Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
Op 26 oktober 1674 is de Grote Kamer gemachtigd om geld te lichten tot betaling van de ongelden, wat mogelijk samenhangt met het pas op 27 november 1674 door de Staten formeel genomen besluit, dat de ingezetenen die vóór januari de achterstallige oudschild- en schellinggelden tot 1669 incluis betaalden, kwijtschelding zouden genieten van de ongelden over 1670. Een nader besluit, van 12 april 1675 (zie Groot Placaatboek dl. II, p. 502), schonk aan degenen, die achterstallig oudschildgeld tot 1671 incluis en het huisgeld tot 1674 incluis betaalden, kwijtschelding van oudschildgeld- en schellinggeld over 1672-1674. Ook dit in besluit is alleen sprake van eigenaars. De eerste rekeningen van de ongelden zijn door Johannes Simonides a Nijs, tevens Klein kameraar, die ze kweet, behalve met de bovengenoemde bijdragen van bruikers, met de hem door de Grote kameraar verschafte sommen (zie de verantwoording van deze in nr. 702-15). De rekeningen door J.S. a Nijs lopen tot 1677, tot 1680 en tot 1681 incluis. Het slot van zijn derde rekening is overgebracht in die van de Kleine Kamer, maar daarna is het te vin-den in die van de Grote Kamer (Fabriek), van 1685 af, hetgeen samenhangt met het beheer van de ongelden door de Grote kameraar. De vierde rekening in de band door Johan du Molin loopt tot 1685 incluis. De volgende door Marten Meerman zijn jaarrekeningen, behalve die over 1687-1688, die zijn samengevat. Zie voor de rekeningen van de ongelden na 1700 nrs. 702-92-702-109.
5. Beheer van de goederen en uitkeringen aan de kanunniken
5.18. Financiën van het kapittel
5.18.1. Betaling van subsidies en belastingen
U kunt dit stuk raadplegen in de studiezaal van Het Utrechts Archief. U heeft daarvoor de volgende gegevens nodig: Toegangsnummer: 216 Inventarisnummer: 2125
Aanvragen: U kunt dit stuk online aanvragen, via deze pagina.
U kunt dit stuk raadplegen in de studiezaal van Het Utrechts Archief. U heeft daarvoor de volgende gegevens nodig: Toegangsnummer: 216 Inventarisnummer: 2125
Aanvragen: U kunt dit stuk online aanvragen, via deze pagina.
Missiven, resoluties, taxaties en opgaven van opbrengst en lasten betreffende de betaling van de 20e penning of redemptie van de impost van de goederen van het kapittel in de Over-Betuwe aan de Staten van kwartier van Nijmegen, 1766-1784, met retroacta vanaf 1702