

Het St. Anna-convent behoorde tot de orde der Reguliere kanonikessen; althans daartoe behoorden de beide kloosters, wier bewoonsters het gebouw te Utrecht betrokken. * Het samenleven der beide conventen was blijkbaar alleen een nookzakelijk gevolg van de armoede der verjaagde vrouwen; van eene samensmelting was geen sprake. Immers nog in 1586 werden niet alleen (blijkens de rekening van het Arckel-convent) de goederen der beide gestichten afzonderlijk beheerd; maar de zusters uit beide gestichten woonden zelfs afzonderlijk.
De kapel van het convent is krachtens Vroedschapsresolutie van 24 januari 1659 verkocht.