Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Stadsbestuur van Utrecht 1122-1577

701 Stadsbestuur van Utrecht 1122-1577

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van het archief
Toelichting bij de overgetypte inventaris
Bewerkingsgeschiedenis
Inventaris
2. Archief van de kameraars
701 Stadsbestuur van Utrecht 1122-1577
Inventaris
2.
Archief van de kameraars
De kameraars tot wie men ook de schutmeesters rekenen moet, waren de voornaamste ambtenaars der stad. Zij werden gekozen door de vier oversten (Van de Water, Placaatboek III p. 71), later door den raad uit eene nominatie der vier oversten (Placaatboek p. 73), tijdelijk ook wel door de oudermannen der gilden (Placaatboek p. 84, 86, 90, 136), na de translatie der temporaliteit door den stadhouder (Placaatboek p. 318, 323, 340). Hun getal wisselde: tot 1430 vindt men twee kameraars, en naast hen twee schutmeesters voor het beheer der publieke werken, in 1430-1442 vergenoegde men zich met twee kameraars, waarvan de eene, de ‘onder-’ of ‘lege cameraer’, als schutmeester fungeerde-in 1442 werd de oude toestand hersteld, doch in 1449 stelde men opnieuw één kameraar en één schutmeester aan, die echter beiden den naam kameraars droegen (Placaatboek p. 110 vergelijk, 73). De gildebrief van 1455 bepaalde, dat er twee kameraars en één schutmeester zouden zijn (Placaatboek p. 84, 86) en dit werd (met uitzondering der jaren 1470-1480), toen men slechts twee kameraars had. Placaatboek p. 128, 131) voortgezet totdat Karel V in 1528 bepaalde, dat de tweede kameraar het werk zou doen, dat vroeger de tweede en de derde kameraar of schutmeester gedaan hadden (Placaatboek p. 318, 323, 340).
De kameraars werden gekozen uit den raad of uit de burgerij (Placaatboek p. 73, 90) of wel buiten de raad (Placaatboek p. 79, 84, 86, 136); sedert 1528 maakten zij deel uit van den raad en ‘representeerden mit hem dat lichaam van de stad’ (Placaatboek p. 318, 323, 340). Hun ambtstijd wisselde: gewoonlijk was hij één jaar (Placaatboek p. 73, 90), doch tijdelijk werd wel eens een ambtsduur van vier of drie jaar bepaald (Placaatboek p. 79, 84). Zij waren rekenplichtig aan den raad, die van ouds vier personen aanwees tot het onderzoek der rekeningen (Placaatboek p. 71), tijdelijk ook wel aan de oudermannen der gilden (Placaatboek p. 89 cf. p. 79) of de meentemannen (Placaatboek p. 89), sedert Karel V aan den stadhouder en den raad (Placaatboek p. 318, 340).
Bijlage
Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1122-1577
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van het stadsbestuur van Utrecht 1122-1577
Auteur:
S. Muller Fz.
Datering toegang:
1893
Datering bewerking:
1993, 2006, 2015, 2019
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Rechtstitels voor 1962, passen niet direct in de Archiefwet van 1962 of 1995
Omvang:
40 m (stukken) en 11 m (charters)