Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Familie Van Rijckevorsel

87 Familie Van Rijckevorsel

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Petrus Judocus van Oosthuyse en de familie Van Rijckevorsel
Verantwoording van de inventarisatie
87 Familie Van Rijckevorsel
Inleiding
Verantwoording van de inventarisatie
Het familiearchief, dat in 1970 in bewaring werd gegeven bij het Rijksarchief in de provincie Utrecht, bevat archivalia van het echtpaar Van Oosthuyse, van Jacobus Josephus van Rijckevorsel en diens nakomelingen, van enkele aanverwante families, met name De Bieberstein Rogalla Zawadsky en Van Lanschot, stukken betreffende het goederenbeheer in "Staalduin", Rijsenburg, de Wamberg en in de Betuwe. De onderscheiden bestanddelen van het totale archief waren hopeloos dooréén geraakt; stukken die op één en dezelfde zaak betrekking hadden, werden op de meest verschillende plaatsen aangetroffen. Reeds in de tijd, dat het archief nog een administratief belang vertegenwoordigde, kon de familie, zoals blijkt uit diverse in het archief aanwezige brieven, er al geen wijs meer uit. Eén van de redenen is ongetwijfeld te zoeken in het feit, dat het echtpaar Van Oosthuyse de administratie van zijn zakelijke activiteiten nauwelijks gescheiden gehouden heeft van die betreffende het beheer van zijn goederen. In de onderhavige inventaris is, zoals gebruikelijk, een strikte scheiding aangebracht tussen de persoonlijke stukken en de stukken die op de zakelijke activiteiten en het goederenbeheer van de familie betrekking hebben. Daar het beheer van alle familiegoederen ook later veelal door één persoon werd gevoerd en men de nalatenschappen vaak zeer lange tijd onverdeeld liet, bleek het tijdens de inventarisatie moeilijk de stukken te onderscheiden en hun juiste plaats in het geheel van het archief te geven. Onvermijdelijk bevinden zich vele gegevens van zakelijke aard in persoonlijke brieven en in stukken betreffende de bewuste nalatenschappen.
De complexiteit en het voortdurend variërende grondbezit vooral ten aanzien van het vermogenscomplex "Staalduin" veroorzaakte eveneens problemen. De desbetreffende stukken grond lagen dicht bijeen, soms zelfs aangrenzend, en veranderden voortdurend van eigenaar binnen de familie, van omvang en van kadastraal nummer. De enige manier om de bezoeker wegwijs te maken in het archief was om de stukken zo gedetailleerd mogelijke te beschrijven. Stukken betreffende eenzelfde perceel zijn zo veel mogelijk bij elkaar geplaatst. Juist omdat eigendomsovergangen binnen de familie veelvuldig voorkwamen, zijn stukken betreffende verwerving en vervreemding van goederen niet gescheiden. Er is naar gestreefd de percelen grond te localiseren binnen de gemeentegrenzen, zoals die gedurende het grootste deel van de 19e en de 20e eeuw hebben bestaan. Om praktische redenen is geen rekening gehouden met de annexaties van de gemeente Rotterdam in Hoek van Holland in 1914. Wat betreft de oudere ambachtsgrenzen is ervan uitgegaan, dat Haagambacht opging in Loosduinen, Monsterambacht in Monster en Zandambacht in 's-Gravenzande; doch waar dit voor een klein gedeelte van de voormalige ambachten anders was, is daar apart melding van gemaakt.
In 1868 werd door de rechthebbenden en geërfden in de buitengronden van de polder Nieuwland onder 's-Gravenzande de beheersmaatschappij Het Buiten Nieuwland gevormd. Aandeelhouders van deze maatschappij werden de rechthebbenden. Het heeft er alle schijn van dat bij deze gelegenheid een aantal archiefstukken van de polder Het Nieuwland als retroacta aan de maatschappij zijn overgedragen (Vgl. J.H. de Vey Mestdagh, Inventaris van het archief van de Heeren Dijkgraaf en Hoofdingelanden van het Nieuwland genaamd Den Andel buiten 's-Gravenzande, 1414-1868 (Gemeentearchief Rotterdam, z.j.). De meeste stukken hebben tenminste betrekking op de buitenlanden. Bij de overdracht is men echter nogal slordig omgesprongen met de verdeling van de stukken. Zo zijn alle resolutieboeken van de polder Het Nieuwland mee overgedragen en zijn vele procesdossiers uit elkaar gehaald.
Om die reden is door ons een splitsing aangebracht tussen de stukken vóór 1868 en die van na de oprichting van de beheersmaatschappij. Om praktische redenen is het resolutieboek 1848-1948 (waarin vanaf 1869 de notulen van het Buiten-Nieuwland zijn opgenomen) bij de archivalia van de polder Het Nieuwland (tot 1868) ondergebracht. Alle andere stukken van de periode na 1868 zijn beschreven onder het hoofdstuk 'Archief van de polder Het Buiten Nieuwland'.
Aan het archief zijn toegevoegd de stukken uit het archief van het huis Sparrendaal, dat met de daarbij behorende landerijen in 1805 door P.J. van Oosthuyse was aangekocht. De weduwe van diens achterkleinzoon, jhr.J.L.A.A.M. van Rijckevorsel, schonk dit huisarchiefje, dat van het familiearchief was afgedwaald, in 1949 aan het Rijksarchief in Utrecht. Het huis Sparrendaal was in 1854 overgegaan aan de r.k. aartsbisschop van Utrecht en na de Tweede Wereldoorlog door de gemeente Driebergen aangekocht en als gemeentehuis in gebruik genomen (zie F.H.C. Weijtens, Inventaris van het archief van huis Sparrendaal te Driebergen (Rijksarchief Utrecht, 1964).
Aanvankelijk was de inventarisatie als een gezamenlijke stage-opdracht in handen gelegd van de beide op de titelpagina genoemde auteurs, die gedurende hun opleiding aan de Rijksarchiefschool als stagiaire aan het Rijksarchief in Utrecht waren verbonden. Al bij de eerste oriëntatie werd duidelijk dat het archief in al zijn onderdelen zo omvangrijk was dat van een totale inventarisatie geen sprake zou kunnen zijn. De stukken betreffende aanverwante families en de goederen van het complex de Wamberg en in de Betuwe werden voorlopig terzijde gelegd. Zij zijn later, nadat de inventaris van het overige gedeelte als stage-opdracht was ingeleverd en de auteurs elders een baan hadden gevonden, onregelmatig en met tussenpozen door dezen beschreven. Aan de laatste fase, die van de afwerking kwamen de auteurs door hun werkzaamheden elders niet meer toe. Ook de latere stagiaires G.M. Scholte en G.M.J. de Meij hebben een bijdrage geleverd aan de inventarisatiewerkzaamheden. De laatste controles en definitieve indeling zijn uitgevoerd door rijksarchivaris dr. C. Dekker, daarin bijgestaan door C.G.W.M. van Hoogstraten, die ook de index op persoons- en plaatsnamen samenstelde.
Een concordantie op de stukken van het archief van het huis Sparrendaal is toegevoegd.
Bewerkingsgeschiedenis
Bijlagen
1. Stamboom van de familie Van Rijckevorsel, voor zover de leden stukken hebben nagelaten in deze inventaris
Erfgoedstuk
2. Concordantie op F.H.C. Weytens, Inventaris van het archief van huis Sparrendaal te Driebergen (Rijksarchief Utrecht 1964)
Erfgoedstuk
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1341-1969
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de familie Van Rijckevorsel 1341-1969
Auteur:
J. van Keulen en R.M. Sprenger
Datering toegang:
1993
Datering bewerking:
2013
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar slechts ter inzage na toestemming inbewaargever
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
90 bladen kaarten; 82 bladen tekeningen; 33,65 m oude verpakking
Rubrieken:
Thema trefwoorden: