Het schilderij werd in 1441 door de prior van het kartuizerklooster in Brugge in opdracht gegeven aan Jan van Eyck, die echter in juni van datzelfde jaar overleed.
Het moet zijn voltooid door een van de leerlingen of assistenten van Jan van Eyck. In 1450 werd Jan Vos prior
in Nieuwlicht. Het paneel nam hij mee naar Utrecht, waar het op het Barbaraaltaar werd geplaatst.
Het schilderij bevindt zich in de Frick Collection, New York.