Zes eeuwen zorg in het Bartholomeus Gasthuis
In 1367 werd door een onbekende Utrechtse burger onder de stadswal bij de Smeetoren een klein gasthuisje gesticht. In de eerste jaren was het Apolloniagasthuis maar een kleine herberg waar dakloze armen en pelgrims enkele nachten konden verblijven. Al snel groeide het uit tot de belangrijkste opvanglocatie in de stad. Nu, ruim 650 jaar later, is het Bartholomeus Gasthuis nog altijd een plek voor zorg en naastenliefde.
Naastenliefde
Het Apolloniagasthuis was één van de vroegste opvangvoorzieningen in de stad. In totaal werden er in de late middeleeuwen ongeveer twintig gasthuizen opgericht in Utrecht. Het Apolloniagasthuis is waarschijnlijk gesticht uit liefdadigheid. In de Middeleeuwen gold naastenliefde als een belangrijke christelijke waarde. Een christen die zorg droeg voor zijn medemens, maakte een grotere kans maakt om na de dood in de hemel te komen. Christenen voorzagen armen daarom vaak van eten, drinken en onderdak.
Het Apolloniagasthuis ontwikkelde zich al snel tot een instelling waar armen permanent opgevangen en verzorgd werden. Het gasthuis kreeg steeds meer officiële bevoegdheden: het recht om missen te geven, een biechtvader aan te stellen en om voor eigen gebruik 'dun bier te brouwen'. De notities en akten waarin dit besloten werd zijn terug te vinden in het archief van het S. Bartholomeus-gasthuis.
Bartholomeus Gasthuis in beeld
Het Utrechts Archief bewaard tientallen tekeningen en foto's van het Bartholomeus Gasthuis, zoals deze reconstructie van het gasthuis in de zestiende eeuw.
Bekijk meer afbeeldingen van het Bartholomeus GasthuisWillem van Abcoude
In 1378 werd de rijke edelman Willem van Abcoude beschermheer van het Apolloniagasthuis. Hij veranderde de naam naar Bartholomeus Gasthuis. Vanaf dat moment mochten er alleen nog maar zieken in het gasthuis verblijven. Willem liet een kapel en een aanliggende ziekenzaal voor mannen bouwen. De zieken konden zo vanuit hun bed de mis in de kapel volgen. Daarnaast stelde hij ook de armenpot in. Dit was een fonds voor voedsel, kleding en geld voor de armen die niet in het gasthuis verbleven. Elke week was er een uitdeelmoment rond verschillende bruggen in de stad. Maar daar bleef het niet bij, de rijke edelman zorgde er zelfs voor dat het gasthuis kon blijven voortbestaan na zijn dood. In 1407, vlak voor zijn overlijden, richtte Willem een broederschap op. Hij liet het gasthuis een grote erfenis na. Het Utrechts Archief bewaart de stichtingsbrief van de gasthuis-broederschap.
De Regentenzaal
In de zeventiende eeuw werd Utrecht bestuurd door calvinistische regenten. Katholieke kloosters moesten sluiten, maar gasthuizen mochten wel blijven bestaan. In deze periode waren de gasthuizen vooral bedoeld voor hulpbehoevende ouderen.
In 1632 lieten de Utrechtse regenten de Regentenzaal bouwen in het Bartholomeusgasthuis. De zaal was bedoeld als vergaderruimte. Daarnaast was de zaal ook gecreëerd om prestige uit te stralen. De Delftse tapijtwever Maximiliaan van der Gught kreeg de opdracht om de wanden van de zaal te bekleden met meterslange wandtapijten. Op de wandtapijten is een bosgezicht te zien met weggetjes, een ruiter, bomen, vogels en eekhoorns. De bovenste rand van het tapijt bestaat uit twintig familiewapens. Ook werd er een schilderij gemaakt van de vroegere beschermheer Willem van Abcoude. Deze prijkt boven de schouw en is waarschijnlijk geschilderd door Herman van Lin. De tapijten, het schilderij en het meubilair zijn altijd behouden gebleven, waardoor de Regentenzaal er vandaag de dag nog grotendeels hetzelfde uitziet als in de zeventiende eeuw!
Interieur van het gasthuis
In 1899 tekende K.H. Hanau de regentenzaal van Het Bartholomeus Gasthuis. Door de jaren heen werd het interieur nog vele malen op beeld vast gelegd.
Bekijk meer afbeeldingen van het interieur van het GasthuisGrote verbouwingen in de negentiende en twintigste eeuw
Aan het begin van de negentiende eeuw ging het niet goed met de Utrechtse gasthuizen. Ze hadden te weinig geld. Daarom besloot koning Willem I om alle zeven gasthuizen in Utrecht samen te voegen. Alle zorgbehoevende ouderen in de stad zouden voortaan in het Bartholomeusgasthuis terechtkomen. Om al deze mensen te kunnen huisvesten volgde in 1817 een grote verbouwing.
Ruim 150 jaar later, in 1972, keurde de gezondheidsinspectie het gebouw af. De kamers waren te klein en de sanitaire voorzieningen slecht. Het gasthuis dreigde te worden afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw. Er volgde veel protest van bewoners en omwonenden. Dat leverde veel vertraging op. Na jarenlange discussie is er in de jaren tachtig ingrijpend verbouwd. In 1987 werd het vernieuwde gasthuis geopend door prinses Juliana.