Tot 1528 toe, is hun getal (behoudens tijdelijke wijzigingen) onveranderd gebleven: alleen is in 1433 het Vleeschhouwers-gild opgeheven en vervangen door dat der Brouwers. Sedert echter in 1528 aan de gilden het recht tot de raadskeur ontnomen was, verviel de aanleiding, om het getal der kiescolleges onveranderd te laten en sedert zijn dan ook bij herhaling splitsingen van de oude gilden voorgekomen, zoodat hun getal eerlang zeer groot werd.