Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behoren...

709 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorende aan de stad ('Bewaarde archieven II')

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Inleiding
Bewerkingsgeschiedenis
Inventaris
3. Archieven van regenten der Vereenigde Gods- en Gasthuizen, 1311-1812 (1885)
3.10. Archief van het S. Apostelgasthuis
709 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorende aan de stad ('Bewaarde archieven II')
Inventaris
3. Archieven van regenten der Vereenigde Gods- en Gasthuizen, 1311-1812 (1885)
3.10.
Archief van het S. Apostelgasthuis
Het Apostel-gasthuis (in de Jufferstraat) is gesticht bij testament van Mr. Jacob Wtteneng, deken van St. Pieter, d.d. 22 september 1564. *  Hij deed dit door te dien einde te doteeren de 12 godskameren, gedeeltelijk door Marcus van Weze, kanunnik van den Dom, vóór, en door zijn executeurs voor het ander deel na zijn overlijden (1548) aan de Jufferstraat gebouwd, over welke kameren hij als executeur het medebeheer had. *  Het gasthuis is volgens den fundatiesteen gebouwd in 1569. De executeuren hebben bij de akte van 31 oktober 1573 *  eene broederschap in het gasthuis opgericht van veertien wereldrijke personen, die met den deken van St. Pieter en den bezitter van het huis Ten Eng jaarlijks op Apostelen-dag vergaderen zouden, om uit hun midden een procurator of huismeester te kiezen, die met eenen collega telkens twee jaren lang dienen en het beheer van het gasthuis voeren zou, bijgestaan door eene moeder en eenige dienstmaagden. De broederschap zou viermaal 's jaars vergaderen. Alle jaren op den refectiedag zouden de procuratoren rekening doen aan de superintendenten met twee leden der broederschap.
In het gasthuis zouden volgens het testament veertien arme mannen gehuisvest worden (in 1603 waren er 12 oude mannen *  ); het huis was dus geen echt-middeleeuwsch gasthuis voor reizigers en onbehuisden, maar van den aanvang af eene gemeene vrijwoning. Dit was destijds iets ongewoons; nog in 1658, toen de Poolse predikant Hartmann eene collecte-reis deed voor de Hervormde gemeente te Lissa, meldde hij zich, te Utrecht gekomen, voor een nachtverblijf aan in het Apostel-gasthuis en toonde zich (blijkens zijn onlangs uitgegeven dagboek) zeer verbaasd, toen hij afgewezen werd. Het gasthuis was dus ook toen nog een oudemannen-huis, zooals in den beginne; in den fundatiebrief was bepaald, dat men, als in het gasthuis geld overbleef, daarbij ook nog eene beurs in het Collegium Willebrordi stichten zou. Het gasthuis, dat eerst op het einde der middeleeuwen gesticht is, is nooit tot bloei gekomen. Het werd 23 juni 1813 ontruimd om gebezigd te worden voor kazerne; de huismoeder werd door het Bartholomei-gasthuis overgenomen en de dischgenooten overgebracht naar het Martini-gasthuis (4) en naar het Antonie-gasthuis (7). Later stond het gebouw ongebruikt tot op 22 mei 1815 besloten werd twee overgeblevenen van de vier dischgenooten uit het Martini-gasthuis weder daarin te ontvangen. Met ingang van 1 augustus 1816 werd het gebouw met een daarnaast staand huis aan Curatoren der Hoogeschool voor één jaar ver-huurd en ingericht tot ziekenhuis; 16 juli 1817 werd besloten het voor hetzelfde doel opnieuw voor een jaar te verhuren. Door het K.B. van 27 maart 1817 is het, met de andere Utrechtse gasthuizen, gesteld onder beheer van Regenten der Vereenigde gods- en gasthuizen. De overdracht der bezittingen aan de Commissie tot de vereeniging der gasthuizen had plaats op 1 juli 1818.
Bijlage
Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1289-1863
Toegangstitel:
Inventaris van de bij de archieven van het stadsbestuur van Utrecht bewaarde archieven, behorende aan de stad ('Bewaarde Archieven II'), 1289-1863 (1947)
Auteur:
W.C. Schuylenburg en J.G.C. Joosting
Datering toegang:
1917
Datering bewerking:
1996, 2006, 2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
79,5 m