Wij verhalen U dan eerst hoe zij ontstaan is. Veilig kunnen wij zeggen dat zij niet kunstmatig gemaakt, maar onder de leiding der goddelijke voorzienigheid geboren is. Hoort slechts. De vier vrienden, die als redakteurs van dit weekblad optreden, zijn door goddelijk bestier bij elkander gebragt. Allen staan zij in dadelijke betrekking tot zondagscholen, en gevoelden dat in haar belang, en dat door haar voor de gemeente iets anders, en meer dan tot heden verrigt werd, moest gedaan worden. Zonder van elkander te weten, hadden zij reeds lang en nagenoeg gelijken wensch gekoesterd. Twee hunner hadden in het jaar 1864, op verschillenden tijd en naar verschillende aanleiding, het voorregt in Parijs den heer A. Woodruff van New-York te ontmoeten. Deze edele man, in zijn vaderland immer boven velen een vriend en steun handelszaken aan een zijner zonen had kunnen betrouwen, door de liefde van Christus gedrongen, om ook buiten Amerika als apostel der Zondagscholen, in den besten vorm dien dit gemeentewerk bereikt heeft, werkzaam te zijn. Door een zoo geestdriftvol hervormer met een deel van zijnen ijver bezield en door hem voorgelicht, trachtte een van hen, in Amsterdam teruggekeerd, in zijne jeugdige wijkinrigting het door Woodruff voorgestane stelsel in beoefening te brengen, en was even als zijn reisgenoot vol van het denkbeeld om voor ons vaderland opden voet als in Amerika en elders, eene Zondagschool-vereeniging tot stand te brengen, waartoe hun door eene en andere buitenlandsche vereeniging gereedelijk voorlichting en medewerking werd toegezegd.
C.S. Adama van Scheltema, voorzitter.
Ph.J. Hoedemaker, secretaris.
E. van Weede van Dijkveld, penningmeester.
T.M. Looman.
Een stem uit een ander land. In het Zwitserse kanton Vaud werd in juni 1866 een rondschrijven verzonden aan alle kerken met de oproep de zondagsschool bij te staan. Ook hier bemerken we de behoefte de zondagsscholen te erkennen.
Het is een grote vreugde te bemerken in welk tempo de ontwikkeling van de zondagsschoolarbeid in ons land en daar buiten voortgang vond.
Het was een goede gedachte van de bestuurders in Londen in het feestprogramma één dag te besteden aan het zondagsschoolwerk op het vaste land.
Het kon niet anders dan dat meerdere herdenkingsfeesten van zondagsscholen moesten volgen. Het internationale contact was gelegd in 1880.
In de Zondagsschoolalmanak van 1867 wordt melding gemaakt van 24.378 zondagsschoolleerlingen in Nederland. In het jaar 1916 waren er 178.636 leerlingen. De N.Z.V. bestond in dat jaar 50 jaar.
Ds. J. ter Schegget voorzitter van de N.Z.V., hield in de Hoogdienst ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de N.Z.V. in de Westerkerk te Amsterdam op 5 juni 1966 de prediking, welke eindigde als volgt:
Weest blij: U dient een zaak, die overwinnen zal.
Weest blij: de toekomst is voor ons zeker. De Here is nabij.
Weest nu al blij: eens zal Hij door ons en onze kinderen geloofd en geprezen worden, omdat de Here door Zijn nabijheid de gehele wereld heeft losgemaakt van alle afgoden. Toch overwint eens de genade.
Deze proclamatie klinkt steeds door in het zondagsschoolwerk en zal blijven klinken.
Als uitvloeisel hiervan werd met ingang van 1 januari 1906 een bijblad van "De Christelijke Familiekring" groeide mee met de tijdsveranderingen en de daarmede gepaard gande ontwikkeling van het zondagsschoolwerk. Als uitvloeisel hiervan werd met ingang van 1 januari 1906 een bijblad van "De Christelijke Familiekring" uitgegeven ter meerder informatie aan de zondagsschoolwerkers.
En zo zijn de woorden van de vier initiatiefnemers in 1866, waarmee zij hun beginselverklaring eindigden:
".... en zoo kunnen wij nu in een opzettelijk stuk mededeelen wat deze Vereeniging is en wat zij wil", onveranderd gehandhaafd.
Bijzonder verheugend is dat de maandbladen veel informatie geven over het werk waarover het archief niet spreekt. Dit is ook de reden waarom de periodieken van 1866-1932 in de inventaris zijn opgenomen.
Het nieuwe maandblad "Kind en Zondag" krijgt een langer leven toegemeten. Het start in 1933 en heeft zich tot heden weten te handhaven.
Bij de beschrijving van dit archief was het niet mogelijk een bepaalde structuur van bewaren of systeem van opbergen te ontdekken, reden waarom is uitgegaan van het karakter van het werk.
Het jaar 1980 werd in overleg met de directie als jaar van afsluiting van dit archiefgedeelte aangehouden. In dat jaar en ook momenteel heeft de N.Z.V. twee directeuren en een toegewijde groep van medewerkers. De administratie is gevestigd in het N.Z.V. gebouw, Bloemgracht 65 te Amsterdam.
De toestand van het archief is bij het gereedkomen van de inventaris goed te noemen. Diverse banden en losse stukken moesten worden gerestaureerd. Het ligt in het voornemen van het bestuur een afsluitbare stalen kast aan te kopen voor het opbergen van het archief.
Verder zijn in het pand van de administratie aanwezig een handbibliotheek en een foto-archief, betrekking hebbende op het zondagsschoolwerk.
De "dubbelen" van de maandbladen worden ondergebracht bij de bilbiotheek.
N. Veldhuis, 1983