Het archiefbestand 1814-1929 heeft een omvang van 45 meter, waarbij de correspondentie met 21 meter de hoofdmoot uitmaakt. Dhr. H.W. Luten, medewerker van het streek-archivariaat "Zuid-West Utrecht" had naast zijn werk aan het semi-statisch archief ook dit gedeelte van het archief van een voorlopige beschrijving en nummering voorzien. Daarnaast trof ik bij het begin van mijn inventarisatiewerkzaamheden 3,5 meter archief aan, veelal losse stukken, zonder zichtbaar verband. Deze stukken waren bij de verhuizing uit het gemeentehuis van Jutphaas naar het nieuwe gemeentehuis van Nieuwegein op de zolder ontdekt. Nader bezien bleken de stukken opgebouwd uit de volgende categoriën:

a. stukken, welke oorspronkelijk buiten de correspondentie waren gebleven. Deze stukken zijn deels met opzet buiten de correspondentie gehouden, en deels waarschijnlijk toevallig. Waar stukken konden worden teruggevoerd naar hun oorspronkelijke plaats in de correspondentie d.m.v. aanwezige toegangen als agenda's en indicateurs is dit gebeurd. De stukken, waarvan bleek, dat ze nooit in de correspondentie opgenomen waren geweest, zijn beschreven en rubrieksgewijze ingedeeld.

b. stukken, welke oorspronkelijk in de correspondentie waren opgenomen. Deze stukken zijn deels met opzet buiten de correspondentie gehouden, en deels waarschijnlijk toevallig. Waar stukken konden worden teruggevoerd naar hun oorspronkelijke plaats in de correspondentie d.m.v. aanwezige toegangen als agenda's en indicateurs is dit gebeurd. De stukken, waarvan bleek, dat ze nooit in de correspondentie opgenomen waren geweest, zijn beschreven en rubrieksgewijze ingedeeld.

c. stukken, welke niet in dit archief thuishoren. Deze categorie stukken is hoogstwaarschijnlijk in het gemeentearchief beland door vermenging van functies. Het betreft hier voornamelijk stukken, welke thuishoren in de archieven van de volgende polderbesturen:Het Nedereind, het Overeind, het Gein, Oudegein, en Hoog-, Laag-, en West-Raven. Gedurende een groot deel van de 19 eeuw was de secretaris/ontvanger van Jutphaas tevens secretaris/ gadermeester van een of meerdere polderbesturen, zodat vermenging van stukken eenvoudig tot stand kon komen. Het grootste gedeelte der genoemde archieven bevind zich thans in het rijksarchief te Utrecht. Ter plaatse heb ik me daar op de hoogte gesteld van de inhoud van deze archieven, en hoe de door mij aangetroffen stukken daarin pasten. Naar aanleiding hiervan is het besluit genomen deze stukken wel te beschrijven, maar ze niet op te nemen in deze inventaris. Hetzelfde geldt voor een beperkt aantal jaarrekeningen van de Ned. Herv. kerk te Jutphaas. All deze genoemde stukken dienen te worden teruggevoerd naar het archief, waar zij behoren te berusten.