Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Brieven

Brieven


Algemeen
In dit zoekscherm is het mogelijk specifiek te zoeken op brieven in toegangen. Het betreft brieven in de toegangen:
- verzameling kerkelijke historie, 1706-1739
Het betreft een verzameling van documenten (brieven, decreten en gedrukte stukken) betreffende het ontstaan van de Oud Bisschoppelijke Clerezie. Zij zijn kennelijk bijeengegaard om als bouwstenen te dienen voor een te schrijven geschiedenis van de scheuring in de vaderlandse Katholieke Kerk, over dat wat eraan voorafging en dat wat erop volgde.
In 2010 zijn de brieven in deze verzameling toegankelijk gemaakt via een specifiek zoekscherm op de website www.archieven.nl. De banden waar de brieven in zijn opgenomen dossiers zijn opvraagbaar op de studiezaal Originelen van Het Utrechts Archief.
Zoekscherm
Er wordt gezocht op hele zoektermen. Er kan gebruik gemaakt worden van het jokerteken * vóór- of achter een zoekterm. Het is mogelijk om gecombineerd te zoeken door meerdere velden in te vullen. Het is mogelijk dat velden geen gegevens bevatten.
Er kan specifiek gezocht worden op de velden:
Adressant: er kan gezocht worden op de afzender
Geadresseerde
Periode: er kan gezocht worden naar brieven in een bepaalde periode door het beginjaar in te vullen in het veld Van en het eindjaar in het veld Tot. Zoeken vanaf een bepaald jaar is mogelijk door het veld Tot leeg te laten. Zoeken in een bepaald jaar is mogelijk door het jaartal zowel in het veld Van als in het veld Tot in te vullen.
Met behulp van een keuzelijst kan gefilterd worden op de plaats van waaruit de brief is verzonden
Filter: Maastrichtx
beacon
3  brieven
sorteren op:
 
 
 
 
Bijlagen
Beschrijving van de inhoud van inv.nr. 5 (tomus IX)
Boek XXXVII
Hoofdstuk III (fol. 2282r-2287r)
Brief
De Lacose, 14 juni 1728
Datering:
14 juni 1728
Plaats afzender:
Maastricht
Afzender:
De Lacose
Incipit:
Je suis très mortifié
Inhoud:
Hij verontschuldigt zich niet eerder aan het verzoek van de aartsbisschop omtrent Van Espen voldaan te hebben. Hij heeft de brief van de aartsbisschop aan Van Espen overhandigd. Daarna is hij naar de deken gegaan om ook hem de brief te overhandigen. Hij trof daar Cinq en Vereels om van Espen een rekest, gericht aan de keizer, te laten tekenen. Zij verwachten daar veel van. De briefschrijver meent dat, zonder die stap en die valse hoop, het niet moeilijk zou zijn geweest Van Espen over te halen om naar Holland te komen. De deken zou zich daar niet tegen verzetten, maar hem er ook niet toe aanzetten om niet de schijn te wekken de last op een ander te schuiven. De briefschrijver heeft verschillende gesprekken met Van Espen gehad over de rentekwestie. Van Espen schijnt de mening van de Leuvense doctoren te volgen, dat het om een zeer penibele zaak gaat die zeer dikwijls misdadig is. De schrijver meent dan ook, dat de aartsbisschop Van Espen voor zijn standpunt kan winnen, als hij eenmaal in Holland is (2284r).
Geadresseerde:
C.J. Barchman Wuytiers
Ontwikkelingsstadium:
origineel
Ga naar dit stuk:
 
 
 
 
 
Bijlagen
Beschrijving van de inhoud van inv.nr. 5 (tomus IX)
Boek XXXVII
Hoofdstuk XV (fol. 2365v-2377)
Brief
Z.B. van Espen, 19 mei 1728
Datering:
19 mei 1728
Plaats afzender:
Maastricht
Afzender:
Z.B. van Espen
Incipit:
Plures personae
Inhoud:
Over de rechten van het Utrechtse kapittel sede vacante (2371r).
Geadresseerde:
Van Erckel
Ontwikkelingsstadium:
afschrift door Viaixnes
Ga naar dit stuk:
 
 
 
 
 
Bijlagen
Beschrijving van de inhoud van inv.nr. 5 (tomus IX)
Boek XXXVII
Hoofdstuk III (fol. 2282r-2287r)
Brief
Z.B. van Espen, 10 april 1728
Datering:
10 april 1728
Plaats afzender:
Maastricht
Afzender:
Z.B. van Espen
Incipit:
Quanto me affectu prosequatur
Inhoud:
Van Espen betreurt het, dat de controverse tussen Barchman en de clerus aangaande de reditus utrimque redimibiles seu cambia sicca nog niet geluwd is. Hij is van mening, dat men in deze kwestie zeer omzichtig te werk dient te gaan, vooral in Holland, waar de handel een hoge vlucht heeft genomen en de praktijk van de rente algemeen is en door de overheid schijnt te zijn goedgekeurd. Ongeveer twintig jaar geleden was er door de bisschop en anderen van de clerus in deze kwestie om raad gevraagd aan de Leuvense doctoren Van Vianen, Huygens, Steyaert, Opstraet en Van Espen zelf. Hij herinnert zich, dat men toen tot de conclusie kwam dat de rentepraktijk, vooral onder handelslui, tegenwoordig niet als woeker kan worden aangemerkt en gedoogd kan worden. Dit houden de Leuvenaren nu nog en Van Espen is het daar mee eens. Hij verzoekt Barchman dan ook dringend in deze kwestie niets definitiefs te beslissen en zeker niet tegen het kapittel in te gaan. Indien er echter, na vriendschappelijk overleg tussen de aartsbisschop en de clerus, nog moeilijkheden resten, zal hij zijn eigen mening openbaar maken. Hij meent nu reeds gemakkelijk te kunnen aantonen, dat die rentecontracten niets anders zijn dan afspraken zoals die voor hypotheken voor huizen e.d. (2285r).
Geadresseerde:
C.J. Barchman Wuytiers
Ontwikkelingsstadium:
origineel
Ga naar dit stuk: