Het Zeister Zendingsgenootschap in Suriname
Al vanaf 1772 trekken zendelingen uit Zeist naar het binnenland van Suriname. Ze willen het christelijke geloof verspreiden. De aanwezigheid van de zendelingen heeft grote impact gehad. Hun invloed is nog altijd duidelijk zichtbaar in de hedendaagse cultuur.

Het christelijke geloof over de hele wereld verspreiden; dat is het doel van de Evangelische Broedergemeente (EBG), ook wel de Moravische kerk genoemd. Het geloof is te herkennen aan de witte kerkgebouwen en witte kleding. Het zendingsprogramma van de EBG wordt vanaf 1793 georganiseerd vanuit Zeist. Onder de naam van dit ‘Zeister Zendingsgenootschap’ reizen leden de hele wereld over.
Evangelische dopelingen, circa 1955.
Surinaamse Marrons
Vanaf de zeventiende tot en met de negentiende eeuw werken slaafgemaakten onder zeer zware omstandigheden op de plantages van de Nederlandse kolonie Suriname. Af en toe lukt het mensen te ontsnappen. Zij vluchten naar het binnenland, waar ze eigen samenlevingen opbouwen. Deze mensen en hun afstammelingen worden Marrons genoemd. In totaal zijn er zes groepen Marrons in Suriname, waaronder de Aukaanse en Saramakkaanse Marrons.
Vanuit het binnenland doen Marrons regelmatig uitvallen naar de Nederlandse plantages met het doel om mensen te bevrijden. De Nederlandse overheid bestrijdt de groep met geweld. In 1770 tekenen de Marrongroeperingen en Nederland vredesverdragen. Hierin wordt vastgelegd dat de Nederlandse staat de Marrons erkent. Dit geeft de Evangelische Broedergemeente ruim baan om de zending te beginnen in het gebied van de Marrons.
Internaat van de Evangelische Broedergemeente in het zendingsdorp Karmel, 1952.
Kerken, scholen en ziekenhuizen
Ondanks dat de EBG al vanaf 1772 actief is bij de Saramakkaanse Marrons, komen ze niet bij elke Marrongemeenschap binnen. De Aukaanse Marrons verzetten zich bijvoorbeeld lange tijd tegen de komst van de zendelingen. Pas rond 1950 krijgen de zendelingen ook invloed in hun gebieden. Hun aanwezigheid verandert veel in het binnenland, met name op het gebied van religie, onderwijs en gezondheidszorg. Zo worden er zendingsdorpen gebouwd met herkenbare witte kerken en internaten waar kinderen onderwijs krijgen. In 1956 opent de EBG een ziekenhuis op Stoelmanseiland.
Foto's van de zending
Een aantal foto’s uit de jaren 1950 en 1960 zijn digitaal beschikbaar. Bijzondere momenten zijn vastgelegd. Zo brengt in 1955 Prins Bernhard een bezoek en wordt in 1964 het Brokopondostuwmeer aangelegd, waardoor veel Surinaamse dorpen onder water komen te staan.
Marrons in Utrecht
Na de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 en de Binnenlandse Oorlog tussen 1986 en 1992 zijn veel Surinamers naar Nederland vertrokken. Zo ook veel Marrons. Utrecht heeft zelfs de op een na grootste Aukaanse Marronpopulatie van Nederland! De foto’s van de Evangelische Broedergemeente roepen bij hen veel jeugdherinneringen op. Benieuwd naar hun verhalen? Beluister dan eens naar de podcast Verborgen koloniaal erfgoed terug naar het volk.
Van 14 november 2021 t/m 31 januari 2022 stond de expo ‘Verbogen Koloniaal erfgoed terug naar het volk’ in Het Utrechts Archief, o.a. over de collectie foto’s van de Evangelische Broedergemeente. Dit is een reizende expositie. Voor de actuele locatie, zie: Expo Verborgen koloniaal erfgoed terug naar het volk.
Onderwaterzetting van het Brokopondostuwmeer, Ganzee komt onder water te staan, 1964.