Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Aartsbisschoppen van Utrecht

86-1 Aartsbisschoppen van Utrecht

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Achtergronden van de scheuring van 1723
Aanleidingen tot de scheuring
De eigenlijke scheuring, 1723-1725
De Kerk van Utrecht 1723-1795
Franse tijd en Koninkrijk der Nederlanden tot 1889
De oud-katholieke kerk van Nederland, 1889-heden
Organisatie van het aartsbisdom; positie en taken van de aartsbisschop
De archieven
De (her)inventarisatie
Aanwijzingen voor de gebruiker
86-1 Aartsbisschoppen van Utrecht
Inleiding
Aanwijzingen voor de gebruiker
Het is misschien niet overbodig er hier nog eens op te wijzen, dat wanneer men in de archieven tot 1875 stukken zoekt over een bepaald onderwerp, het niet voldoende is om in de betreffende rubriek te kijken. Vaak bevindt zich een groot deel van de stukken in de afdeling 'Stukken van algemene aard', met name bij de correspondentie. Ook de bijlagen bij de brieven kunnen zeer belangrijk zijn. Een enkele keer wordt in een daarnaar verwezen.
In het archief van Barchman Wuytiers (1725-1733) bevinden zich ook stukken die betrekking hebben op zijn vicarisschap van Haarlem, welke functie immers in zijn eigen ogen voortvloeide uit zijn rechten als aartsbisschop. Stukken uit deze periode over het college Pulcheria of Hollands College te Leuven (dat immers werd beheerd door het Haarlems kapittel) en betreffende parochies in het bisdom Haarlem, zijn dan ook te vinden in de rubriek 'Suffragane bisdommen' in het archief van Barchman. Deze nummers vormen dus een aanvulling op de in het Rijksarchief te Haarlem berustende archieven van de oud-katholieke bisschoppen van Haarlem * 
Aan het episcopaat van de eerste aartsbisschop, Cornelis Steenoven (1723-1725) ging een periode vooraf waarin hij als vicaris de kerk bestuurde (1719-1723). Omdat hij ook in deze periode de hoofdbestuurder van de kerk was, zijn de archieven uit beide perioden als één geheel beschreven. Hetzelfde geldt voor het archief van Willibrordus van Os (1814-1825). Aan zijn ambtsperiode ging een aartsbisschoploos tijdperk vooraf (1808-1814), waarin Van Os als vicaris de kerk bestuurde en waarin hij grotendeels dezelfde taken uitoefende als tijdens zijn latere episcopaat. Ook deze stukken zijn, om nodeloze versnippering te voorkomen, bij die uit de periode van zijn episcopaat gevoegd.
Alle andere archivalia, die betrekking hebben op ambten die de betreffende persoon bekleedde voordat hij aartsbisschop werd, zijn steeds te vinden onder de 'Persoonlijke stukken'. De enige uitzondering vormen de stukken, door aartsbisschop Loos (1858-1873) opgemaakt en ontvangen uit hoofde van de functie van algemeen secretaris van het episcopaat, die hij van 1853 tot 1858 bekleedde. Deze zijn omwille van de continuteit tussen de archieven van de andere secretarissen geplaatst.
Aartsbisschop Loos was de eerste, die een doordachte archiefordening toepaste. Hij legde dossiers aan, waarbinnen hij de ingekomen brieven en andere stukken nummerde, en agenda's, waarin werd verwezen naar deze stukken en naar de bijbehorende plaatsen in het Akteboek, de registers van brieven en de dagboeken. Meestal fungeerden de agenda's tevens als register van uitgaande stukken (zie bijvoorbeeld de nrs. 389-392). Voor de gebruiker betekent dit, dat bij Loos ingekomen brieven van een bepaalde afzender op vele plaatsen gezocht moeten worden: ten eerste bij de ingekomen brieven onder 'Stukken van algemene aard' (de nrs. 351-356) en vervolgens bij alle onderwerpen, waarover die afzender met Loos correspondeerde, dus bijvoorbeeld in de nrs. 389-391, 397, 401, of 422. Binnen deze dossiers is een bepaalde brief het snelst terug te vinden via de bijbehorende agenda of het bijbehorende register, bijvoorbeeld de nrs. 392, 399, 402, etc. Onder de persoonlijke correspondentie van Loos (nrs. 431-433) zijn al die brieven opgenomen, die niets te maken hadden met het episcopaat: dus brieven uit de periode vóór 1858 zowel als brieven over persoonlijke onderwerpen uit de periode 1858-1873.
Voor de periode 1814-1870 dient de onderzoeker steeds niet alleen in het archief van de betreffende aartsbisschop, maar ook in dat van de in functie zijnde algemeen secretaris te zoeken. Diens voornaamste taak was het onderhouden van de contacten met de nederlandse regering. In het persoonlijke gedeelte van het archief van secretaris Martinus Glasbergen bevinden zich belangrijke stukken over de kwestie Ireneus, die een aanvulling vormen op de stukken daarover in de archieven van aartsbisschop Van Rhijn en diens neef Simon Johannes van Rhijn (1774-1855). Het archief van Simon Johannes, dat achteraan de aartsbisschoppelijke archieven als gedeponeerd archief is opgenomen, bevat een verzameling afschriften over kerkelijke kwesties, waaronder afschriften van brieven en andere belangrijke stukken uit het archief van zijn oom, die niet meer in origineel over zijn. Voor de gebruiker verdient het daarom aanbeveling om naast het archief van aartsbisschop Van Rhijn ook dat van zijn neef te raadplegen.
Bewerkingsgeschiedenis
Bijlagen
1. Lijst van aartsbisschoppen van Utrecht over 1723-1937
2. Lijst van bisschoppen van Haarlem over 1727-1945
3. Lijst van bisschoppen van Deventer over 1758-1959
4. Lijst van in de inventaris voorkomende pseudonymen
5. Concordantie op J. Bruggeman, Inventaris van de archieven bij het metropolitaan kapittel van Utrecht van de roomsch-katholieke kerk der oud-bisschoppelijke clerezie ('s-Gravenhage, 1928), en Supplement op de inventaris van de archieven bij het metropolitaan kapittel van Utrecht van de rooms-katholieke kerk der oudbisschoppelijke clerezie (onuitgegeven manuscript, 's-Gravenhage, 1944)
Erfgoedstuk
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1723-1937
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de aartsbisschoppen van Utrecht van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland 1723-1937
Auteur:
M.L. Loef
Datering toegang:
1993
Datering bewerking:
2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
9,84 m oude verpakking