Hss_Van_Buchel_Monumenta De Monumenta handschriften van Aernout van Buchel
Uitleg bij archieftoegang
Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
Hss_Van_Buchel_Monumenta
De Monumenta handschriften van Aernout van Buchel
In de zomer van 1617 maakte de Utrechtse geschiedkundige Arnoldus Buchelius (1565-1641) samen met zijn vrouw een uitstapje naar Groningen en Emden. Allebei waren ze tamelijk reislustig voor die tijd. Buchelius zelf had in Frankrijk gestudeerd en had daarna nog een reis naar Rome gemaakt. Samen met zijn vrouw Claesje van Voorst en hun twee kinderen was hij in 1609 naar Antwerpen geweest, en alleen moet hij daarna nog vaker de Zuidelijke Nederlanden bezocht hebben. Hij had daar vrienden die dezelfde interesse voor geschiedenis en genealogie hadden.
In Parijs en Rome ging zijn belangstelling vooral uit naar oude Romeinse inscripties, die door geleerden in heel Europa werden opgetekend. Terug in Utrecht verlegde hij zijn aandacht naar middeleeuwse en latere opschriften, vooral op grafzerken. Die waren voor een groot deel in het Latijn. In Groningen en Emden maakte hij allerlei aantekeningen over de gebouwen, en uiteraard hoofdzakelijk grafschriften. Daarbij tekende hij ook de familiewapens na, liefst in kleur.
Wie Buchelius was, wordt in de beide vorige publicaties uitvoeriger beschreven. Hier beperk ik me tot wat relevante aspecten. Hij werd geboren als onechte zoon van een kanunnik, zoals in die tijd niet ongebruikelijk was. Zijn moeder trouwde met een landmeter, en gaf hem een goede opvoeding. Buchelius studeerde korte tijd rechten in Leiden, maar zette zijn studie voort aan een katholieke universiteit in Frankrijk. Pas veel later voltooide hij zijn rechtenstudie in Leiden, waarna hij zich in Utrecht als advocaat kon vestigen. In die tijd werd hij gereformeerd, en trouwde hij met Claesje van Voorst, de rijke weduwe van Valentijn van der Voort. Zij had uit dat huwelijk al een zoon, Jacob, en samen kregen ze ook een zoon, die betrekkelijk jong stierf.
Jacob studeerde in Orléans en noteerde daar enkele grafschriften die een plaatsje kregen in de Monumenta quaedam, midden tussen die van Leeuwarden en Groningen in. Zijn stiefvader Buchelius vermeldde daarbij dat ze door Jacob van der Voort in 1611 waren opgetekend, zonder verdere toelichting. Jacob trouwde toen hij afgestudeerd was, en woonde in Utrecht. Hij overleed tragisch genoeg kort daarna, toen Buchelius en Claesje op reis waren naar Groningen en Emden, of direct na hun thuiskomst. Claesje is daarna nooit meer op reis gegaan.
1617 was in de hele republiek een onrustig jaar door het hoogoplopende conflict tussen remonstranten en contraremonstranten. Op 23 juli nieuwe stijl koos prins Maurits partij door in de Kloosterkerk een preek van een contraremonstrantse predikant bij te wonen.
Op 4 augustus diende Oldenbarnevelt zijn Scherpe Resolutie in, waardoor hij lijnrecht tegen Maurits kwam te staan. Op 15 juli (ofwel 25 juli oude stijl, die in Utrecht en Groningen aangehouden werd) was het echtpaar naar Amsterdam vertrokken, op weg naar het noorden. Het nieuws uit Den Haag zal hen in Groningen overvallen hebben, maar al eerder was de sfeer ook in Utrecht zeer gespannen. In zijn reisverslag zegt Buchelius, die fel tegen de remonstranten was, hier niets over. In de praktijk was hij heel tolerant. Hij logeerde in Groningen bij een bevriende katholieke arts.
Na de Monumenta passim (2002) en de Inscriptiones (2007) is de Monumenta quaedam het derde manuscript van Buchelius dat op internet gepubliceerd wordt. De Monumenta passim, in eerste instantie op de website van Het Utrechts Archief verschenen, was een overbekende bron. Al honderd jaar werd eruit geciteerd, omdat het belangrijke informatie verschaft over Utrechtse kerken en gebouwen en daarmee over Utrechtse families. De Inscriptiones trok vooral aandacht in Leiden, ook al zo’n honderd jaar, terwijl er in de andere Hollandse en Zuid-Nederlandse steden veel minder naar gekeken werd.