Persoonlijk en uniek materiaal van Anton Geesink hebben wij ontsloten in de tentoonstelling Alles voor de sport. Tot en met 26 april 2015 kun je bij ons zien hoe Geesink uitgroeide van gewone Utrechtse jongen tot wereldberoemd sporticoon.

 


Tentoonstelling

In de tentoonstelling Alles voor de sport zie je hoe de jonge Anton Geesink uitgroeit tot een internationale sportheld. Maar je komt nog veel meer over hem te weten.  Wist je bijvoorbeeld dat hij uitmuntend kon worstelen? Of dat hij in 'Haus Anton' in Oostenrijk appartementen verhuurde? En ben je benieuwd van welke beroemde kunstenaar Anton een schilderij cadeau kreeg? In onze tentoonstelling kun je dit schilderij bekijken en nog veel meer doen. Bewonder de olympische medaille van dichtbij en laat in een videoboodschap je herinnering aan Geesink achter.

Afb. 3

 


Over Anton Geesink

Anthonius Johannes Geesink (1934-2010) werd geboren in het Kroonhof in Wijk C. Zijn geboortehuis bestaat tegenwoordig niet meer, de straat evenmin. Na het zien van een judodemonstratie in 1948 kwam hij in de ban van de sport. Er waren in Utrecht destijds twee judoscholen: één voor studenten en één voor arbeiders. Geesink werd lid van de judoschool voor arbeiders op de Amsterdamsestraatweg, waar Jan van der Horst hem de kneepjes van de sport bijbracht. Al snel werd duidelijk dat de Utrechter aanleg had voor het judo en het duurde dan ook niet lang voordat hij begon aan zijn lange reeks zeges in wedstrijdverband. In 1951 werd Geesink voor het eerst Nederlands kampioen, een jaar later was hij al Europees kampioen. In totaal zou de Utrechtse judokampioen 21 Europese titels veroveren in het zwaargewicht en de klasse 'alle categorieën'. De successen van Geesink werden nationaal en internationaal opgemerkt en hij werd na zijn zeges als een held ontvangen in Utrecht.

1961: wereldkampioen
Om zich nog beter in de sport te bekwamen volgde Geesink verschillende trainingsstages in Japan, de bakermat van de judosport. Dit wierp zijn vruchten af, want in 1961 wist de 27-jarige Geesink als eerste judoka van buiten Japan wereldkampioen te worden. In de finale in Parijs versloeg hij de topfavoriet Koji Sone met een wurgende houdgreep. In Utrecht barstte een waar volksfeest los: duizenden Utrechters verzamelden zich voor het stadhuis en burgemeester De Ranitz trok zelfs een judopak aan bij de huldiging. Er waren feestelijkheden op de IJsselsteinlaan, in Wijk C en in Tivoli. Geesink groeide uit tot een mediafenomeen en ontving duizenden brieven uit de hele wereld. De judobond groeide door zijn prestaties als kool. Nu hij op het wereldtoneel heerste, stelde Geesink zich het doel om goud te halen op de Olympische Spelen van 1964.

Olympische spelen van 1964
De aanloop naar Tokio was verre van gemakkelijk. Mocht Geesink eigenlijk wel deelnemen vanwege zijn betwiste amateurstatus? In februari 1964 had Geesink een auto-ongeluk in Parijs, in april belandde hij in het ziekenhuis en pas op 12 juni werd hij voorgedragen. Al begin september vertrok Geesink als eerste van de Nederlandse Olympische delegatie naar Japan. In Tokio wachtten honderden Japanse journalisten hem op in de Japanse hoofdstad, waar dan ook de meest gefotografeerde man was. Tijdens de openingsceremonie op 10 oktober droeg Geesink de Nederlandse vlag en twee dagen later was bekend dat er negen judoka's zouden deelnemen aan de open klasse judo, verdeeld over drie poules. Geesink was ingedeeld in de poule met de Japanner Kaminaga en de Brit Petherbridge. Het Olympisch judotoernooi, in vier klassen, was op de laatste dag van de Spelen gepland, zodat het organiserende land zou kunnen gloriëren. De Japanners wonnen inderdaad de eerste drie gewichtsklassen en het wachten was op de vierde overwinning... Geesink won beide poulewedstrijden en plaatste zich rechtstreeks voor de halve finale; Kaminaga won de verliezersronde en plaatste zich ook. In de halve finale was Geesink snel klaar: binnen 15 seconden velde hij de Australiër Boronovskis. Kaminaga had het een stuk moeilijker met de Oost-Duitser Klaus Glahn, maar won. De Japanner en de Nederlander namen het nogmaals tegen elkaar op, ditmaal in de finale. Oud-bokser Ben Bril, een goede kennis van Anton, was aanwezig in de grote judohal, de Budokan: "toen Anton vlak voor zijn beslissende wedstrijd last had van zenuwen en het even niet meer zo zag zitten, ging ik naar hem toe en vertelde hem het verhaal dat ik net van Prins Bernhard had gehoord. De Prins had, op bezoek bij de Japanse Keizer, gevraagd of hij een manier wist waarop Anton verslagen zou kunnen worden. Het antwoord van de Keizer luidde: ‘twee Japanners!'. Mede door dit verhaal monterde Anton op en won op sublieme wijze de wedstrijd!"

Huldiging in Utrecht
Terwijl Japan treurde, ontplofte Nederland van vreugde. Kranten verschenen met speciale edities en in Utrecht werden voorbereidingen getroffen voor een grootse huldiging. Op 6 november arriveerde Geesink. De straat waar hij woonde barstte uit haar voegen en er volgde een ware zegetocht door de stad, met huldigingen in het Stadhuis en in Wijk C. Hier werd de Utrechse judoheld benoemd tot 'ereburger van Wijk C' en er werd bekendgemaakt dat er een straat naar hem zou worden vernoemd. Afsluitend op 15 november was de grootse huldiging in de Irenehal van de Jaarbeurs, met maar liefst 9.000 bezoekers. Geesink ontving een cheque van 8.000 gulden van de Utrechtse burgerij, bekende artiesten traden op en het publiek scandeerde luidkeels:"sakoi, sakoi, sakoi" ("ik daag je uit"), de woorden die Geesink Kaminaga had toegefluisterd bij aanvang van de Olympische finale.

 


Archief Anton Geesink

Kijk hier voor online toegang tot de inventaris van het archief van Geesink.
Een aantal foto's uit het archief is te vinden in de collectie beeldmateriaal.