1007-2 Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers
Uitleg bij archieftoegang
Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
1007-2
Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers
Archief van de Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon, vanaf 1955 Gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijke Zorg, (1926) 1931-1964 (1966)
laatste wijziging 18-07-2024
1 gedigitaliseerd
totaal 12 bestanden
De Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon, de opvolger van de Stadsaalmoezenierskamer, was gevestigd in het pand Wittevrouwensingel 88. Het bestuur bestond uit een lid van het college van B & W, drie leden van de gemeenteraad en negen leden uit de burgerij. De oude wijkindeling werd vervangen door een nieuwe indeling in districten, met elk een districtscommissie. Deze commissies bestonden uit vrijwillige armbezoekers, voorgezeten door een bestuurslid. Evenals bij haar voorganger het geval was, splitste ook het bestuur van Maatschappelijk Hulpbetoon zich in commissies: de Commissie van onderstand (Commissie A), die bepaalde wie in aanmerking kwam voor een uitkering, en de Commissie voor de geneeskundige verzorging van on- en minvermogenden (Commissie B). Commissie B fungeerde ook als bestuur van het Gemeentelijk Tehuis voor Ouden van Dagen. Later werden toegevoegd de Commissie voor gehandicapten (Commissie C) en de Commissie D, met name belast met de behandeling van verzoeken om huishoudelijke hulp. In 1941 stelde Maatschappelijk Hulpbetoon een reclasseringsambtenaar aan. Ook zorgde het voor de tewerkstelling van werklozen (werkverruiming). De uitkeringen aan georganiseerde en verzekerde werklozen werden sinds 1936 verzorgd door de Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. In 1955 werd de naam Burgerlijke Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon gewijzigd in Gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijke Zorg. Deze werd bij de invoering van de Algemene Bijstandswet in 1965 opgeheven. De Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon werd in 1931 opgericht om de administratie van Maatschappelijk Hulpbetoon te voeren. Daarnaast was deze dienst belast met de uitvoering van allerlei subsidieregelingen. In 1953 veranderde de naam in Dienst Sociale Zaken. Na de invoering van de Algemene Bijstandswet in 1965 werd de naam veranderd in Gemeentelijke Sociale Dienst.
Inventaris van de archieven van het gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969. Deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers (1500) 1813-1910 (1971)
Auteur:
A. Pietersma
Datering toegang:
2005
Openbaarheid:
Bepaalde inv. nrs. - onder meer over de zuivering van ambtenaren na de Tweede Wereldoorlog - zijn alleen raadpleegbaar met toestemming van de gemeentearchivaris