Dank zij de medewerking van de heer Prof. Dr.A.W. Reinink, een van de erfgenamen van G. Ribbius Peletier Jr., was ik in de gelegenheid in de loop van het jaar 1976 in "het huis te Linschoten", Noord Linschoterdijk 15, succesvolle pogingen te doen het archief alsnog aan te vullen. Het familiearchief Ribbius Peletier, dat ik ter plaatse gescheiden heb van het bedrijfsarchief, bevindt zich nog te Linschoten.
Er was een oude ordening aanwezig, die ik voor zover dit mogelijk was, heb gehandhaafd.
Mijn algemene indruk is, dat de Gemeentelijke Archiefdienst door de verwerving van dit bedrijfsarchief een belangrijke aanvulling verkreeg op de gegevens over de economische en maatschappelijke ontwikkelingen in stad en land. Met de inventarisatie van het archief hoop ik een bijdrage geleverd te hebben tot verder onderzoek.
augustus 1977
J.H. Coelingh Bennink