Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behoren...

709 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorende aan de stad ('Bewaarde archieven II')

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Inleiding
Bewerkingsgeschiedenis
Inventaris
1. Archieven van kerkvoogden van de Nederduits Hervormde Gemeente, 1292-1813 (1900)
1.1. Toelichting
709 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorende aan de stad ('Bewaarde archieven II')
Inventaris
1. Archieven van kerkvoogden van de Nederduits Hervormde Gemeente, 1292-1813 (1900)
1.1.
Toelichting
Bij contract van 11 juli 1901 heeft het college van Kerkvoogden der Nederduitsch Hervormde Gemeente aan de gemeente Utrecht in bewaring gegeven zijn oud-archief, bestaande uit de archieven van kerkmeesters der vier parochiekerken. Het archief omvatte aanvankelijk in hoofdzaak alleen het uitnemend bewaarde archief der Buurkerk. Later is bij de herstelling der sacristie der St. Jacobskerk in eene vergeten kast ontdekt het geheele archief dezer kerk, eveneens zeer volledig, maar waarvan helaas de registers door een lek zwaar beschadigd waren. Het betrekkelijk weinige, dat van de kerken van St. Nicolaas en St. Geertruid bewaard was, is later ook uit de bewaarplaatsen dezer kerken overgebracht; de registers waren hier slecht bewaard, terwijl de charters nagenoeg allen verdwenen waren.
Aan deze, voor de kerkelijke en sociale geschiedenis der stad hoogst belangrijke archieven ontbrak nog één deel, dat niet verloren was, maar elders bewaard werd: het archief van den Armenpot van St. Jacob. Ook in de kerken van St. Nicolaas en St. Geertruid (niet in de Buurkerk) bestonden zoogenaamde armenpotten; maar deze inrichtingen hadden eene veel mindere beteekenis dan die uit de St. Jacobskerk. Zij bezaten geen groot vermogen en dus ook slechts een weinig omvangrijk archief; de enkele van hen afkomstige akten zijn derhalve in de kerkarchieven opgenomen. Anders was het in de parochie van St. Jacob, waar de armenpot allengs in het bezit kwam van een belangrijk eigen vermogen, zeker samengebracht uit legaten en stichtingen, en bestemd voor de geregelde uitdeelingen van schotels in de kerken zelven aan de door de potmeesters benoemde proveniers. Deze bijzondere positie heeft aan de potmeesters van St. Jacob zekere zelfstandigheid verschaft: zij vormden hun eigen archief, dat zij ook zelven beheerden. Gelukkig hebben de papieren de kwade kansen van zulk eene wijze van bewaring getrotseerd; maar ten slotte hebben de potmeesters, die het vrij omvangrijke archief zelven moesten bewaren en meevoeren, zelven begrepen, dat dit gebruik niet alleen lastig was, maar ook op het verlies van het archief moest uitloopen. Zoo was dus reeds bij contract van 23 december 1882 ook dit archief aan de gemeente in bewaring gegeven. De leemte in het kerkarchief kon dus gemakkelijk aangevuld worden: hoewel de beide archieven (in overeenstemming met de contracten) afzonderlijk bewaard worden, is het archief van den Armenpot van St. Jacob dus in dezen inventaris beschreven op de plaats, waar het behoort. * 
Bij de van Kerkvoogden overgenomen archieven bevond zich onverwachts nog een, dat lang te vergeefs gezocht was: het archief der oude Engelse kerk te Utrecht, dat in 1841 bij haar te niet gaan ingevolge Koninklijk besluit van 20 oktober van dat jaar aan Kerkvoogden was overgedragen. Het bevatte slechts een deel rekeningen en de resoluties van het kerkbestuur, die echter van groot belang zijn, daar de Engelse gemeente oudtijds vrij groot en zeer belangrijk was. * 
De tot de overgenomen archieven behoorende registers zijn dadelijk opgeknapt, geordend en geïnventariseerd. De charters waren wel indertijd voor Kerkvoogden voorloopig beschreven door Mr. F.A.L. ridder van Rappard; maar nu de collectie zeer was aangevuld en de inventaris gedrukt zou worden, scheen eene juistere beschrijving (ook van deze stukken) gewenscht. Mr. W.C. Schuylenburg, commies-chartermeester aan het gemeente-archief, heeft gedurende verscheidene jaren heel zijn niet door rechtskundige adviezen ingenomen ambtstijd aan dit tijdroovende werk gegeven; de voorloopige inventarisatie toch der charters, bij gedeelten op verschillende tijden verricht en dus eenheid van systeem missend, niet overeenkomend met de wijze van beschrijving, die gevolgd was bij de behandeling der stedelijke archieven, moest feitelijk geheel op nieuw gedaan worden. Zoo is het groote werk eerst onlangs geheel gereed gekomen.
Toen de inventarissen van de beide helften der archieven aldus gereed waren, zijn ze samengesmolten. Ik heb daarop het geheele werk doorgezien en met Mr. Schuylenburg besproken, die naar aanleiding van deze bespreking den inventaris hier en daar nog omgewerkt heeft. Het stuk was toen gereed en kon gedrukt worden, waartoe B. en W. bij besluit van 28 maart 1912 vergunning gaven.
Het is mij voorgekomen, dat niet mijn naam, maar die van Mr. Schuylenburg als bewerker op den titel moest worden vermeld. Al had ik inderdaad de leiding en het oppertoezicht van het werk gehad, is het volgens mijne aanwijzingen toch geheel zelfstandig door Mr. Schuylenburg verricht, ik kan er bijvoegen: voortreffelijk verricht. Wel is hier en daar door mij aanleiding gegeven tot soms niet geheel onbelangrijke veranderingen; maar die veranderingen waren steeds het gevolg van gemeenschappelijk overleg. En hoewel ze, naar ik hoop, steeds verbeteringen waren, waren ze nagenoeg nooit verbeteringen van fouten. Aan Mr. Schuylenburg komt dus de eer toe van het samenstellen van dezen inventaris. En naast de eer ook de verantwoording. Mijne herziening is uit den aard der zaak geene stuksgewijze vergelijking met de stukken zelven geweest; slechts wanneer er bepaalde aanleiding toe bestond, ben ik daartoe overgegaan. Hoewel hoofd van het archief en als zoodanig leider van het werk, heb ik dus toch geheel geen recht, mij op de bewerking van dezen inventaris te beroemen, - zoals ik, als ik dit werk zelf verricht had, stellig zou gedaan hebben.
Utrecht, 1917
S. Muller Fz
Bijlage
Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1289-1863
Toegangstitel:
Inventaris van de bij de archieven van het stadsbestuur van Utrecht bewaarde archieven, behorende aan de stad ('Bewaarde Archieven II'), 1289-1863 (1947)
Auteur:
W.C. Schuylenburg en J.G.C. Joosting
Datering toegang:
1917
Datering bewerking:
1996, 2006, 2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
79,5 m