecoper gekomen.
In de 19e eeuw wordt het burgemeesterschap nog meermalen door leden van de familie uitgeoefend, maar het betreft nu niet het burgemeesterschap van de oppermachtige handelsstad, maar dat van Tienhoven, Maarssen met Maarsseveen en Zeist. In 1814 werd Joan Huydecoper benoemd in de ridderschap van Holland. Na verloop van tijd heeft de familie zich feitelijk uit Amsterdam teruggetrokken. Door huwelijken raakt de familie in deze periode gelieerd aan de families Taets van Amerongen, Teding van Berkhout, Van Hardenbroek, Gevers Deinoot etc. Hoewel we voorts nog leden van Provinciale en Gedeputeerde Staten van Utrecht, een lid van de Tweede Kamer, een bankier, een advokaat en een commissionair in effecten aantreffen, is dit alles toch een zwakke afschaduwing van de vooraanstaande rol die de familie vóór 1795 speelde.
Een gedeelte van de genealogische aantekeningen van Eduard Huydecoper bevindt zich bij het genootschap De Nederlandse Leeuw te Den Haag.
Nadat de toenmalige rijksarchivaris B.M. de Jonge van Ellemeet de binnenkomende archivalia voorlopig met de hulp van H.A. Ett had beschreven, is er tussen 1952 en 1955 door J. Steur en tussen 1955 en 1963 door F.H.C. Weijtens aan de inventarisatie gewerkt. Aan het eind van deze inventaris is een concordantie opgenomen met de handschriftinventaris van Steur en Weijtens.