Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
N.B. Toelichting: Aanvankelijk waren er in het Sticht zeer weinig edelen. Om een ambtenarenapparaat te creëren maakte de bisschop gebruik van onvrijen, die in een persoonlijke afhankelijkheid ten opzichte van hem stonden. Hij beloonde ze met dienstgoederen, waardoor zij zich opwerkten tot een hogere sociale klasse: de ministerialen. In de loop van de 13e eeuw evolueerden de dienstgoederen naar lenen en de ministerialen naar leenmannen, hoewel hun juridische status van onvrijen nog lang behouden bleef. De dienstgoederen en later de lenen bestonden vooral uit grond, maar ook uit tienden en andere goederen. De grote lenen hielden soms ook de lage rechtsmacht in en in enkele gevallen wisten leenmannen ook de hoge rechtsmacht te verwerven.