Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Verzamelde stukken van de oud-katholieke kerk in Nederland

88 Verzamelde stukken van de oud-katholieke kerk in Nederland

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Achtergrond: de opstand in de Nederlanden
De verzamelingen van de apostolische vikarissen
De verzamelingen van van der Steen en van Heussen
De verzamelingen gedurende de 18e-19e eeuw
Contacten tussen het rijk en de Oud-katholieke kerk
Inventarisatie
88 Verzamelde stukken van de oud-katholieke kerk in Nederland
Inleiding
Inventarisatie
Zoals uit het bovenstaande blijkt is in deze inventaris het restant van de vóór 1928 zeer omvangrijke verzameling voornamelijk middeleeuwse stukken uit bezit van de Oud-katholieke kerk beschreven. Het gaat hier dus om een verzameling willekeurig bijeengebrachte stukken, die zeer verschillend van herkomst en inhoud zijn, en niet om een archief, dat de schriftelijke neerslag vormt van het functioneren van een instelling, of van een of meer personen. de stukken zijn vrijwel allemaal afkomstig uit het fonds van de O.B.C. en beschreven door Bruggeman in de Inventaris O.B.C. uit 1929 en diens supplement van 1944. Enkele stukken van andere herkomst zijn vanwege inhoudelijke raakvlakken toegevoegd.
De selectie van de stukken geschiedde op basis van de navolgende criteria:
1. Alle originelen van vóór 1580, de-weliswaar arbitraire-datum van de ineenstorting van de oude katholieke hierarchie in de Noordelijke Nederlanden, met een uitloop tot 1592, het jaar waarin de Hollandse zending als nieuwe katholieke organisatie in de Republiek werd opgezet.
2. Afschriften van stukken van vóór 1592 zonder aanwijsbaar verband met de werkzaamheden of archieven van de Apostolische vikarissen.
3. Stukken van na 1592, waarvan duidelijk is, dat enige connectie met de activiteiten of archieven van de Apostolische vikarissen nimmer heeft bestaan. Een uitzondering op het laatste criterium vormen evenwel de door van Heussen, van Erkel en Broedersen afgeschreven stukken. Deze verzameling afschriften is indertijd doelbewust aangelegd met een bepaald polemisch doel en verwerkt in de geschriften van de drie genoemde geestelijken ter verdediging van de sinds het begin van de 18e eeuw in diepe onmin met Rome levende oud-katholieke geestelijkheid in de Republiek *  Om die reden verdient de collectie als onderdeel van het archief van de O.B.C. beschouwd te worden.
Stukken over de bisschop en het kapittel van Haarlem, dat na de Hervorming ondanks de opheffing van het diocees bleef bestaan, zijn schaars in deze inventaris, omdat zij voor het merendeel in 1984 overgedragen zijn aan het Rijksarchief Noord-Holland te Haarlem * 
Bruggeman heeft bij zijn inventarisatie zoveel mogelijk de bestaande ordening van de stukken, zoals hij die aantrof, intact gelaten. Zodoende treft men naast volkomen alleenstaande stukken conglomeraten van veelsoortige bescheiden aan onder de beschrijving 'Stukken uit het particulier archief van ---' *  In deze inventaris is dat principe niet gehandhaafd, daar in de brokstukken van particuliere archieven zich vele reeds indertijd verzamelde stukken bevonden, die daarin sensu stricto niet thuishoren. Daartegenover zou een aantal solitair beschreven bescheiden zonder enig bewaar ondergebracht kunnen worden in de diverse particuliere bestanddelen. de voornaamste argumenten voor de herinventarisatie zijn evenwel, dat de inhoud van vele stukken niet correspondeerde met de afdeling, waarin zij waren ondergebracht, de beschrijving dikwijls niet voldeed aan de hedendaagse archivistische eisen en terwille van de toegankelijkheid een betere ontsluiting gewenst was. Ten slotte is een definitieve scheiding aangebracht tussen de archieven van de apostolische vikarissen en de in de loop der tijd verzamelde bescheiden.
Het spreekt voor zich, dat althans voor het indelingschema bij een verzameling andere uitgangspunten gehanteerd worden dan bij een archief. Toch is een duidelijke en logische indeling ook hier stelregel. Bruggeman's schema bleek in opzet hanteerbaar maar is vanwege de meer verfijnde beschrijving sterk uitgebreid, waarbij veel meer dan eerst de inhoud van de stukken hun plaats binnen de inventaris bepaald heeft. In de verzameling is een tweedeling aangebracht in bescheiden, die betrekking hebben op instellingen en stukken van persoonlijke aard. Binnen beide categorieën komt, conform de aard van de verzameling, de geestelijke stand voor de leken.
De inventaris opent met stukken over het diocees Utrecht vóór 1559, daarna volgen de bescheiden betreffende bisdommen binnen en buiten de kerkprovincie Utrecht ná 1559. Een derde categorie vormen de overige geestelijke instellingen ingedeeld naar plaats van vestiging, waarbij vanzelfsprekend Utrecht als geestelijk centrum in de Noordelijke Nederlanden de eerste plaats inneemt. Afsluitend worden de stukken inzake wereldlijke instellingen op nationaal, gewestelijk en stedelijk niveau beschreven. In het tweede deel zijn de persoonlijke stukken ondergebracht in alfabetisch volgorde. Hierbij is afgezien van een koptitel maar is ter onderscheiding de naam van de persoon, waarop de stukken gerangschikt zijn, in klein kapitaal weergegeven. Stukken van zakelijke aard, bijvoorbeeld de verwerving van een geestelijk beneficie, zijn bij de desbetreffende instelling geplaatst. Hoewel de inventarisator zich bewust was van het persoonlijke karakter van deze stukken, is op praktische gronden ten behoeve van het onderzoek voor deze oplossing gekozen. Om dezelfde reden zijn stukken betreffende de afhandeling van nalatenschappen, ook in tegenstelling tot de huidige opvatting, bij nalatende persoon gelaten en niet bij de executeur-testamentair. Deze vrijheden om af te wijken van de leer zijn hier met beroep op bovengenoemde gronden geoorloofd, temeer daar het in de onderhavige inventaris niet om een archief maar een verzameling gaat, zonder dat hiermee evenwel ketterse denkbeelden binnen de archivistiek worden aangehangen of verkondigd.
Van sommige bescheiden bleek de inhoud zo omvangrijk, dat naast de algemene omschrijving een specificatie is toegevoegd. Vele bescheiden uit de verzameling van de Oud- katholieke kerk zijn in de loop der tijd vanwege hun belangwekkende historische inhoud uitgegeven. Waar bekend is de bronneneditie vermeld, zonder dat aanspraak gemaakt wordt op volledigheid in dit opzicht.
Om de onderzoeker een mogelijk onaangename confrontatie met onbekende archieftermen te besparen is hierna een beknopt glossarium van begrippen, die niet in Lexicon van Nederlandse archieftermen voorkomen, met verwijzing naar enkele verklarende standaardwerken toegevoegd. Tevens bevinden zich achterin een konkordantie van de nummers in deze inventaris naar die van Bruggeman en vice versa, alsmede een index op personen, instellingen en geografische namen.
De volgende inv.nrs. behoren niet tot het bruikleen van de oud-katholieke kerk maar zijn eigendom van het rijk: 5, 8 ,14, 51, 68, 107, 117, 131, 173, 218, 224, 312, 313, 383, 387, 403, 441, 454, 574, 620, 633, 636, 647 en 651.
Bewerkingsgeschiedenis
Bijlagen
1. Concordantie van J.Bruggeman, Inventaris van de archieven bij het Metropolitaan Kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der Oud Bisschoppelijke Clerezie, 's-Gravenhage 1928 [1929]
N.B. Tevens van het hernummerde exemplaar met invoeging van de nummers uit het Supplement op inventaris van de archieven bij het Metropolitaan Kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der Oud Bisschoppelijke Clerezie, onuitgegeven manuscript, 's-Gravenhage 1944, naar deze inventaris
Erfgoedstuk
2. Concordantie van deze inventaris op J.Bruggeman, Inventaris van de archieven bij het Metropolitaan Kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der Oud Bisschoppelijke Clerezie, 's-Gravenhage 1928 [1929]
N.B. Tevens op het hernummerde exemplaar met invoeging van de nummers uit het Supplement op inventaris van de archieven bij het Metropolitaan Kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der Oud Bisschoppelijke Clerezie, onuitgegeven manuscript, 's-Gravenhage 1944, en S.W.A. Drossaers, De archieven van de Delftsche Statenkloosters, 's-Gravenhage 1916. De laatste inventaris is opgenomen, omdat daarin een aantal bescheiden zijn beschreven, die naderhand weer teruggekeerd zijn naar het O.B.C.-archief.
Erfgoedstuk
3. Beknopte concordantie op J.Bruggeman, Inventaris van de archieven bij het Metropolitaan Kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der Oud Bisschoppelijke Clerezie, 's-Gravenhage 1928 [1929]
N.B. Tevens op het hernummerde exemplaar met invoeging van de nummers uit het Supplement op inventaris van de archieven bij het Metropolitaan Kapittel van Utrecht van de Roomsch Katholieke kerk der Oud Bisschoppelijke Clerezie, onuitgegeven manuscript, 's-Gravenhage 1944, naar J.R. Persman, Archieven van het Bisdom Haarlem van de Oud-Katholiek Kerk (1514) 1561-1967 (1981), Haarlem 1985.
Erfgoedstuk
4. Overzicht van stukken die niet tot bruikleen van de Oud-katholieke kerk behoren maar eigendom zijn van het Rijk
5. Aangehaalde bronnenedities
6. Glossarium van archivistische termen
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1384-1699
Toegangstitel:
Inventaris van archivalia, verzameld door apostolische vikarissen van de hollandse zending en katholiek gebleven kanunniken van de geseculariseerde kapittels, gedeponeerd bij het vikariaat van Utrecht 1384-1699
Auteur:
F.H.A. Rikhof
Datering toegang:
1993
Datering bewerking:
2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
3,26 m zuurvrije dozen
Archiefvormer(s):