Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over ...

1007-2 Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van de organisatie
Geschiedenis van de archieven en verantwoording van de inventarisatie
Gedrukte bronnen en algemene literatuur
N.B. Alleen betreffende de rol van het gemeentebestuur.
Bijlagen
Inventaris
1. Stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers, (1500) 1813-1910 (1971)
1.11. Economische aangelegenheden
1.11.7. Nutsbedrijven
1.11.7.3. Elektriciteits- en Trambedrijf
1007-2 Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers
Inventaris
1. Stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers, (1500) 1813-1910 (1971)
1.11. Economische aangelegenheden
1.11.7. Nutsbedrijven
1.11.7.3.
Elektriciteits- en Trambedrijf
Mede in verband met het voornemen tot exploitatie van een eigen gemeentelijke tram werd in 1903 besloten tot de oprichting van een gemeentelijke elektrische centrale aan het Sterrenbos. Het Elektriciteitsbedrijf en het Trambedrijf werden aanvankelijk nog beheerd als twee aparte bedrijven onder leiding van één directeur.
In 1922 nam het nieuw opgerichte Provinciaal en Gemeentelijk Utrechts Stroomleveringsbedrijf (PEGUS) de centrale over van het GETU, waarvan de rol werd teruggebracht tot die van distributeur. De PEGUS werd nu de leverancier van het GETU en ook van de provinciale tegenhanger de Provinciale Utrechtse Elektriciteits Maatschappij (PUEM). De door de gemeente aan het Merwedekanaal geprojecteerde centrale werd door de PEGUS gebouwd. De centrale aan de Nicolaas Beetsstraat leverde voortaan vooral stroom aan de stadsverwarming.
Van 1878 tot 1901 exploiteerde de Stichtsche Tramway Maatschappij (STM) de paardentramlijn Utrecht station Rhijnspoor-De Bilt-Zeist. Toen nam de Nederlandsche Buurtspoorweg Maatschappij (NBM) het beheer over, terwijl de exploitatie in handen kwam van de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschapij (NCS), in 1919 van de Ooster Stoomtram Maatschappij (OSM) en in 1927 van de NMB zelf. De inmiddels geëlektrificeerde lijn werd in 1949 opgeheven.
De Tram- en Bargedienst Vereeniging exploiteerde een stoombootdienst tussen Utrecht, Jutphaas en Vreeswijk. In 1888 nam deze de stoomtramlijn op dit traject over, die sinds 1883 werd onderhouden door de IJssel Stoomtrammaatschappij. In 1888 werd paardentractie ingevoerd en in 1929 namen bussen de verbinding over.
In 1889 nam de Utrechtsche Tramway Maatschappij (UTM) de eerste paardentram in gebruik: lijn A van het Stationsplein naar het Maliebaanstation. In 1893 en 1901 volgden de lijnen B en C. Nadat de gemeente in 1906 met vier lijnen een eigen elektrische tram ging exploiteren, was het met de paardentram snel gedaan. In 1907 staakte de UTM haar diensten.
Nadat de gemeente in 1925 de eerste autobussen had aangeschaft, ging het ook met de elektrische tram snel bergafwaarts. In 1938 verdween deze uit het stadsbeeld.
Zie ook
E. van Altena en I. Jacobs, Licht in de duisternis. Openbare verlichting in de stad Utrecht (Utrecht 2000)
A. van Hulzen, De tram in Utrecht (Utrecht 1989).

Kenmerken

Datering:
1813-1910
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van het gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969. Deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers (1500) 1813-1910 (1971)
Auteur:
A. Pietersma
Datering toegang:
2005
Openbaarheid:
Bepaalde inv. nrs. - onder meer over de zuivering van ambtenaren na de Tweede Wereldoorlog - zijn alleen raadpleegbaar met toestemming van de gemeentearchivaris
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
1264,59 m
Thema trefwoorden: