Archieven Het Utrechts Archief Het Utrechts Archief

Uw zoekacties: Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behoren...

709 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorende aan de stad ('Bewaarde archieven II')

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Inleiding
Bewerkingsgeschiedenis
Inventaris
2. Archieven van regenten van het Gereformeerd Burgerweeshuis, 1289-1863 (1865)
2.3. Archief van het Elisabeths-gasthuis
2.3.1. Toelichting
709 Archieven, bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, behorende aan de stad ('Bewaarde archieven II')
Inventaris
2. Archieven van regenten van het Gereformeerd Burgerweeshuis, 1289-1863 (1865)
2.3. Archief van het Elisabeths-gasthuis
2.3.1.
Toelichting
Het St. Elisabeths-gasthuis of weeshuis is in 1489/91 door den kanunnik en thesaurier ten Dom Everard Zoudenbalch, heer van Urk en Emeloord, gesticht aan het St. Catharijne-veld. *  In de eerste jaren van zijn bestaan was het, dank zij bisschoppelijke begunstiging, vooruitgegaan; maar de beschieting van het nabij gelegen kasteel Vredenbug in het laatst der zestiende eeuw had aan het gebouw groote schade toegebracht (vgl. inv.nrs. 1028, 1033 noot). Daarbij kwam, dat het aantal weezen, voor wier opname het bestemd was, voordurend aangroeide. Daarom vonden de huismeesters in de saecularisatie van het Regulieren-klooster eene gereede aanleiding om van den raad der stad te verzoeken het kloostergebouw c.a. aan het weeshuis af te staan; dit is in 1582 geschied (vgl. de noot op bladzijde 107 hiervóór).
De verandering van woonplaats gaf evenwel niet voldoende verlichting voor het weeshuis, de uitgaven bleven de inkomsten overtreffen. Vandaar dat de raad in 1586 besloot bij de Staten van Utrecht erop aan te dringen, dat alle goederen van het klooster zouden worden toegekend aan het daarin overgebrachte weeshuis. * 
Aanleiding te meer voor 's raads medewerking was gelegen in de bereidwilligheid, waarmede de huismeesters van het gesticht op verzoek van den raad weeskinderen opnamen, hoezeer zij moeite hadden de uitgaven te bestrijden. * 
 * 
In verband hiermede zeide de raad den rentmeester der goederen van het klooster zijn beheer op, terwijl zij een ander tot de ontvangst en administratie committeerden. * 
Voor het St. Elisabeths-gasthuis brak hiermede een nieuw levensstadium aan. Bleef het voldoen aan zijne oorspronkelijke bestemming, èn door de verhuizing naar de Oudegracht èn door de verandering van religie èn door de (later meer ingrijpende) medewerking van den raad was het een nieuwe phase van ontwikkeling ingetreden. Zoo was er dus geen bezwaar, het archief van het weeshuis te splitsen in twee deelen: a. dat van het St. Elisabeths-gasthuis tot 1582 (waarvan de inventaris hierachter wordt aangeboden), en b. dat van het Weeshuis (sedert 1759 Burgerweeshuis, sedert 1796 Gereformeerd Burgerweeshuis) aanvangende met het jaar 1582 (berustende in het gebouw van het Weeshuis aan de Oudegracht).
Het archief van het St. Elisabeths-gasthuis is nimmer met die zorg behandeld geweest als dat van het Regulieren-klooster. Gegevens omtrent de oude wijze van bewaring werden door mij niet aangetroffen. Zooveel mogelijk heb ik dus mijn licht moeten ontsteken bij de cartularia en manualen, ter bepaling van de stukken, die in dit archief thuis behoorden. Niet onmogelijk is het, dat eene hernieuwde vergelijking der cartularia en der stukken uit de Onbekenden-rubriek weder eenig resultaat zou hebben. Zulk eene nieuwe contrôle is evenwel niet uitvoerbaar. Met hetzelfde recht zou een derde en vierde onderzoek kunnen worden bepleit, totdat aan alle stukken eene plaats zou zijn aangewezen. Doch dit zou leiden tot het voortdurend uitstellen van den druk, terwijl het resultaat niet evenredig zou blijken te zijn aan den daaraan gegeven tijd en belangstellenden zou beletten van het archief kennis te nemen.
Geheel vrijstaande tegenover dit archief heb ik eene indeeling aangebracht overeenkomende met die van het Regulieren-klooster. In verband met den daar gevolgden regel heb ik de stukken jonger dan 1582, zich aansluitend bij stukken van oudere dagteekening, in het archief van het St. Elisabeths-gasthuis gelaten. Hier deed zich het geval slechts éénmaal voor met betrekking tot de ontwikkeling eener in 1581 opengevallen nalatenschap (inv.nr. 1024). Overigens is 1582, het jaar der verhuizing naar de Oudegracht, als terminus ad quem aangenomen.
Bijlage
Regesten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1289-1863
Toegangstitel:
Inventaris van de bij de archieven van het stadsbestuur van Utrecht bewaarde archieven, behorende aan de stad ('Bewaarde Archieven II'), 1289-1863 (1947)
Auteur:
W.C. Schuylenburg en J.G.C. Joosting
Datering toegang:
1917
Datering bewerking:
1996, 2006, 2013
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
79,5 m