Bij Vroedschapsresolutie van 22 mei 1651 werd de magistraatskeur aan de Vroedschap zelve gebracht. Het regeeringsreglement van 1674 eischte weder eene nominatie van een dubbeltal, door Burgemeesters, Schepenen en Raden aangeboden aan den Stadhouders, die daaruit de keus der schepenen zou doen. Den 13 april 1702 werd de regeling van 1651, den 30 september 1747 die van 1674 hersteld. Deze laatste bleef bestaan tot 1795 toe, ook het regeeringsreglement van 1785 veranderde ten dezen niets.
Den 2 februari 1659 besloten de Staten echter, dat de Vroedschap van Utrecht alleen een persoon zou presenteren, dien de Staten dan zouden benoemen, hetgeen door de stad werd opgevat als een recht van aanstelling der stad (Resoluties van de Staten van Utrecht d.d. 2 en 23 februari 1659. Vroedschapsresoluties d.d. 10, 24 februari 1659, allen bij: Van de Water, Placaatboek III, p. 208, 209. Vergelijk de resoluties van 1631: Placaatboek III, p. 204). Het regeeringsreglement van 1674 (Van de Water, Placaatboek I, p. 171) gaf den stadhouder het recht van aanstelling van den schout zonder eenige nominatie. In 1702 werd de toestand van 1659 hersteld, doch bij de Vroedschapsresoluties van 15 en 21 november 1703 werd besloten, dat de Vroedschap het schoutambt steeds voor drie jaren aan een lid der Vroedschap zou vergeven, terwijl de aftredende schout niet dadelijk herkiesbaar zou zijn (Van de Water, Placaatboek III p 211). In 1747 werd echter de bepaling van het regeerings- reglement van 1673 weder ingevoerd, die van kracht bleef tot 1795 toe.
Den 11 mei 1685 werd besloten tot aanstelling van eenen adjunct-secretaris, voor wien 18 mei eene instructie werd vastgesteld (Van de Water, Placaatboek III, p. 264). Het schijnt echter, dat dit ambt niet werder vervuld werd, toen de titularis in 1691 tot secretaris opklom. In de Ordonnantie van 1550 (art. II) wordt ook een klerk van den secretaris vermeld, de instructie van 1651 noemt (art. 2) 'alle de clercquen van den secretaris.' De secretaris moest zijnen substituut en zijne klerken zelf betalen, doch het gerecht beëedigde hen, de adjunct-secretaris ontving alleen emolumenten.