De firma, op 13 december 1844 opgericht “als zijnde de negotie van de Gebroeders Peletier te Utrecht”, werd al in 1846 genoemd naar haar belangrijkste firmant Gerlacus Ribbius Peletier Jr. Nergens blijkt dat A.F. en H.Peletier zich anders met de firma bemoeid hebben dan door het verschaffen van het beginkapitaal. G.Ribbius Peletier Jr. bleef tot 1895 de belangrijkste figuur in de firma. In 1856 werd Barend Peletier mede-firmant. Hij kreeg volgens het op 20 september 1856 opgemaakte contract 1/3 van de zuivere winst. Bovendien werd ook de zoon van de oprichter, G.Ribbius Peletier, bij het beheer en de gang van zaken van de firma betrokken.
Op 1 juli 1895 trok G,Ribbius Peletier Jr. zich vanwege zijn leeftijd (77) uit de firma terug en werd de firma een N.V. met drie centrale organen, nl. de algemene vergadering van aandeelhouders, de raad van commissarissen en een directeur.
Er werd gewerkt met een kapitaal van een miljoen gulden, waarvan fl. 700.000.- volgestort was.

Volgens de statuten moesten er minimaal drie commissarissen zijn. In 1895 werden er vijf commissarissen benoemd, vanaf 1930 - toen de zaken slechter gingen lopen - waren er vier en vanaf 1935 nog maar drie. Directeur werd in 1895 A.M. Hioolen, die in 1903 zijn broer D.M. Hioolen naast zich kreeg. Vanaf 1925 was er weer één directeur (zie bijlage 2). De arbeiders hadden modern ingerichte en aan alle hygiënische eisen voldoende lokaliteiten, althans naar maatstaven van die tijd. Wel vond G. Ribbius Peletier Jr. het heel normaal omstreeks 1869 bij een onderzoek, ingesteld door de regering o.a. naar de omstandigheden waaronder kinderen te werk werden gesteld, te verklaren dat hij kinderen vanaf 7 jaar "maar" 4 uur per dag liet werken en dat nog wel na de schooltijd. Verder heerste er een strenge tucht en orde op de fabriek.
In 1895 schonk G. Ribbius Peletier Jr. fl 25.000.- aan zijn werklieden in de vorm van een som geld, die ze per week uitbetaald zouden krijgen als ze gepensioneerd waren.
Vergeleken met andere bedrijven uit die tijd, kan men zeggen, dat de Koninklijke Tabak- en Sigarenfabriek voorheen G. Ribbius Peletier Jr. zeker niet slecht was voor zijn werknemers en op sommige terreinen zelfs vooruitstrevende ideeën had.