Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
De rechtspraak der schepenbank, zeer door die van den raad besnoeid, omvatte in hoofdzaak de civile zaken, in zaken betreffende ‘scade ende scout’ in concurrentie met den raad, daar waar het ‘erfnisse ende besterfnisse’ gold, zonder mededinging. Ook op het gebied der vrijwillige rechtspraak bleef zij bijna onbetwist meester: in alle zaken van belang wendde men zich tot de schepenen. De bevoegdheden der bank in criminalibus waren daarentegen hoogst onbeduidend. (Zie over dit alles uitvoeriger: Muller, Rechtsbronnen van Utrecht, Inleiding. p. 263-290). Na de translatie der temporaliteit gaf Karel V reeds in 1528 aan de schepenbank de rechtspraak in haar vollen omvang terug, zoodat de schepenbank sedert onbeperkt recht deed in crimineele en civile zaken ook de vrijwillige rechtspraak haar alleen behoorde. Inv.nrs. 657-662, 664-665, 667-671, 675-679, 681-684, 687-1-697, 700-701, 703-720 en 725 zijn in bruikleen overgenomen van het rijk, als behoorende tot het schepenarchief der stad, in 1811 aan het rijk overgedragen.